De voorzitter opent de zitting op 09/10/2025 om 20:30.
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017.
Het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad - GR 16 januari 2025.
Het verslag voorgaande zitting wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 40.03 minuten tot en met 41.17 minuten.
Artikel 1
Het verslag van de voorgaande zitting van 11 september 2025, dat acht dagen voor de huidige zitting ter inzage van de raadsleden heeft gelegen, wordt door de gemeenteraad goedgekeurd.
De gemeente Brecht beschikt over een erfgoedstuk, met name een ‘Locomotief’, dat ze wenst tentoon te stellen aan het brede publiek. De ontwikkelaar van het inbreidingsproject te Sint-Lenaarts (Dorpsstraat- Fruithoflaan) is bereid om een ruimte in het nog op te richten onroerend goed ter beschikking te stellen aan de gemeente, zodat de locomotief met erfgoedwaarde tentoongesteld kan worden. De ruimte in een overdekte sas, in de kern van Sint-Lenaarts en gelegen aan de straatkant, betekent een unieke opportuniteit. De gemeente Brecht en de ontwikkelaar komen overeen om hieromtrent een overeenkomst af te sluiten.
Artikel 41 van het decreet lokaal bestuur - bevoegdheid van de gemeenteraad.
Artikel 3.84 en volgende van het Burgerlijk Wetboek.
Er wordt een huurovereenkomst afgesloten tussen de gemeente en de ontwikkelaar (zie overeenkomst voor juiste juridische structuur van de eigenaar - later wordt dit de deel - VME) betreffende de 'technische ruimte', gelegen aan de hal van het deelgebouw 'Bradford' in de Dorpsstraat te Sint-Lenaarts, zoals aangeduid op het plan in bijlage. Het gebouw waarin de technische ruimte zit, valt onder het regime van gedwongen mede-eigendom van gebouwen of groepen van gebouwen, overeenkomstig artikel 3.84 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, waarbij het gehuurde goed een gemeenschappelijk deel van het betreffende gebouw betreft. De verhuurder doet afstand van het gebruik en genot van dit gemeenschappelijk deel ten voordele van de huurder overeenkomstig datgene dat in de overeenkomst wordt bepaald.
Er wordt een huurovereenkomst van 99 jaar opgesteld tussen huurder (de gemeente) en de verhuurder (de ontwikkelaar - later deel - VME). Deze termijn gaat in op de datum van de voorlopige oplevering van het gehuurde goed. De duur van de overeenkomst maakt een essentiële voorwaarde uit van de overeenkomst, zonder dewelke de partijen de overeenkomst niet zouden aangaan. De overeenkomst kan niet voortijdig opgezegd worden. De overeenkomst eindigt automatisch en van rechtswege na verloop van 99 jaar.
Huurder en verhuurder komen overeen dat er een jaarlijkse huurprijs wordt betaald van 1 euro (niet indexeerbaar). Dit bedrag wordt volledig betaald bij het ingaan van de overeenkomst, zijnde vanaf de oplevering van het gehuurde goed.
De overeenkomst wordt beheerst door het gemene huurrecht. In geen geval mag het gehuurde goed worden bestemd voor bewoning noch voor doeleinden waarvoor de overeenkomst onder het toepassingsgebied van de wet van 30 april 1951 inzake handelshuur (‘de handelshuurwet’) zou vallen. Bijgevolg is en kan de wet van 30 april 1951 op de handelshuurovereenkomsten niet en nooit toegepast worden op de overeenkomst.
Het gehuurde goed mag enkel en alleen gebruikt worden voor het tentoonstellen van het betreffende erfgoedstuk, genaamd ‘Locomotief’ en andere aan de steenbakkerijnijverheid verwante materialen of van enig ander (erfgoed)stuk van de gemeente. De bestemming van het gehuurde goed is hier aldus strikt en uitdrukkelijk toe beperkt.
Beide partijen maken in de overeenkomst afspraken omtrent de toegang tot het gehuurde goed, het jaarlijkse onderhoud, werken aan de locomotief en kosten verbonden aan het gebouw en de locomotief.
Toelichting wordt gegeven door voorzitter bijzonder comité sociale dienst L. Aerts.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 41.18 minuten tot en met 49.23 minuten.
Artikel 1
De gemeenteraad geeft goedkeuring aan de huurovereenkomst tussen de gemeente Brecht en de ontwikkelaar betreffende een technische ruimte in een deelgebouw van het inbreidingsproject Dorpsstraat - Fruithoflaan te Sint-Lenaarts voor de plaatsing van een locomotief met erfgoedwaarde.
Artikel 2
De huurovereenkomst heeft een duurtijd van 99 jaar en een jaarlijkse huurprijs van 1 euro (niet indexeerbaar en geheel betaald bij aanvang van de overeenkomst).
Beleidsdoelstelling: D000002 - Brecht engageert zich om de leefbaarheid van onze gemeente te verbeteren
Actieplan: AP000009 - Dagelijkse werking leefbaar
Actie: A000047 - Dagelijkse werking leefbaar
Beleidsveld: BV0300
ARK: 7062000
Omschrijving: Sluikstorten
en
Beleidsdoelstelling: D000006 - Elke burger is een VIP en wordt zo behandeld en verder geholpen
Actieplan: AP000020 - Dagelijkse werking dienstverlening
Actie: A000078 - Dagelijkse werking dienstverlening
Beleidsveld: BV011901
ARK: 7460000
Omschrijving: Schadevergoedingen
Gemeenteraadsbeslissing van 9 februari 2023 betreffende het retributiereglement op het opruimen van sluikstort en het herstel van schade door derden.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 - artikel 41.
Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente werd een retributie geheven op het opruimen van sluikstort en het herstel van schade door derden.
De gemeentelijke diensten voeren op regelmatige basis een aantal werkzaamheden uit die in privaat belang van de burger zijn. Zo moet de gemeente schade herstellen aan gemeentelijke eigendommen, toegebracht door derden. De gemeentelijke diensten moeten ook regelmatig sluikstort opruimen.
Dit brengt financiële kosten met zich mee in de vorm van inzet van personeel en materiaal. De uitvoering hiervan bezorgt de gemeente een financiële kost. Het is daarom wenselijk dat er een duidelijke regeling in de vorm van een retributiereglement behouden blijft, zodat dit de gemeente toelaat correct de geleverde prestaties door te rekenen aan de vervuiler of schadeveroorzaker.
Deze aanpassing bestaat uit een jaarlijkse indexering van de tarieven, gezien ook de kostprijzen voor de gemeente jaarlijks stijgen. Op deze manier blijft de vergoeding in verhouding staan tot de geleverde diensten.
Toelichting wordt gegeven door schepen D. De Veuster.
Met de goedkeuring van de raadsleden worden de bedragen nog aangepast.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 49.24 minuten tot en met 54.09 minuten.
Artikel 1 - Termijn
Vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie geheven op het weghalen door het gemeentebestuur van gesluikstort afval en op het herstellen van schade toegebracht door derden aan het openbaar domein of het patrimonium van de gemeente.
Artikel 2 - Definitie
Onder sluikstort moet worden verstaan: het achterlaten van elke vorm van afval:
Artikel 3 - Toepassingsgebied
De retributie is verschuldigd door de persoon die het afval heeft achtergelaten of de schade heeft toegebracht, of door de voor hem burgerlijk verantwoordelijke persoon.
Artikel 4 - Tarief
De retributie voor de ophaling van sluikstort wordt als volgt bepaald:
De retributie voor het herstel van schade aan het openbaar domein of patrimonium van de gemeente wordt als volgt bepaald:
De bedragen zijn cumuleerbaar. Bovendien dient een administratieve last van 25% op totale kost te worden vergoed. Deze bedraagt minimum 30 euro en maximum 105 euro.
De tarieven worden jaarlijks op 1 januari aangepast volgens de schommelingen van de gezondheidsindex. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand september voorafgaand aan de indexeringsdatum van het betreffende jaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2025. Bij de indexering worden de tarieven afgerond tot op de dichtstbijzijnde 0,10 euro.
Artikel 5 - Wijze van betaling
De retributie wordt betaald na ontvangst van de rekening door overschrijving op een financiële rekening van het gemeentebestuur.
Artikel 6 - Opheffing vorig reglement
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen.
Artikel 7 - Toezicht
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.
Beleidsdoelstelling: D000002 - Brecht engageert zich om de leefbaarheid van onze gemeente te verbeteren
Actieplan: AP000007 - Brecht voert een ruimtelijk beleid om in te spelen op de maatschappelijke behoeften, met aandacht voor de eigen identiteit van de gemeente
Actie: A000043 - Dagelijkse werking omgeving
Op 5 oktober 2021 werd een omgevingsvergunning afgeleverd voor het verkavelen van 9 loten voor open bebouwing met nieuw aan te leggen wegenis met als ligging Hogebaan zn (kadastraal gekend als 5de afdeling sectie A nummer 32G en 34/2/P/deel).
Op 30 april 2024 stelde het college van burgemeester en schepenen de noodzaak vast voor nieuwe straatnaamgeving.
Op 27 mei 2004 vergaderde de cultuurraad over de nieuwe straatnaam.
Op 13 augustus 2024 nam het college van burgemeester en schepenen akte van het verslag van de cultuurraad.
Op 13 augustus 2024 besliste het college van burgemeester en schepenen om “Kuilenheide” als nieuwe straatnaam voor te stellen aan de gemeenteraad voor voorlopige vaststelling.
Op 12 september 2024 stelde de gemeenteraad de straatnaam ‘”Kuilenheide” voorlopig vast.
Van 8 augustus 2025 tot en met 6 september 2025 werd er een openbaar onderzoek georganiseerd, waarbij 1 bezwaar werd ingediend.
Het decreet van 8 mei 2009 betreffende het Centraal Referentieadressenbestand is van toepassing.
Het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen (B.S. 7 april 1977), gewijzigd op 1 juli 1987 en 4 februari 1997 en 29 november 2002 is van toepassing. Dit decreet legt de procedure voor straatnaamgeving vast.
Er wordt aan de gemeenteraad gevraagd om de straatnaam “Kuilenheide” definitief vast te stellen.
Tijdens de gemeenteraad van 12 september 2024 stelde de gemeenteraad de straatnaam voorlopig vast.
Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd gedurende 30 dagen.
Tijdens het openbaar onderzoek werd 1 bezwaar ingediend.
Het bezwaar gaat over:
- dat de straatnaam Kuilenheide zou minder passend zijn als straatnaam, gezien het hier niet om heidegrond gaat.
Dit bezwaar is ongegrond. “Kuilenheide” is een verwijzing naar de plaats waar vroeger het wit zand heel ondiep zat, waardoor men hier gemakkelijk zand kon komen steken.
- dat men de voorkeur geeft aan de straatnaam “Bosuil”, wat beter aansluit bij de natuurlijke en historische context van het gebied.
Volgens de BeSt Address richtlijnen (omzendbrief van de Minister van Binnenlandse Zaken) wordt het ten stelligste afgeraden om meerdere straatnamen te hebben waarbij een deel van de straatnaam terugkomt in de naam van een andere weg. Sterk gelijkende straatnamen dienen dus vermeden te worden. In onze gemeente zijn er al een aantal straten die beginnen met “bos”, zijnde Bosduiflaan, Boslaan, Bosbesdreef, Bosstraat, … Het is dus niet wenselijk om aan ons adressenbestand nog een straat toe te voegen waar “bos” in voorkomt.
