Beleidsdoelstelling: D000003 - We streven naar een welvarend en ondernemend Brecht waarbij de basis wordt gelegd in kwalitatief onderwijs.
Actieplan: AP000013 - Dagelijkse werking welvarend/ondernemend.
Actie: A000055 - Dagelijkse werking welvarend/ondernemend.
Beleidsveld: BV 0020
ARK: 7360300
Omschrijving: Belasting inname privaat domein (handelsinrichtingen)
Gemeenteraadsbeslissing van 12 december 2019 over het belastingreglement op standplaatsen privaat domein.
De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen.
Toelichting wordt gegeven door schepen I. Van Den Heuvel.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 1.10.57 uur tot en met 1.13.36 uur.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 - artikel 41
Decreet van 30 mei 2008 over de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012
Omzendbrief KB/ABB 2019/2 over de gemeentefiscaliteit van 15 februari 2019
Artikel 1 - Belastbaar voorwerp of belastbaar feit
Vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een belasting geheven op standplaatsen op privaat domein.
Artikel 2 - Definitie
Onder standplaatsen privaat domein moet worden verstaan alle toevallige en vaste standplaatsen ingenomen door handels- en beroepsinrichtingen op privaat terrein langsheen de openbare weg.
Artikel 3 - Belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de uitbater van de inrichting.
Artikel 4 - Tarief
De belasting wordt vastgesteld op 0,20 euro per m² bezette oppervlakte per dag voor een oppervlakte van minder of gelijk aan 50 m².
Voor een oppervlakte die 50 m² overschrijdt, bedraagt de belasting vanaf die overschrijding 0,25 euro per m² met een maximum van 300 euro per jaar.
Artikel 5 - Vrijstelling
Standplaatsen ingenomen door kermiskramen/attracties op privaat terrein worden vrijgesteld.
Artikel 5 - Wijze van inning
De belasting wordt ingekohierd.
Artikel 6 - Bezwaarprocedure
De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.
Artikel 7 - Opheffing vorig reglement
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen.
Artikel 8 - Toezicht
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.