Er wordt aan de gemeenteraad voorgesteld om het bezwaar ontvankelijk maar ongegrond te verklaren.
Toelichting wordt gegeven door schepen R. Ruelens.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 54.10 minuten tot en met 55.26 minuten.
Artikel 1
De gemeenteraad verklaart het ingediende bezwaar als ontvankelijk maar ongegrond.
Artikel 2
De gemeenteraad stelt de straatnaam “Kuilenheide” definitief vast.
Artikel 3
Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de dienst grondgebiedszaken, de dienst bevolking, de dienst cultuur, de dienst erfgoed, de dienst duurzaamheid en de dienst milieu, de technische dienst, de dienst mobiliteit en de dienst interne veiligheid.
Beleidsdoelstelling: D000002 - Brecht engageert zich om de leefbaarheid van onze gemeente te verbeteren
Actieplan: AP000007 - Brecht voert een ruimtelijk beleid om in te spelen op de maatschappelijke behoeften, met aandacht voor de eigen identiteit van de gemeente
Actie: A000043 - Dagelijkse werking omgeving
Op 9 november 2021 werd een omgevingsvergunning afgeleverd voor het slopen van enkele bestaande constructies en het bouwen van drie noodwoningen met tuinberging en aanleggen van de buitenruimte met publieke doorgang naar het Gemeentepark gelegen te Gasthuisstraat 32, kadastraal bekend: (afd. 3) sectie D 568T.
Op 30 april 2024 stelde het college van burgemeester en schepenen de noodzaak vast voor nieuwe straatnaamgeving.
Op 27 mei 2004 vergaderde de cultuurraad over de nieuwe straatnaam.
Op 13 augustus 2024 nam het college van burgemeester en schepenen akte van het verslag van de cultuurraad.
Op 13 augustus 2024 besliste het college van burgemeester en schepenen om “Korte Pad” als nieuwe straatnaam voor te stellen aan de gemeenteraad voor voorlopige vaststelling.
Op 12 september 2024 stelde de gemeenteraad de straatnaam “Korte Pad” voorlopig vast.
Van 8 augustus 2025 tot en met 6 september 2025 werd er een openbaar onderzoek georganiseerd, waarbij geen bezwaren werden ingediend.
Het decreet van 8 mei 2009 betreffende het Centraal Referentieadressenbestand is van toepassing.
Het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen (B.S. 7 april 1977), gewijzigd op 1 juli 1987 en 4 februari 1997 en 29 november 2002 is van toepassing. Dit decreet legt de procedure voor straatnaamgeving vast.
Er wordt aan de gemeenteraad gevraagd om de straatnaam “Korte Pad” definitief vast te stellen.
Tijdens de gemeenteraad van 12 september 2024 werd de straatnaam voorlopig vastgesteld.
Er werd een openbaar onderzoek georganiseerd gedurende 30 dagen. Er werden geen bezwaren ingediend.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 55.27 minuten tot en met 56.17 minuten.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt de straatnaam “Korte Pad” definitief vast.
Artikel 2
Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de dienst grondgebiedszaken, de dienst bevolking, de dienst cultuur, de dienst erfgoed, de dienst duurzaamheid en de dienst milieu, de technische dienst, de dienst mobiliteit en de dienst interne veiligheid.
Burgemeester F. Van Looveren vervoegt de zitting.
Beleidsdoelstelling: D000002 - Brecht engageert zich om de leefbaarheid van onze gemeente te verbeteren.
Actieplan: AP000007 - Brecht voert een ruimtelijk beleid om in te spelen op de maatschappelijke behoeften, met aandacht voor de eigen identiteit van de gemeente.
Actie: A000043 - Dagelijkse werking omgeving.
Op 23 september 2025 werd een ontwerpakte voor kosteloze grondafstand via mail bezorgd aan de dienst omgeving, met het verzoek dit voor te leggen aan de gemeenteraad.
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 in het bijzonder artikel 41 tweede lid, 11°.
Overeenkomstig artikel 41 van het decreet lokaal bestuur is de beslissing over de overdracht van gronden aan de gemeente een exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad. Voorliggende aanvraag dient dan ook voorgelegd te worden aan de gemeenteraad om een beslissing te nemen over de grondafstanden.
Overeenkomstig artikel 41 van het decreet lokaal bestuur is de beslissing over de overdracht van gronden aan de gemeente een exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad. De gemeenteraad is bevoegd omdat het gaat om een daad van beschikking over onroerende goederen.
Aan de gemeenteraad worden de ontwerpakte en het opmetingsplan voorgelegd ter goedkeuring.
De aard van de ontwerpakte betreft een kosteloze grondafstand aan de gemeente Brecht, in het kader van de toekomstige inlijving in het openbaar domein van een repel grond die nog in private eigendom is, gelegen te Brecht, Kempendreef 6, kadastraal gekend als afdeling 1 sectie M 39Z(deel), met een oppervlakte van 80 m², zoals dit onroerend goed omschreven en afgebeeld staat als LOT 1 in lichtgele kleur op het opmetingsplan met dossiernummer O20325FM, opgemaakt door dhr. Dries Roos, landmeter-expert, te Brasschaat op 18 juni 2025. Het gereserveerd perceelnummer is afdeling 1, sectie M, 39/H/7 P0000.
Toelichting wordt gegeven door schepen R. Ruelens.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 56.18 minuten tot en met 58.12 minuten.
Artikel 1
De gemeenteraad verleent goedkeuring aan het ontwerp van akte van de overdracht van onroerend goed, zijnde een strook grond bestemd om kosteloos te worden afgestaan ten titel van openbaar nut, gelegen te Brecht, Kempendreef 6, kadastraal gekend als afdeling 1 sectie M 39Z(deel), met een oppervlakte van 80 m², zoals dit onroerend goed omschreven en afgebeeld staat als LOT 1 in lichtgele kleur op het opmetingsplan met dossiernummer O20325FM, opgemaakt door Dries Roos, landmeter-expert, te Brasschaat op 18 juni 2025. Het gereserveerd perceelnummer is afdeling 1, sectie M, 39/H/7 P0000.
Deze grondafstand dient bijgevolg niet meer als last opgelegd te worden bij een toekomstige omgevingsvergunning.
Artikel 2
Het besluit van de gemeenteraad en bijhorend opmetingsplan zal worden opgenomen in het gemeentelijk wegenregister.
Artikel 3
Afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan notariaat Merksem, Bredabaan 644, 2170 Antwerpen (Merksem) en aan de gemeentelijke dienst Omgeving.
Het Vlaams Regeerakkoord pleit voor een passende omkadering van vrijwilligers in crisissituaties.
In de mededeling van 4 april 2025 betreffende het Vlaams Defensieplan pleit de Vlaamse Regering voor een versterking van de burgerlijke weerbaarheid, samen met de lokale besturen (Punt 9). Er wordt een Vlaams burgerlijk weerbaarheidsprogramma aangekondigd waarvan de lokale overheden de coördinatie opnemen. In die context kunnen lokale besturen lokale vrijwilligerskorpsen oprichten die onmiddellijk ingeschakeld kunnen worden in het kader van noodhulpverlening en waar vrijwilligers bijdragen aan het uitvoeren van logistieke, operationele en medische taken in het geval van bijzondere nood.
De conceptnota aan de Vlaamse Regering van 23 mei 2025 over het Vlaams burgerlijk weerbaarheidsprogramma ‘vrijwilligerskorpsen’ moedigt gemeenten aan om gemeentelijke vrijwilligerskorpsen op te richten om de weerbaarheid en paraatheid bij noodsituaties te versterken. Concreet werkt de Vlaamse Regering in deze conceptnota het vrijwilligerskorpsenmodel uit met de intentie het uitbouwen van gemeentelijke vrijwilligerskorpsen te faciliteren, en structureel te voorzien in ondersteuning voor dit engagement door via lokale besturen in te zetten op vorming, coördinatie, samenhorigheid en burgerzin. Het model ontlast lokale besturen maximaal in noodsituaties. De doelstelling van de vrijwilligerskorpsen is om de waardevolle vaardigheden, het engagement en de motivatie van Vlamingen op een gecoördineerde manier inzetbaar te maken. Gelet op hun decretale rol als ‘helper van de Vlaamse overheid’ en hun bestaande expertise hierin, wordt de coördinatie en begeleiding van de vrijwilligerskorpsen opgenomen door Rode Kruis-Vlaanderen. Binnen het model van de vrijwilligerskorpsen ligt de beslissing over de oprichting van een vrijwilligerskorps bij de gemeente.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2025 kent een projectsubsidie toe aan Rode Kruis-Vlaanderen van 1 september 2025 tot 31 augustus 2029 voor de ondersteuning van de gemeentelijke vrijwilligerskorpsen. Deze ondersteuning vertaalt zich naar het aanbieden van opleidingen voor vrijwilligers en het voorzien van een digitale crisistool voor rekrutering, verzekering, inzet en coördinatie van het gemeentelijk vrijwilligerskorps.
Raadslid N. Schoonbaert vervoegt de zitting.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40, §1.
Mededeling Vlaamse Regering 23 mei 2025 Conceptnota Vlaams burgerlijk weerbaarheidsprogramma ‘vrijwilligerskorpsen’.
Besluit Vlaamse Regering 18 juli 2025 tot toekenning van een projectsubsidie aan Rode Kruis-Vlaanderen voor de ondersteuning van de gemeentelijke vrijwilligerskorpsen.
De gemeenteraad erkent het belang van lokale betrokkenheid, solidariteit en burgerzin bij de uitbouw van een veerkrachtige gemeenschap. De oprichting van een gemeentelijk vrijwilligerskorps is een waardevol instrument om de gemeentelijke noodplanning te versterken. Het vrijwilligerskorps kan immers hulp en ondersteuning bieden in geval van lokale crisis- en noodsituaties. De samenwerking met Rode Kruis-Vlaanderen, beschreven in het vrijwilligerskorpsenmodel, garandeert zowel juridische bescherming voor vrijwilligers, alsook efficiëntie en coördinatie van het korps via de digitale crisistool van het Rode Kruis.
De gemeenteraad wil dus actief inzetten op de versterking van de lokale veerkracht bij lokale crisissituaties, het bevorderen van de solidariteit tussen inwoners en van de weerbaarheid van individuen. We willen vrijwilligerswerk ten dienste van de lokale gemeenschap faciliteren en we willen nieuwe vrijwilligers mobiliseren. Daarom wenst de gemeenteraad deel te nemen aan een georganiseerd kader voor vrijwilligers bij noodsituaties op basis van het vrijwilligerskorpsenmodel zoals uiteengezet in de conceptnota aan de Vlaamse Regering van 23 mei 2025 over het Vlaams burgerlijk weerbaarheidsprogramma ‘vrijwilligerskorpsen’.
De gemeenteraad neemt akte van de ondersteuning die door de Vlaamse Regering via Rode Kruis-Vlaanderen ter beschikking wordt gesteld van gemeentelijke vrijwilligerskorpsen. De Vlaamse financiering dekt de kosten voor de applicatie waarin vrijwilligers zich moeten registreren en noodvragen gesteld kunnen worden en voor de aangeduide coördinator van het Rode Kruis-Vlaanderen. Daarnaast dekt de Vlaamse financiering de kosten voor de EHBO-opleidingen en jaarlijkse bijscholingen en simulaties van/voor de vrijwilligers en dit t.e.m. de 80ste vrijwilliger. Vanaf de 81ste vrijwilliger worden deze kosten door het lokaal bestuur gedragen. Alle geregistreerde vrijwilligers zijn bij inzet tijdens noodsituaties via de applicatie gedekt door de verzekering van Rode Kruis- Vlaanderen, zowel de verzekering ‘lichamelijke ongevallen’ als de verzekering ‘burgerlijke aansprakelijkheid’.
Toelichting wordt gegeven door burgemeester F. Van Looveren.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 58.13 minuten tot en met 1.05.22 uur.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst tot het oprichten van een gemeentelijk vrijwilligerskorps tussen Rode Kruis-Vlaanderen en de gemeente Brecht goed.
Artikel 2
De gemeenteraad beslist tot aansluiting van het gemeentelijk vrijwilligerskorps bij het vrijwilligerskorpsmodel, zoals beschreven in de conceptnota aan de Vlaamse Regering van 23 mei 2025 Vlaams burgerlijk weerbaarheidsprogramma ‘vrijwilligerskorpsen’.
Binnen dit model krijgt het gemeentelijk vrijwilligerskorps ondersteuning van Rode Kruis-Vlaanderen inzake:
Artikel 3
Het vrijwilligerskorps zal minstens 10 leden en maximaal 80 leden omvatten.
Artikel 4
Het college van burgemeester en schepenen bepaalt wie de hulpvraag in de digitale crisistool kan lanceren.
Artikel 5
De gemeenteraad engageert zich om via de communicatiekanalen van de gemeente de werving van vrijwilligers te ondersteunen.
Beleidsdoelstelling: D000003 - We streven naar een welvarend en ondernemend Brecht met de basis in kwalitatief onderwijs.
Actieplan: AP000013 - Dagelijkse werking welvarend/ondernemend
Actie: A0000055 - Dagelijkse werking welvarend/ondernemend
Beleidsveld: BV 0020
ARK: 7340900
Omschrijving: Belasting op bar- en animeerpersoneel
Gemeenteraadsbeslissing van 12 december 2019 over het belastingreglement op bar- en animeerpersoneel.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 - artikel 41.
Decreet van 30 mei 2008 over de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012.
Omzendbrief KB/ABB 2019/2 over de gemeentefiscaliteit van 15 februari 2019.
De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen.
Toelichting wordt gegeven door burgemeester F. Van Looveren.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 1.05.23 uur tot en met 1.08.14 uur.
Artikel 1 - Belastbaar voorwerp of belastbaar feit
Vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een belasting geheven op bar- en animeerpersoneel.
Artikel 2 - Definitie
Worden beschouwd als bar- en animeerpersoneel, alle mannelijke of vrouwelijke personen die in een drankgelegenheid, met of zonder loon, tijdelijk of bestendig, klanten lokken of bedienen, zingen of dansen en de handel van de uitbater bevorderen, rechtstreeks of onrechtstreeks, door te verbruiken met de klanten, hetzij door tot verbruik aan te zetten door alle andere middelen dan de eenvoudige uitoefening van zang- en danskunst.
Artikel 3 - Belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de uitbater van de inrichting, waar de personen als bedoeld in artikel 2 tewerkgesteld worden.
Indien de uitbater bewijst dat de handel uitsluitend wordt gedreven voor rekening van een opdrachtgever, is deze laatste de belasting verschuldigd.
De uitbater dient echter hiervan het bewijs te leveren. Wanneer de drankgelegenheid gehouden wordt door een vrouw/man, al dan niet in opdracht van een derde, en indien deze één of meer personen als bedoeld in artikel 2 in dienst heeft, wordt de belasting zowel voor de uitba(ats)ter als voor elke persoon in dienst gevorderd, onder voorbehoud van eventuele toepassing van de vrijstelling vermeld in artikel 5.
De belasting is eveneens verschuldigd voor de uitba(ats)ter, indien zij de belastbare activiteiten omschreven in artikel 2 uitoefent zonder personeel te werk te stellen.
Wordt de drankgelegenheid uitgebaat door meer dan één vrouw/man in de bedoelde omstandigheden, worden zij allen aan de belastingen onderworpen en zijn zij hoofdelijk de aanslag verschuldigd.
Artikel 4 Tarief
De belasting wordt vastgesteld op 1.140 euro per persoon.
De tarieven worden jaarlijks op 1 januari aangepast volgens de schommelingen van de gezondheidsindex. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand september voorafgaand aan de indexeringsdatum van het betreffende jaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2025. Bij de indexering worden de tarieven afgerond tot op de dichtstbijzijnde 0,10 euro.
Artikel 5 - Vrijstellingen
De belasting is niet verschuldigd voor de echtgenote of echtgenoot, de kinderen en de schoonkinderen van de uitbater of de uitbaatster, in de inrichting werkzaam.
Artikel 6 - Wijze van inning
De belasting wordt ingevorderd via een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 7 - Aangifteplicht
Alle belastbare personen moeten door de belastingplichtige aangegeven worden in de loop van januari van het aanslagjaar en onmiddellijk na de indiensttreding bij iedere vermeerdering van hun aantal in de loop van het jaar. De belasting is ondeelbaar en voor het hele jaar verschuldigd welke ook de datum van indiensttreding is.
Artikel 8 - Procedure van ambtshalve vaststelling
Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 7 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd.
Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting en in geval van herhaling, binnen de 12 maanden met het dubbele ervan. Het bedrag van de verhoging wordt ingekohierd
Artikel 9 - Betaaltermijn
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 10 - Bezwaarprocedure
De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.
Artikel 12 - Opheffing vorig reglement
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen.
Artikel 13 - Toezicht
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.
Beleidsdoelstelling 2: Brecht engageert zich om de leefbaarheid van onze gemeente te verbeteren.
Actieplan 9: Dagelijkse werking leefbaar
Actie 47: Dagelijkse werking leefbaar
ARK: 7373000
BV: 0020
Omschrijving: Belasting op ontbreken van parkeerplaatsen
Gemeenteraadsbeslissing van 14 november 2019 betreffende het belastingreglement op het ontbreken van parkeerplaatsen en fietsenstallingen.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 - artikel 41.
Decreet van 30 mei 2008 over de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012.
Omzendbrief KB/ABB 2019/2 over de gemeentefiscaliteit van 15 februari 2019.
De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen.
De nodige parkeer- en/of fietsruimte dient voorzien te worden bij het voorzien van functies waarbij de bereikbaarheid ervan mede wordt bepaald door de wagen of de fiets. Het is essentieel dat deze ruimte wordt voorzien door of de aanvrager of door de overheid.
De aanvrager dient de nodige parkeer- en/of fietsruimte te voorzien. Hier kan slechts beperkt van afgeweken worden indien het niet mogelijk is om dit op eigen terrein te realiseren, mits goedkeuring door de gemeente.
De berekening van het aantal benodigde aantal parkeer- en/of fietsplaatsen gebeurt op basis van de gemeentelijke parkeerverordening bij de aanvraag van een omgevingsvergunning. Het opleggen van het aantal parkeerplaatsen en/of fietsstallingen is een onderdeel bij het afleveren van de omgevingsvergunning.
Toelichting wordt gegeven door schepen R. Ruelens.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 1.08.15 uur tot en met 1.10.56 uur.
Artikel 1 - Belastbaar voorwerp of belastbaar feit
Vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een belasting geheven op het ontbreken van parkeerplaatsen en fietsenstallingen.
Artikel 2 - Definitie
Onder het ontbreken van parkeerplaatsen en fietsenstallingen moet worden verstaan het ontbreken van minstens één parkeer- en/of fietsenstalling die werd opgelegd in de omgevingsvergunning.
Artikel 3 - Belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de houder van een omgevingsvergunning of zijn rechtsopvolger(s):
a. die, op grond van de omgevingsvergunning, ontheven wordt van de verplichting of in de onmogelijkheid verkeert één of meer van de in de omgevingsvergunning voorgeschreven parkeerplaatsen en/of fietsenstallingen aan te leggen
b. die één of meer van de in de omgevingsvergunning verplicht aan te leggen parkeerplaatsen en/of fietsenstallingen niet heeft aangelegd
c. die een andere bestemming geeft aan parkeerplaatsen en/of fietsenstallingen, welke voor een omgevingsvergunning in aanmerking kwamen, voor de berekening van het aantal nodige parkeerplaatsen en/of fietsenstallingen en in zoverre de inrichting blijft bestaan waaraan deze parkeerplaatsen en/of fietsenstallingen verbonden zijn
Artikel 4 - Tarief
De belasting bedraagt:
- 15.000 euro per ontbrekende parkeerplaats
- 2.500 euro per ontbrekende fietsstalling
De tarieven worden jaarlijks op 1 januari aangepast volgens de schommelingen van de gezondheidsindex. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand september voorafgaand aan de indexeringsdatum van het betreffende jaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2025. Bij de indexering worden de tarieven afgerond tot op de dichtstbijzijnde 10 cent.
Artikel 5 - Wijze van inning
De belasting wordt ingevorderd via een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 6 - Betaaltermijn
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 7 - Bezwaarprocedure
De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.
Artikel 8 - Opheffing vorig reglement
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen.
Artikel 9 - Toezicht
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.
Beleidsdoelstelling: D000003 - We streven naar een welvarend en ondernemend Brecht waarbij de basis wordt gelegd in kwalitatief onderwijs.
Actieplan: AP000013 - Dagelijkse werking welvarend/ondernemend.
Actie: A000055 - Dagelijkse werking welvarend/ondernemend.
Beleidsveld: BV 0020
ARK: 7360300
Omschrijving: Belasting inname privaat domein (handelsinrichtingen)
Gemeenteraadsbeslissing van 12 december 2019 over het belastingreglement op standplaatsen privaat domein.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 - artikel 41
Decreet van 30 mei 2008 over de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012
Omzendbrief KB/ABB 2019/2 over de gemeentefiscaliteit van 15 februari 2019
De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen.
Toelichting wordt gegeven door schepen I. Van Den Heuvel.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 1.10.57 uur tot en met 1.13.36 uur.
Artikel 1 - Belastbaar voorwerp of belastbaar feit
Vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een belasting geheven op standplaatsen op privaat domein.
Artikel 2 - Definitie
Onder standplaatsen privaat domein moet worden verstaan alle toevallige en vaste standplaatsen ingenomen door handels- en beroepsinrichtingen op privaat terrein langsheen de openbare weg.
Artikel 3 - Belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de uitbater van de inrichting.
Artikel 4 - Tarief
De belasting wordt vastgesteld op 0,20 euro per m² bezette oppervlakte per dag voor een oppervlakte van minder of gelijk aan 50 m².
Voor een oppervlakte die 50 m² overschrijdt, bedraagt de belasting vanaf die overschrijding 0,25 euro per m² met een maximum van 300 euro per jaar.
Artikel 5 - Vrijstelling
Standplaatsen ingenomen door kermiskramen/attracties op privaat terrein worden vrijgesteld.
Artikel 5 - Wijze van inning
De belasting wordt ingekohierd.
Artikel 6 - Bezwaarprocedure
De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.
Artikel 7 - Opheffing vorig reglement
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen.
Artikel 8 - Toezicht
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.
Doelstelling: D000002 - Brecht engageert zich om de leefbaarheid van onze gemeente te verbeteren.
Actieplan: AP000008 - Brecht zorgt voor een divers en betaalbaar woonaanbod dat aansluit bij de noden en waarbij plaats is voor nieuwe woonvormen.
Actie: A000046 - Dagelijkse werking wonen
Beleidsveld: BV0020
ARK: 7377000
Omschrijving: Belasting op tweede verblijven
Gemeenteraadsbeslissing van 8 juni 2023 betreffende de inventarisatie en belasting van tweede verblijven.
Artikel 170, § 4 van de Grondwet: uitdrukkelijke bevoegdheid van de gemeenteraad voor het invoeren van belastingen.
Artikel 40 § 3 van het Decreet over het lokaal bestuur: exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad om de gemeentelijke belastingen vast te stellen.
Begrotingsnoodwendigheden van de gemeente.
Decreet van 30 mei 2008 betreffende vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provinciale en gemeentelijke belastingen.
Het is budgettair noodzakelijk om een bijdrage te vragen in de financiering van de gemeentelijke uitgaven ten laste van de eigenaars van woon- en verblijfsgelegenheden die gebruikt worden zonder dat iemand daar zijn hoofdverblijfplaats heeft, dat wil zeggen waarvoor een inschrijving in het bevolkingsregister of vreemdelingenregister van de gemeente Brecht ontbreekt.
Een belasting op tweede verblijven kan gelden als stimulans om de woongelegenheden op het gemeentelijk grondgebied effectief als hoofdverblijfplaats aan te wenden en op die manier het residentieel wonen te beschermen en de sociale cohesie te versterken. Deze komen in het gedrang wanneer woongelegenheden alleen occasioneel of in bijkomende orde gebruikt worden.
Tweede verblijven zetten de gemeente aan tot extra aandacht en opvolging in onregelmatige seizoens- of vakantiegebonden periodes en tot extra administratieve inspanningen omdat er weinig zicht is op het aantal effectieve gebruikers en vaak niet bij naam en effectieve woonplaats gekend zijn en niet persoonlijk aangesproken kunnen worden.
Het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister brengt ook minderontvangsten mee voor de gemeente op het vlak van aanvullende personenbelasting.
Toelichting wordt gegeven door burgemeester F. Van Looveren.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 1.13.37 uur tot en met 1.17.02 uur.
Artikel 1 - Belastbaar feit
Er wordt voor de aanslagjaren 2026 – 2031 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de tweede verblijven.
Artikel 2 - Definities en begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van dit reglement wordt begrepen onder:
1. Beveiligde zending:
Één van de hiernavolgende betekeningswijzen:
2. Belastingplichtige:
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of rechtspersoon die op 1 januari van het aanslagjaar eigenaar of houder van het zakelijk recht is van het tweede verblijf.
Zijn belastingplicht geldt ook wanneer het tweede verblijf verhuurd wordt of door een derde feitelijk gebruikt wordt.
Zijn belastingplicht geldt ongeacht het feit of hij al dan niet is ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente Brecht.
In geval van vruchtgebruik, recht van opstal of recht van erfpacht is de belasting verschuldigd door de vruchtgebruiker, de opstalhouder of erfpachthouder.
Ingeval van mede-eigendom is iedere niet-vrijgestelde mede-eigenaar belastingplichtige in verhouding tot zijn aandeel in het tweede verblijf. Elke niet vrijgestelde mede-eigenaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belastingschuld.
De overdrager van het zakelijk recht moet via beveiligde zending de verkrijger ervan in kennis stellen dat het goed is opgenomen in het gemeentelijk register van tweede verblijven.
Tevens moet hij per beveiligd schrijven een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte.
Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens:
Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.
3. Als een woning wordt beschouwd:
Een onroerend goed of een gedeelte ervan dat hoofdzakelijk is bestemd voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande. (cfr. art. 1.3 §1, eerste lid, 66° van de Vlaamse Codex Wonen van 2021). Het gaat hier over elke woning; dus ook over:
Al dan niet ingeschreven in de kadastrale legger.
4. Als tweede verblijf wordt beschouwd:
Elke woning die wordt gebruikt in overeenstemming met de woon- of andere functie die effectief en niet occasioneel gebruik meebrengt, maar waar op 1 januari van het aanslagjaar niemand is ingeschreven in de bevolkingsregisters of vreemdelingenregister voor het hoofdverblijf en dus op elk ogenblik door de eigenaar, de huurder of de gebruiker voor bewoning of verblijfsgelegenheid kan worden gebruikt: aanwezigheid van noodzakelijke nutsaansluitingen, uitgeruste keuken en sanitaire voorzieningen.
Vallen niet onder deze reglementering:
5. Register voor tweede verblijven:
Het register vermeld in artikel 3 van dit reglement.
6. Renovatiedossier:
Een dossier dat ingediend kan worden voor het verkrijgen van een vrijstelling op de heffing als er grote verbouwingswerken aan de woning lopende/gepland zijn.
Er dient aan minstens 3 van de volgende voorwaarden voldaan te worden:
Artikel 3 - Het gemeentelijk register van tweede verblijven
De gemeente houdt een gemeentelijk register van tweede verblijven bij.
In dit register worden minimaal de volgende gegevens opgenomen:
Een woning die opgenomen is in het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen of woningen, kan niet worden opgenomen in het gemeentelijk register van tweede verblijven.
Een woning die opgenomen is in het gemeentelijk register van het tweede verblijven maar die niet als dusdanig gebruikt wordt, kan opgenomen worden in het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen of woningen.
Een woning die opgenomen is in het gemeentelijk register van het tweede verblijven, kan eveneens worden opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen.
Een woning die opgenomen is in het register tweede verblijven en waarvoor de minimale eisen ontbreken die op elk ogenblik door de eigenaar, de huurder of de gebruiker voor bewoning of verblijfsgelegenheid onmogelijk maken zoals vermeld in artikel 2 van dit reglement, kan op een later tijdstip worden opgenomen in de gewestelijke inventaris voor ongeschikte en/of onbewoonbare woningen en gebouwen.
Een woning die geïnventariseerd is als ongeschikt en/of onbewoonbaar, kan niet bijkomend worden opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister.
Artikel 4 - Berekeningsgrondslag
Er wordt voor de jaren 2026 tot en met 2031 een gemeentebelasting gevestigd ten laste van de houder(s) van het zakelijk recht die op grondgebied van de gemeente een tweede verblijf bezitten op 1 januari van het aanslagjaar.
De belasting is ineens en voor het hele jaar verschuldigd per tweede verblijf op 1 januari van het aanslagjaar zolang de woning niet is geschrapt uit het register tweede verblijven.
Artikel 5 - Vaststelling van het tweede verblijf en aangifteplicht
Aan de gekende belastingplichtigen wordt jaarlijks een aanslagbiljet verzonden, zolang het onroerend goed is opgenomen in het register van tweede verblijven. Voor hen geldt geen aangifteplicht.
Nieuwe belastingplichtigen hebben wel een aangifteplicht. De belastingplichtige maakt melding van zijn belastbare toestand voor 1 januari van het aanslagjaar. Aangiftes kunnen worden ingediend door het invullen van het hiervoor bedoelde webformulier dat te vinden is op de website van de gemeente Brecht of per mail aan gemeentebelastingen@brecht.be bezorgd worden of door een afgifte tegen ontvangstbewijs.
Aangiftes van een tweede verblijf kunnen geweigerd worden als er feiten of indicaties zijn die een effectief gebruik als tweede verblijf uitsluiten.
Bij gebrek aan een aangifte op de gestelde datum, of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd conform de procedure voorzien in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008.
In geval van ambtshalve aanslag wordt de belasting gevestigd op basis van gegevens waarover de belastingheffende overheid beschikt. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting. De belastingverhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.
Artikel 6 - Schrapping uit het register van tweede verblijven
Een woning kan uit het register van tweede verblijven worden geschrapt:
- Wanneer de houder(s) van het zakelijk recht bewijst dat er een inschrijving in de bevolkingsregisters of het vreemdelingenregister vast te stellen is of wanneer het tweede verblijf volledig gesloopt is. De datum van schrapping is de datum van inschrijving of de datum waarop kan worden vastgesteld dat het tweede verblijf volledig gesloopt werd.
- Wanneer de houder(s) van het zakelijk recht bewijst dat de constructie niet langer voldoet aan de definitie van een tweede verblijf conform artikel 2 van dit reglement. De datum van schrapping van het tweede verblijf uit het register is de datum van verzoek van de schrapping, zijnde de datum van de beveiligde zending.
De schrapping wordt in geen enkel geval automatisch door de administratie toegekend.
Voor de schrapping uit het register richt de houder van het zakelijk recht een schriftelijk verzoek aan de administratie. Op straffe van nietigheid moet dit verzoekschrift:
Artikel 7 - Tarief van de belasting
Het jaarlijks bedrag van de belasting is 775 euro per tweede verblijf. De tarieven worden jaarlijks op 1 januari aangepast volgens de schommelingen van de gezondheidsindex. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand september voorafgaand aan de indexeringsdatum van het betreffende jaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2025. Bij de indexering worden de tarieven afgerond tot op de dichtstbijzijnde 0,10 euro.
Artikel 8 - Vrijstellingen
In enkele gevallen kan de houder van een zakelijk recht vrijgesteld worden van betaling van de heffing.
Een vrijstelling van de heffing moet aangevraagd worden door middel van een aanvraagformulier. De heffing wordt in geen enkel geval automatisch toegekend door de registerbeheerder. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de registerbeheerder.
De aanvraag van een vrijstelling dient schriftelijk te gebeuren door middel van een beveiligde zending.
Een vrijstelling op de heffing kan bekomen worden bij goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen. Het college van burgemeester en schepen doet binnen de 60 dagen uitspraak over de aanvraag tot vrijstelling van de heffing, ingaande de dag na deze van betekening van deze aanvraag.
Tijdens de periode van vrijstelling blijft het tweede verblijf wel geregistreerd. Indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan, vervalt de vrijstelling en dient de heffing alsnog betaald te worden.
Van de heffing op tweede verblijven kunnen worden vrijgesteld:
- Woongelegenheden waarvan de notariële akte verleden werd vanaf 2 januari van het jaar, voorafgaand aan het aanslagjaar en waarvoor de houder van het zakelijk recht bewijst dat er een inschrijving in het bevolkings- of vreemdelingenregister genoteerd wordt uiterlijk 12 maanden na de datum van ondertekening van de notariële akte.
- Woongelegenheden die tijdens de periode van registratie als tweede verblijf verkocht werden en die gerenoveerd of gesloopt worden:
Artikel 9 - Wijze van inning
De belasting wordt ingevorderd via een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 10 - Betaaltermijn
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 11 - Bezwaar
De belastingplichtige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.
Artikel 12 - Opheffing vorig reglement
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen.
Artikel 13 - Toezicht
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.
Beleidsdoelstelling: D00002 - Brecht engageert zich om de leefbaarheid van onze gemeente te verbeteren.
Actieplan: AP000008 - Brecht zorgt voor een divers en betaalbaar woonaanbod dat aansluit bij de noden en waarbij plaats is voor nieuwe woonvormen.
Actie: A000046 - Dagelijkse werking wonen
Beleidsveld: BV0020
ARK: 7375000
Omschrijving: Belasting op verwaarloosde en ongeschikt en onbewoonbaar verklaarde woningen
Gemeenteraadsbeslissing van 8 juni 2023 betreffende de inventarisatie en belasting van verwaarloosde gebouwen, woningen en terreinen.
Artikel 170 §4, Grondwet: uitdrukkelijke bevoegdheid van de gemeenteraad voor het invoeren van belastingen.
De artikelen 40, §3 en 41, 14° van het Decreet lokaal bestuur: exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad om de gemeentelijke belastingen vast te stellen.
Decreet van 30 mei 2008 over de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Omzendbrief KB/ABB 2019/2 over de gemeentefiscaliteit van 15 februari 2019.
Het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996.
De Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Door een gemeentelijke inventarisatie en heffing voert de gemeente Brecht een actief woonbeleid: we willen verloedering van het straatbeeld, veroorzaakt door verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen voorkomen en bestrijden.
Bijkomend trachten we de verslechtering van de kwaliteit van woningen en/of gebouwen te voorkomen en te bestrijden.
Bovendien is het wenselijk dat het op het grondgebied beschikbare patrimonium voor wonen optimaal benut wordt, de gemeente Brecht wenst het aanbod van woningen en gebouwen te verhogen met het oog op de betaalbaarheid. De gemeente heeft dit dan ook als doelstelling binnen het woonbeleid vooropgesteld.
De strijd tegen verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen zal onder meer een effect hebben als de opname van dergelijke gebouwen, woningen en terreinen in een inventarislijst ook daadwerkelijk belast worden.
De vrijstellingen van registratie en/of belasting opgenomen in dit reglement, sluiten het best aan bij de noden en het beleid van de gemeente.
Bovendien is het nuttig om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van woningen en gebouwen.
Het technische verslag wordt bijgevoegd zoals voorzien in artikel 4 van dit besluit.
Toelichting wordt gegeven door burgemeester F. Van Looveren.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 1.17.03 uur tot en met 1.21.41 uur.
Artikel 1 - Definities en begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van dit reglement gelden de begripsomschrijvingen van de Vlaamse Codex Wonen 2021.
Voor de toepassing van dit reglement wordt begrepen onder:
Er dient aan minstens 3 van de volgende voorwaarden voldaan te worden:
De aanvraag dient per beveiligde zending bezorgd te worden aan de dienst wonen
en bevat de volgende zaken:
Het college van burgemeester en schepenen doet binnen de 60 dagen uitspraak over de aanvraag tot vrijstelling van de heffing, ingaande de dag na deze van betekening van deze aanvraag.
REGISTRATIE VAN VERWAARLOOSDE WONINGEN, GEBOUWEN EN TERREINEN
Artikel 2 - Het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen
De gemeente houdt een gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen bij.
Woningen of gebouwen kunnen voorkomen in verschillende registers en/of in de inventaris.
Een woning die of een gebouw dat opgenomen is in het gemeentelijk register van leegstaande gebouwen of woningen, kan eveneens worden opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen en vice versa.
Een woning die opgenomen is in de gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen, kan eveneens worden opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen en vice versa.
In dit register worden minimaal de volgende gegevens opgenomen:
Artikel 3 - Vaststelling en registratie van de verwaarlozing
De registerbeheerder stelt de verwaarlozing van een woning, gebouw of terrein vast in een genummerde administratieve akte, aan de hand van het model van technisch verslag dat als bijlage is toegevoegd aan dit reglement. Er worden één of meerdere foto’s toegevoegd die de verwaarlozing staven.
De uiterlijke gebreken worden, door middel van het technisch verslag, naar de ernst van het gebrek ingedeeld in drie categorieën:
Er is sprake van verwaarlozing als de indicaties in dit verslag een eindscore opleveren van minimaal negen punten.
De registerbeheerder neemt een woning of een gebouw of een terrein waarvan is vastgesteld dat het verwaarloosd is, op in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen, de vijfde werkdag na het verstrijken van de bezwaartermijn vermeld in artikel 6 of wanneer een ontvankelijk bezwaar is ingediend, de eerste werkdag die volgt op de beslissing waarbij geoordeeld wordt dat het bezwaar ongegrond is, met als opnamedatum de datum van de administratieve akte.
Artikel 4 - Kennisgeving van de vaststelling en de voorgenomen registratie
Alle zakelijk gerechtigden, zoals bekend bij de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen, worden met een beveiligde zending in kennis gesteld van de vaststellingen van verwaarlozing en het voornemen om de woning, gebouw of terrein op te nemen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen.
Deze kennisgeving bevat:
De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de zakelijk gerechtigde. Is een woonplaats van een zakelijk gerechtigde niet gekend, dan wordt de beveiligde zending gericht aan zijn verblijfplaats. Is de verblijfplaats van een zakelijk gerechtigde niet gekend, dan vindt de betekening plaats aan het adres van de woning of het gebouw waarop de administratieve akte betrekking heeft.
Artikel 5 - Bezwaar tegen de voorgenomen registratie
Tegen de vaststelling en het voornemen om een woning, gebouw of terrein op te nemen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen kan de zakelijk gerechtigde bezwaar aantekenen bij de bezwaarinstantie.
Op straffe van nietigheid moet dit bezwaar:
Als datum van het bezwaarschrift wordt de datum van de beveiligde zending gehanteerd.
Als het bezwaarschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat.
Zolang de indieningstermijn van dertig dagen niet verstreken is, kan een vervangend bezwaarschrift ingediend worden, waarbij het eerdere bezwaarschrift als ingetrokken wordt beschouwd.
Een laattijdig ingediend bezwaar tegen een voorgenomen registratie wordt behandeld als een verzoek tot schrapping als vermeld in artikel 7.
Het bezwaarschrift is onontvankelijk:
Als het bezwaarschrift onontvankelijk is, deelt de bezwaarinstantie dit onverwijld mee aan de indiener.
Het indienen van een aangepast of nieuw bezwaar is mogelijk zolang de bezwaartermijn van dertig dagen niet verstreken is.
De bezwaarinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke bezwaarschriften. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen belaste personeelsleden.
Aan de indiener van een bezwaar wordt een ontvangstbevestiging verstuurd.
Het bezwaar wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een gebouw, een woning of een terrein geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek.
De bezwaarinstantie doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de betekening van het bezwaarschrift.
Als de beslissing tot opname in het register niet tijdig betwist wordt, of het bezwaar van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, neemt de administratie het gebouw of de woning of het terrein in het register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen op vanaf de datum van de vaststelling van de verwaarlozing, zijnde de datum van de administratieve akte.
Wordt het bezwaar ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw of het terrein niet opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen.
Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen inzake het bezwaar tegen de voorgenomen registratie kan binnen een termijn van drie maanden na kennisgeving van die beslissing een hoger beroep worden ingediend bij de rechtbank van eerste aanleg.
De woningen, gebouwen en terreinen die in een eerder op grond van de Vlaamse Codex wonen opgemaakt register zijn opgenomen worden opgenomen in het register op grond van het huidige reglement en met behoud van de oorspronkelijke datum van opname.
Artikel 6 - Schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen
Een woning, een gebouw of een terrein wordt uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen geschrapt wanneer de zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning, het gebouw of het terrein geen indicaties van verwaarlozing meer vertoont die bij quotering in het model van technisch verslag, vermeld in artikel 4 , negen punten of meer zouden opleveren. De schrapping wordt in geen enkel geval automatisch toegekend door de administratie.
Voor de schrapping uit het register richt de zakelijk gerechtigde een schriftelijk verzoek aan de administratie. Op straffe van nietigheid moet dit verzoekschrift:
Als datum van het verzoek wordt de datum van de aangetekende verzending gehanteerd.
De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed, bijvoorbeeld foto’s.
Als het verzoek tot schrapping ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat.
De administratie stuurt aan de indiener van het verzoek tot schrapping een ontvangstbevestiging.
De administratie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke verzoeken tot schrapping. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.
Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het verzoek tot schrapping en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van 90 dagen die ingaat de dag na de betekening van verzoek. Als de kennisgeving niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het verzoek tot schrapping geacht te zijn ingewilligd.
Wordt het verzoek ingewilligd, dan wordt de woning, het gebouw of het terrein geschrapt uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen. De datum van betekening van het verzoek tot schrapping geldt als datum van schrapping uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen.
Artikel 7 - Bezwaar tegen weigering tot schrapping
Tegen de beslissing tot weigering van de schrapping van een woning, gebouw of terrein uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen kan de zakelijk gerechtigde bezwaar aantekenen bij de bezwaarinstantie.
Op straffe van nietigheid moet dit bezwaar:
De beëindiging van de staat van verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed, bijvoorbeeld foto’s.
Zolang de indieningstermijn van dertig dagen niet verstreken is, kan een vervangend bezwaarschrift ingediend worden, waarbij het eerdere bezwaarschrift als ingetrokken wordt beschouwd.
Als het bezwaarschrift ingediend wordt door een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, voegt hij bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat.
De bezwaarinstantie stuurt aan de indiener van het bezwaar een ontvangstbevestiging.
De bezwaarinstantie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke bezwaren. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor een directe, eenvoudige vaststelling. Als een onderzoek op stukken niet volstaat, wordt een feitenonderzoek uitgevoerd door de met opsporing van verwaarloosde woningen en gebouwen belaste personeelsleden.
De bezwaarinstantie doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van 90 dagen die ingaat de dag na de betekening van bezwaarschrift. Als de kennisgeving niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het bezwaar geacht te zijn ingewilligd.
Wordt het bezwaar ingewilligd, dan wordt de woning, het gebouw of het terrein geschrapt uit het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen.
Als de zakelijk gerechtigde meent dat de bezwaarbeslissing niet behoorlijk is genomen of onvoldoende is gemotiveerd, kan hij of zij klacht indienen bij de Rechtbank van Eerste Aanleg van Antwerpen.
BELASTING OP VERWAARLOOSDE WONINGEN, GEBOUWEN EN TERREINEN
Artikel 8 - Belastbaar feit
Er wordt vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen, gebouwen en terreinen die opgenomen zijn in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen.
De belasting is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning, het gebouw of het terrein gedurende zes opeenvolgende maanden opgenomen is in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen.
Zolang de woning, het gebouw of het terrein niet is geschrapt uit dit register blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt, zijnde op elke nieuwe verjaring van de eerste datum dat een belasting verschuldigd was. In concreto is een belasting dus verschuldigd op 6 maanden, 18 maanden, 30 maanden, … na opnamedatum in het register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen voor zover het belaste goed ononderbroken is opgenomen.
Artikel 9 - Belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht van het verwaarloosde gebouw, woning of terrein.
Ingeval er een recht van opstal, erfpacht, vruchtgebruik of gebruiksrecht bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht, van vruchtgebruik of gebruiksrecht op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt.
Ingeval van mede-eigendom is iedere niet-vrijgestelde mede-eigenaar belastingplichtige in verhouding tot zijn aandeel in de woning, het gebouw of terrein. Elke niet vrijgestelde mede-eigenaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belastingschuld.
Bij overdracht van een zakelijk recht op een verwaarloosde woning en/of gebouw en/of terrein geldt een meldingsplicht. De overdrager van het zakelijk recht bezorgt de gemeente binnen twee maanden na de overdracht een kopie van de notariële akte en de identiteitsgegevens van de nieuw zakelijk gerechtigde. Wanneer de overdrager de notaris hierom verzoekt, kan de instrumenterende notaris de gemeente op de hoogte stellen van de overdracht van het zakelijk recht. In voorkomend geval bezorgt de instrumenterende notaris de gemeente binnen twee maanden na de overdracht een kopie van de notariële akte en de identiteitsgegevens van de nieuw zakelijk gerechtigde. Bij overdracht van een zakelijk recht stelt de notaris de verkrijger(s) van het zakelijk recht voorafgaand aan de overdracht in kennis van de opname van het onroerend goed in het register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen.
Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd.
Artikel 10 - Tarief
De belasting bedraagt:
Deze basisbelasting is verschuldigd na de eerste 6 maanden registratie in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen, gebouwen en terreinen.
Indien de woning, het gebouw of het terrein 18 maanden in het register staat, bedraagt de belasting:
Indien de woning, het gebouw of het terrein 30 maanden in het register staat, bedraagt de belasting:
Indien de woning, het gebouw of het terrein een 42 maanden of een langere opeenvolgende termijn van twaalf maanden in het register staat, bedraagt de belasting:
De tarieven worden jaarlijks op 1 januari aangepast volgens de schommelingen van de gezondheidsindex.
Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand september voorafgaand aan de indexeringsdatum van het betreffende jaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2025.
Bij de indexering worden de tarieven afgerond tot op de dichtstbijzijnde 0,10 euro.
Artikel 11 - Vrijstellingen
In enkele gevallen kan de houder van een zakelijk recht van het gebouw, de woning of het terrein vrijgesteld worden van betaling van de heffing.
Een vrijstelling van de heffing moet aangevraagd worden door middel van een aanvraagformulier. De heffing wordt in geen enkel geval automatisch toegekend door de registerbeheerder. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de registerbeheerder.
De aanvraag van een vrijstelling dient schriftelijk te gebeuren via aangetekende zending of tegen ontvangstbewijs.
Tijdens de periode van vrijstelling blijft de woning, het gebouw of het terrein wel geregistreerd. Soms zijn vrijstellingen beperkt in de tijd, of worden ze voorwaardelijk toegekend. Indien niet aan de voorwaarden wordt voldaan, vervalt de vrijstelling en dient de heffing alsnog betaald te worden.
Van de heffing op verwaarlozing kunnen worden vrijgesteld (persoonsgebonden):
° de overdracht van een vennootschap die door de overdrager rechtstreeks of onrechtstreeks gecontroleerd wordt
° de overdracht die het gevolg is van een fusie, splitsing of andere overgang ten gemene titel
Een vrijstelling wordt verleend als het gebouw, de woning of het terrein (objectgebonden):
Indien een vrijstelling werd bekomen op basis van (renovatie)werken dient de belastingplichtige, wanneer deze een verlenging beoogt van deze vrijstelling, uiterlijk bij het verstrijken van één jaar vrijstelling de nodige bewijzen voor te leggen aan de registerbeheerder waaruit blijkt dat de gemelde werken werden aangevat of voltooid, of waaruit blijkt dat de werken nog niet konden worden aangevat of voltooid. Het college van burgemeester en schepenen beslist daarbij over de al dan niet verlenging van de vrijstellingsperiode, met dien verstande dat maximum na een vrijstellingsperiode van drie jaar de werken dienen te zijn voltooid.
Bij gebreke aan het voorleggen van deze bewijzen of wanneer uit de voorgelegde documenten blijkt dat de omgevingsvergunning als vervallen moet worden beschouwd, zal de belasting alsnog geïnd worden, rekening houdend met de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Artikel 12 - Wijze van inning
De belasting wordt ingevorderd via een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 13 - Betaaltermijn
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 14 - Bezwaar
De belastingschuldige kan bij het college van burgemeester en schepenen bezwaar indienen tegen deze belasting.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.
Artikel 15 - Overgangsmaatregelen
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen.
Het voorgaande reglement van 8 juni 2023 wordt opgeheven vanaf de inwerkingtreding van het nieuwe reglement.
De vrijstellingen die werden bekomen op basis van het vorig reglement van 8 juni 2023 of van het daarvoor geldende reglementen, worden in mindering gebracht van de periodes waarvoor krachtens onderhavig reglement op dezelfde gronden een gelijkaardige vrijstelling zou kunnen worden verkregen.
Artikel 16 - Toezicht
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.
Advies marktcommissie voor de wekelijkse markten:
- tarief per lopende meter i.p.v. m² voor zowel facturen als contante betalingen ter plaatse.
- meerderheid is niet voor verhoging van tarieven:
- er wordt al geïndexeerd: wordt in andere gemeenten niet gedaan.
- enkel verhogen als er ook fysiek zichtbare tegenprestaties tegenover staan zoals acties op de markt, reclame, langere aanwezigheid marktleiding op de markt, verbetering verkeersveiligheid op de markt, ...
- eerder voorstander voor een korting voor betaling op jaarbasis dan een verhoging van het tarief bij latere betaling (komt sympathieker over).
- prijsdifferentiatie voor markt Sint-Job tegenover markt Sint-Lenaarts, omdat Sint-Job veel kleiner is en minder druk.
- vrijstelling van standgeld voor Brechtse verenigingen, scholen, goede doelen die een occasionele standplaats innemen op de markt.
Advies kermisoverleg voor de kermissen:
- hoger tarief voor attracties boven 50m² is niet eerlijk. Zij hebben geen hogere omzet dan de kleinere kramen.
- tarief elektriciteit is marktconform
- voorstel om voor de kleinere kermissen zoals Overbroek en Biest vrijstelling van standgeld geven of kleine forfait.
- andere kermissen: tarief -50m² voor alle attracties toepassen met een minimum en maximum tarief.
Beerse rekent enkel 6 euro aan als een bijdrage voor het afval.
Hoogstraten rekende tot dit jaar een vast tarief per soort attractie: 50 euro voor kinderstiel, 100 euro voor grote stiel en 150 euro voor eetkraam. Hier waren discussies over attracties die tussen klein en groot zaten. Op dit moment is het standgeld volledig afgeschaft in Hoogstraten.
- voorstel om in het begin van het jaar 1 factuur te sturen voor alle kermissen samen wanneer de tarieven laag genoeg zijn (In de winter hebben foorkramers geen inkomsten van de kermissen).
Beleidsdoelstelling: D000003 - We streven naar een welvarend en ondernemend Brecht waarbij de basis wordt gelegd in kwalitatief onderwijs.
Actieplan: AP000013 - Dagelijkse werking welvarend/ondernemend.
Actie: A000055 - Dagelijkse werking welvarend/ondernemend.
Beleidsveld: BV 0500
ARK: 7031000 en 7032000
Omschrijving: retributies markten en ambulante handel en retributies kermissen en circussen
Gemeenteraadsbeslissing van 8 april 2021 over het belastingreglement op standplaatsen openbaar domein.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 - artikel 41.
Besluit van de Vlaams Regering van 20 april 2018 betreffende de bekendmaking en raadpleegbaarheid van besluiten en stukken van het lokaal bestuur, betreffende de wijze waarop de reglementen en verordeningen van het lokaal bestuur worden bijgehouden in het register en betreffende de raadpleegbaarheid van de besluiten van de politiezones en hulverleningszones.
Marktreglement goedgekeurd in gemeenteraad van 13 september 2012.
Kermisreglement goedgekeurd in gemeenteraad van 13 juni 2013.
Wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening en de organisatie van ambulante en kermisactiviteiten.
Wet van 4 juli 2005 tot wijziging van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten.
Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente wordt een retributie voorgesteld voor standplaatsen ambulante handel op wekelijkse openbare markten, op standplaatsen ambulante handel op het openbaar domein buiten de markten, op circussen en kermissen.
Aan de toekenning van standplaatsen op het openbaar domein zijn diensten verbonden die door de gemeente dienen geleverd te worden (waaronder maar niet limitatief: personeelskosten marktleiding/plaatsmeester, signalisatie, onderhoud openbaar domein, veiligheid, schoonmaak, levering elektriciteit) en het is redelijk hiervoor een vergoeding te vragen aan degene die gebruik maakt van deze diensten. Aangezien de kosten van deze diensten onderhevig zijn aan indexeringen, wordt ook de vergoeding jaarlijks geïndexeerd.
Een gedifferentieerd tarief is te verantwoorden naargelang de aard van de inname en de frequentie van de inname. Om die reden zijn er verschillende tarieven bepaald voor (sporadische) ambulante handel, wekelijkse markten, kermissen en circussen.
Afhankelijk van de mate van dienstverlening die nodig is voor de organisatie van de standplaatsen, wordt een verschillend tarief gehanteerd voor losse marktkamers en abonnementhouders op de openbare markten. Losse marktkramers dienen wekelijks een plaats toegewezen te krijgen en ter plaatse te betalen terwijl abonnementhouders een vaste plaats hebben en via factuur betalen. Dit rechtvaardigt de grotere bijdrage voor de losse marktkramers.
Voor kermissen en circussen wordt een lager tarief gehanteerd omwille van de omvang van de attracties en de lagere frequentie van aanwezigheid per jaar.
De standplaatsen op jaarmarkten, feestmarkten e.d. vallen niet onder dit retributiereglement. Deze worden vrijgesteld van retributie cfr. het marktreglement, omdat ze gezien worden als bevorderend voor het gemeenschapsleven. Om diezelfde reden worden occasionele innames door erkende Brechtse verenigingen, goede doelen (bv Rode Kruis), of Brechtse scholen vrijgesteld van retributie.
Toelichting wordt gegeven door schepen M. Crynen.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 1.21.42 uur tot en met 1.24.59 uur.
Artikel 1 - Termijn
Vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie geheven op standplaatsen voor ambulante handel op de wekelijkse openbare markten, op standplaatsen ambulante handel op het openbaar domein buiten de openbare markten, op standplaatsen ambulante handel op kermissen, op standplaatsen ambulante handel op circussen en op het gebruik van elektriciteit via gemeentelijke verdeelkasten tijdens de inname van deze standplaatsen.
Artikel 2 - Definitie
Onder ambulante handelaar wordt verstaan de handelaar die buiten de vestigingen vermeld in zijn inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen producten en diensten die op deze producten betrekking hebben, verkoopt, te koop aanbiedt of uitstalt met het oog te verkopen aan de consument. De ambulante handelaar dient eveneens te beschikken over de vermelding van de correcte Nacebel-code in zijn inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen.
Onder standplaatsen ambulante handel op de wekelijkse openbare markten moet worden verstaan alle occasionele en vaste standplaatsen die worden ingenomen door ambulante handelaars op een manifestatie ingericht door de gemeente, om op vastgestelde plaatsen en tijdstippen, personen samen te brengen die er producten en diensten verkopen, uitstallen met het oog op de verkoop of te koop aanbieden. De openbare markten worden vastgelegd in het gemeentelijk marktreglement.
Onder standplaatsen ambulante handel op het openbaar domein buiten de openbare markten wordt verstaan, alle standplaatsen buiten de openbare markten op het openbaar domein die worden ingenomen door ambulante handelaars, om op vooraf vastgestelde plaatsen en tijdstippen, producten en diensten te verkopen, uitstallen met het oog op de verkoop of het te koop aanbieden. Deze standplaatsen en tijdstippen worden vooraf bepaald door de gemeente.
Onder standplaats ambulante handel op de kermissen wordt verstaan alle occasionele en vaste standplaatsen die worden ingenomen door uitbaters van kermisattracties of van vestigingen van kermisgastronomie op de manifestaties ingericht door de gemeente op vastgestelde plaatsen en tijdstippen. De openbare kermissen worden vastgelegd in het gemeentelijk kermisreglement.
Onder standplaats ambulante handel voor circussen wordt verstaan de plaats die een tent van een rondtrekkend gezelschap inneemt om zijn kunsten en behendigheden te tonen aan publiek.
Artikel 3 - Toepassingsgebied
De retributie is verschuldigd door alle ambulante handelaren die een standplaats innemen:
- op de openbare markt
- op het openbaar domein buiten de openbare markten
- op de kermissen
- op de circussen
Artikel 4 - Tarief
Openbare markten en standplaatsen openbaar domein
De retributie voor standplaatsen ambulante handel op openbare markten en op het openbaar domein buiten de openbare markt bedraagt 1,28 euro per lopende meter per dag wanneer de retributie in eenmaal betaald wordt voor een heel jaar.
De retributie wordt verhoogd met 10% wanneer de retributie betaald wordt per kwartaal (1,40 euro per lopende meter/dag). De retributie wordt verhoogd met 20% wanneer de retributie wekelijks betaald wordt (1,54 euro per lopende meter per dag).
Voor de contante ontvangst van de wekelijkse retributie worden de tarieven afgerond naar 0,50 euro. Hierbij wordt enkel de gebruikte oppervlakte voor de verkoop in rekening genomen (dus enkel het kraam en niet de voertuigen).
Kermissen:
De retributie voor standplaatsen ambulante handel voor kermissen op het openbaar domein bedraagt 50 euro per attractie/kraam voor de gehele duur van de kermis.
Circussen:
De retributie voor circussen op het openbaar domein wordt vastgesteld op 350 euro per standplaats.
Elektriciteit:
De retributie voor het verbruik van elektriciteit via de gemeentelijke verdeelkasten op de openbare markten en standplaatsen ambulante handel buiten de openbare markten wordt bepaald op 3 euro per aansluiting per begonnen dag.
De retributie voor het verbruik van elektriciteit via de verdeelkasten door kermissen en circussen wordt als volgt vastgesteld:
Kleine blauwe stekker (16A 3polig 230V) : 7,50 euro/dag
Grote blauwe stekker (32A 3-polig 230V) : 11,50 euro/dag
Kleine rode stekker (16A 5-polig 400V) : 26,50 euro/dag
Tussenmaat rode stekker (32A 5-polig 400V) : 45 euro/dag
Grote rode stekker (63A 5-polig 400V) : 67,50 euro/dag
Alle tarieven worden jaarlijks op 1 januari aangepast volgens de schommelingen van de gezondheidsindex. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand september voorafgaand aan de indexeringsdatum van het betreffende jaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2025. Bij de indexering worden de tarieven afgerond tot op de dichtstbijzijnde 0,01 euro. Bij contante inning op de wekelijkse markten gebeurt de afronding van het totaalbedrag op 0,50 euro.
Artikel 5 - Vrijstellingen
Standplaatsen op verkoopsmanifestaties die worden georganiseerd onder verschillende benamingen zoals feestmarkten, jaarmarkten, beurzen, braderijen enz... worden beschouwd als manifestaties ter bevordering van de lokale handel en ter bevordering van het gemeenschapsleven in de gemeente. Zij worden in het marktreglement niet opgenomen onder openbare markten en zijn bijgevolg vrijgesteld van retributie.
Occasionele inname van standplaatsen door erkende Brechtse verenigingen, goede doelen of Brechtse scholen zijn eveneens vrijgesteld van retributie.
Afwezigheden geven geen recht op terugbetaling of kwijting van de retributie.
De verplichting tot betaling van de retributie wordt wel opgeschort ingeval van "opschorting abonnement" door de standhouder, zoals bepaald in het gemeentelijk marktreglement
De verplichting tot betaling van de retributie wordt opgeschort ingeval van "opschorting abonnement" door de standhouder, zoals bepaald in artikel 9 van het gemeentelijk kermisreglement.
(art 32 KB 24/09/2006 betreffende de uitoefening en organisatie van ambulante activiteiten)
Artikel 7 - Wijze van betaling
De retributie op losse standplaatsen ambulante handel op de wekelijkse openbare markten worden contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs.
Abonnementen op standplaatsen ambulante handel op wekelijkse markten, standplaatsen ambulante handel op het openbaar domein buiten de openbare markten en de retributie voor kermissen en circussen moeten betaald worden binnen de vervaldatum vermeld op de factuur. De retributie voor kermissen en circussen moet in elk geval betaald zijn voor aanvang van de betreffende kermis of circusvoorstelling.
De retributie voor elektriciteit op kermissen wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs.
Artikel 8 - Niet betaling
Bij niet betaling van de onbetwiste en opeisbare retributie wordt deze ingevorderd conform het reglement houdende een retributie voor kosten verbonden aan de inning en invordering van fiscale en niet fiscale vorderingen.
Artikel 9 - Opheffing voorgaand reglement
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen.
Artikel 10 - Toezicht
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.
Beleidsdoelstelling: D000003 - We streven naar een welvarend en ondernemend Brecht waarbij de basis wordt gelegd in kwalitatief onderwijs.
Actieplan: AP000013 - Dagelijkse werking welvarend/ondernemend
Actie: A000055 - Dagelijkse werking welvarend/ondernemend
Beleidsveld: BV 0500
ARK: 7029000
Omschrijving: Ontvangst nieuwe richtingsborden
Gemeenteraadsbeslissing 14 november 2019 betreffende het retributiereglement op de plaatsing van nieuwe richtingsborden.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 - artikel 41.
Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente wordt een retributie voorgesteld op de plaatsing van nieuwe richtingsborden.
Toelichting wordt gegeven door schepen I. Van Den Heuvel.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 1.25.00 uur tot en met 1.27.00 uur.
Artikel 1 - Termijn
Vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie geheven op de plaatsing van nieuwe richtingsborden.
Artikel 2 - Definitie
Onder de plaatsing van nieuwe richtingsborden moet worden verstaan het plaatsen van 1 bewegwijzeringsbord, waartoe 2 palen, 2 betonvoeten en 2 beugels geleverd worden. Bij beschadiging of verlies van de geleverde materialen zal de schade teruggevorderd worden van de schadeveroorzaker, of bij gebreke hieraan van de vergunningshouder. Het bewegwijzerbord dient aangekocht te worden door de aanvrager zelf.
Artikel 3 - Toepassingsgebied
De retributie is verschuldigd door de persoon, de vereniging of het bedrijf die een aanvraag tot het plaatsen van een bewegwijzeringsbord indienen.
Artikel 4 - Tarief
De retributie wordt vastgesteld op 95 euro per bewegwijzeringsbord, waartoe 2 palen, 2 betonvoeten en 2 beugels voorzien worden.
De tarieven worden jaarlijks op 1 januari aangepast volgens de schommelingen van de gezondheidsindex. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand september voorafgaand aan de indexeringsdatum van het betreffende jaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2025. Bij de indexering worden de tarieven afgerond tot op de dichtstbijzijnde 0,10 euro.
Artikel 5 - Annuleringsvoorwaarden
lndien de aanvrager geen gebruik maakt van de ter beschikking gestelde accommodatie wordt een retributie toegepast afhankelijk van het moment waarop de annulering via e-mail kenbaar werd gemaakt. De annulering moet steeds gebeuren via wegendienst@brecht.be.
Gebruikers kunnen kosteloos annuleren tot 3 dagen voor datum van gebruik. Annuleringen na dit tijdstip geven aanleiding tot het betalen van de retributie.
Artikel 6 - Wijze van betaling
De gebruikers betalen voorafgaand aan het gebruik de vastgestelde retributie via factuur.
Bij niet betaling wordt er geen richtingsbord geleverd.
Artikel 7 - Opheffing vorig reglement
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen.
Artikel 8 - Toezicht
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.
Beleidsdoelstelling: D000006 - Elke burger is een VIP en wordt zo behandeld en verder geholpen.
Actieplan: AP000020 - Dagelijkse werking dienstverlening.
Actie: A000078 - Dagelijkse werking dienstverlening.
Beleidsveld: BV 0130
ARK: 7054000
Omschrijving: Afgifte administratieve documenten (ook conformiteitsattesten, bestuurderspassen,...)
Sinds oktober 2022 is het Vastgoedinformatieplatform van start gegaan voor notarissen en vastgoedmakelaars en behandelen steeds meer steden en gemeenten aanvragen via het nieuwe systeem.
Op 1 januari 2024 trad ook het Vastgoedinformatieplatform-decreet in werking. Vanaf dan verlopen alle aanvragen voor elk perceel in Vlaanderen via het platform. Ook burgers en andere aanvragers kunnen nu terecht op het Vastgoedinformatieplatform.
Gemeenteraadsbeslissing van 8 februari 2024 betreffende het retributiereglement vastgoedinformatieplatform (VIP).
Gelet artikel 173, van de Grondwet.
Gelet op artikel 40, §3, van het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen.
Gelet op artikel 21, eerste lid, van het Decreet van 22 december 2023 over het Vastgoedinformatieplatform.
Gelet op de artikelen 5.2.1, 5.2.5, 5.2.6 en 5.2.7 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009.
Gelet op de financiële toestand van de gemeente en de noodzaak om het budget in evenwicht te houden.
Overwegende dat aanvragers informatie over onroerende goederen van verschillende overheidsinstanties, waaronder gemeenten, centraal en gebundeld wensen te ontvangen.
Overwegende dat de gemeente het belangrijk vindt dat potentiële kopers met kennis van zaken een beslissing kunnen nemen over een onroerend goed.
Overwegende dat gemeenten op zoek zijn naar mogelijkheden om informatie over onroerende goederen efficiënter en veiliger te delen.
Overwegende dat het Vastgoedinformatieplatform een elektronisch informatiesysteem is om vastgoedinformatie te ontsluiten, samen te voegen en ter beschikking te stellen, en uit te wisselen tussen aanleverende entiteiten en aanvragers.
Overwegende dat het Vastgoedinformatieplatform beheerd wordt door het Vlaams Datanutsbedrijf (ook “Athumi” genoemd) zoals geregeld in het Decreet van 22 december 2023 over het Vastgoedinformatieplatform.
Overwegende dat de gemeente via het Vastgoedinformatieplatform de door aanvragers aangevraagde vastgoedinformatie kan verzamelen in een product en dit product met vastgoedinformatie kan ontsluiten.
Overwegende dat het verzamelen en ontsluiten, via het Vastgoedinformatieplatform, van vastgoedinformatie en het samenvoegen van deze vastgoedinformatie in een product, op verzoek van aanvragers voor de gemeente een administratieve last en bijhorende kost met zich meebrengt.
Overwegende dat de gemeente Brecht de kost voor het ontsluiten, samenvoegen en ter beschikking stellen van vastgoedinformatie via producten op de aanvrager ervan wenst te verhalen.
Toelichting wordt gegeven door schepen R. Ruelens.
Met de goedkeuring van de raadsleden wordt artikel 10 nog aangepast.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 1.27.01 uur tot en met 1.28.23 uur.
Artikel 1 - Definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
1° vastgoedinformatie: gebouw-, grond- of omgevingsgebonden gegevens inzake een onroerend goed, inclusief informatie met betrekking tot het juridische, administratieve of fysieke statuut van dit onroerend goed.
2° lokale gegevensbron: vastgoedinformatie die een gemeente of de rechtspersonen die ervan afhangen, beheert.
3° centrale gegevensbron: vastgoedinformatie die een Vlaamse instantie of een externe overheid beheert.
4° Vastgoedinformatieplatform of VIP: elektronisch informatiesysteem om vastgoedinformatie te ontsluiten, samen te voegen en ter beschikking te stellen.
5° product: een welbepaalde combinatie van vastgoedinformatie over één perceel, of een onderdeel ervan, die vooraf door het Vlaams Datanutsbedrijf is vastgelegd, die op aanvraag wordt ontsloten door de aanleverende entiteiten, vermeld in het VIP-decreet in artikel 10, eerste tot en met derde lid, die wordt samengevoegd via het VIP, en die ter beschikking wordt gesteld aan de aanvrager via het VIP.
6° externe overheid: overheidsinstanties, vermeld in artikel I.3, 8° van het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
7° Vlaamse instantie: een Vlaamse instantie als vermeld in artikel 2, 14°, van het decreet van 2 december 2022 houdende machtiging tot oprichting van het privaatrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaams Datanutsbedrijf in de vorm van een naamloze vennootschap.
8° aanvrager: een professionele aanvrager (zoals vermeld in artikel 2, 18° van het VIP-decreet) of een burger (zoals vermeld in artikel 2, 7° van het VIP-decreet) of zijn vertegenwoordiger die een aanvraag indient via het VIP.
9° algemene verordening gegevensbescherming: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG.
10° persoonsgegevens: de gegevens, vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming.
11° verwerking: een verwerking als vermeld in artikel 4, 2), van de algemene verordening gegevensbescherming.
12° verwerkingsverantwoordelijke: een verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van de algemene verordening gegevensbescherming.
13° betrokkene: een betrokkene als vermeld in artikel 4, 1), van de algemene verordening gegevensbescherming.
14° VIP-decreet: decreet van 22 december 2023 over het Vastgoedinformatieplatform.
15° gemeentelijke bronretributie: de retributie die de aanvrager verschuldigd is aan een lokaal bestuur voor het ontsluiten, samenvoegen en ter beschikking stellen van vastgoedinformatie in een product.
Artikel 2 - Algemeen
De aanvrager dient elektronisch een aanvraag in bij Athumi om een product via het Vastgoedinformatieplatform te ontvangen.
Athumi ontvangt op elektronische wijze de vastgoedinformatie van de aanleverende entiteiten (de lokale gegevensbronnen en de centrale gegevensbronnen).
De relevante vastgoedinformatie per perceel, of een onderdeel daarvan, wordt automatisch opgeladen in een product in het VIP of wordt door de aanleverende entiteiten aan het VIP bezorgd.
Athumi en de gemeente stellen het product via het VIP ter beschikking aan de aanvrager.
In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van een product, verwerkt de gemeente die persoonsgegevens met als doeleinde om het product ter beschikking te kunnen stellen aan de aanvragers in het kader van hun beroepsactiviteiten of in het kader van één van de doelstellingen opgesomd in artikel 6 van het VIP-decreet.
Voor alle aanvragen die via het VIP verlopen, wordt ten voordele van gemeente Brecht een gemeentelijke bronretributie geheven op aanvragen tot het verkrijgen van een product met vastgoedinformatie uit een lokale gegevensbron.
Artikel 3 – Aanvrager van vastgoedinformatie
Alle aanvragen van producten, zoals vermeld in artikel 7 van het VIP-decreet, worden geacht via het VIP te verlopen.
Het verplicht gebruik van het Vastgoedinformatieplatform wordt voor producten met vastgoedinformatie uit een lokale gegevensbron geregeld in het VIP-decreet.
Een oplijsting van alle organisaties die als aanvrager toegang krijgen tot het Vastgoedinformatieplatform voor aanvragen van producten wordt door Athumi ter beschikking gesteld op de website van Athumi (https://www.vlaanderen.be/digitaal-vlaanderen/athumi-het-vlaams-datanutsbedrijf/vastgoedinformatieplatform/gebruikersomgeving-vastgoedinformatieplatform).
Artikel 4 - Verschuldigde
De gemeentelijke bronretributie is, overeenkomstig artikel 21 van het VIP-decreet, verschuldigd door de aanvrager.
Van zodra het VIP-decreet in werking treedt is eveneens de platformretributie in de zin van artikel 2, 15°, en 19, eerste lid, 1°, van het VIP-decreet verschuldigd door de aanvrager.
Artikel 5 - Vrijstellingen
Dezelfde instanties die overeenkomstig artikel 23, §3, van het VIP-decreet zijn vrijgesteld van de platformretributie in de zin van artikel 2, 15°, en 19, eerste lid, 1°, van het VIP-decreet worden vrijgesteld van de betaling van gemeentelijke bronretributie.
Het gaat in concreto over deze organisaties:
Artikel 6 - Bedrag
Het bedrag van de gemeentelijke bronretributie wordt vastgelegd als volgt:
| Voorwerp aanvraag |
Retributiebedrag per kadastraal perceel |
| Product Vastgoedinlichtingen, zoals vermeld in hoofdstuk 8 van het VIP-decreet |
93 euro |
Daarbovenop komt het bedrag van de platformretributie of platformvergoeding zoals vastgelegd in het VIP-decreet.
De tarieven worden jaarlijks op 1 januari aangepast volgens de schommelingen van de gezondheidsindex. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand september voorafgaand aan de indexeringsdatum van het betreffende jaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2025. Bij de indexering worden de tarieven afgerond tot op de dichtstbijzijnde 0,01 euro.
Artikel 7 - Inning
Athumi int de gemeentelijke bronretributie conform artikel 21 van het VIP-decreet via het VIP in naam en voor rekening van de lokale overheden.
De bronretributie wordt periodiek (maandelijks) integraal doorgestort aan de gemeente voor alle aangevraagde producten.
Artikel 8 - Verwerking van persoonsgegevens
§1. In de mate dat persoonsgegevens zouden worden verwerkt in het kader van de ontsluiting, samenvoeging en ter beschikkingstelling van vastgoedinformatie in een product, treden de gemeente Brecht en Athumi voor de doeleinden omschreven in artikel 2 op als gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken.
Athumi treedt op als verwerker voor de gemeente Brecht wat betreft de verwerkingsactiviteiten die plaatsvinden in het kader van de heffing en de inning van de gemeentelijke bronretributie via het Vastgoedinformatieplatform.
De afspraken rond en de modaliteiten van de verwerkingen die de gemeente Brecht en Athumi uitvoeren als gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken - respectievelijk als verwerkingsverantwoordelijke en verwerker - zijn geregeld in de Toetredingsovereenkomst.
Artikel 9 – Ondertekening
De vastgoedinformatie in het product die de gemeente Brecht via het Vastgoedinformatieplatform ter beschikking stelt, wordt niet ondertekend aangezien het product een louter informatief document betreft dat geen beleidsmatige stellingname inhoudt en niet kwalificeert als stuk of briefwisseling in de zin van artikel 279 van het Decreet lokaal bestuur.
Artikel 10 - Opheffing vorig reglement
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen vanaf 1 januari 2026.
Artikel 12 - Toezicht
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.
Beleidsdoelstelling: D000002 Brecht engageert zich om de leefbaarheid van onze gemeente te verbeteren
Actieplan: AP000009 Dagelijkse werking leefbaar
Actie: A000047 Dagelijkse werking leefbaar
Beleidsveld: BV 0300
ARK: 7061000
Omschrijving: Ontvangst PMD-zakken
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.
De algemene bestuurlijke politieverordening, meer bepaald de artikelen betreffende het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.
Het Lokaal Materialenplan 2023 - 2030 stelt het beleid in Vlaanderen vast rond de selectieve inzameling en verwerking van huishoudelijk afval en gelijkaardig bedrijfsafval. Dit Materialenplan vormt het algemeen kader voor de selectieve inzameling van diverse fracties. Tegen 2030 wil Vlaanderen de totale hoeveelheid restafval sterk verminderen.
Via het Materialenplan worden restafvaldoelstellingen voor elke gemeente vastgelegd. Het Materialendecreet van 23 december 2011 implementeert de Europese kaderrichtlijn (EG) 2008/98 voor het beheer van afvalstoffen in Vlaanderen.
Artikel 26 van het Materialendecreet geeft aan de gemeenten de opdracht om huishoudelijke afvalstoffen zo veel mogelijk te voorkomen of te hergebruiken, op regelmatige tijdstippen op te halen of op een andere wijze in te zamelen.
De gemeente Brecht is lid van IGEAN milieu & veiligheid en heeft beheersoverdracht aan IGEAN milieu & veiligheid gedaan voor de inzameling en verwerking van het gft.
Relevante voorgeschiedenis, feiten en context
Om de scheiding aan de bron aan te moedigen, is het aangewezen om de gezinnen te sensibiliseren en hulpmiddelen aan te reiken om de afvalsortering zo eenvoudig mogelijk te maken.
Het is belangrijk om het gebruik van de gft-containers te stimuleren en inwoners aan te sporen om het keukenafval niet bij het huisvuil te deponeren vermits deze zware organische fractie vaak nog een aanzienlijk gewicht vertegenwoordigt.
Correct gesorteerd afval zorgt ervoor dat dit op de meest efficiënte manier verwerkt kan worden zodat de materialenkringloop zoveel mogelijk gesloten wordt.
IGEAN stelt regelmatig vast dat er fout gesorteerd afval bij het gft wordt aangeboden zoals ‘composteerbare zakjes’. Deze zakjes kunnen niet verwerkt worden in de vergistingsinstallatie van IGEAN in Brecht. Ze verhogen het aandeel ‘residu’ dat moet afgevoerd worden voor verbranding en hebben een negatieve invloed, zowel op de verwerking als de kostprijs voor de gemeenten.
De papieren keukenafvalzakjes van 8 liter zijn bedoeld als vervanging van de composteerbare zakjes en liners en zijn goed vergistbaar in de vergistingsinstallatie.
De papieren keukenafvalzakjes zijn niet verplicht maar komen tegemoet aan de vraag van inwoners naar een oplossing om het keukenafval handig te bewaren en de gft-container netjes te houden.
De raad van bestuur heeft in zitting van 25 juni 2025 beslist om papieren keukenafvalzakjes te verdelen die de gemeenten kunnen verkopen aan de inwoners aan 6 euro per bundel van 80 stuks. Er worden geen keukenafvalzakjes per stuk verkocht.
De gemeente koopt de keukenafvalzakjes aan per pallet van 240 bundels van 80 stuks. De kostprijs per bundel bedraagt 6,40 euro en zal via de eindafrekening aangerekend worden.
Gelet op de kostprijs voor de gemeente, is het gerechtvaardigd een billijke financiële tussenkomst te vragen van alle belanghebbenden op het grondgebied van de gemeente omwille van de financiële toestand van de gemeente en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven.
Het is belangrijk om een uniforme retributie toe te passen in de hele IGEAN-regio voor de verkoop van de keukenafvalzakjes.
De bekendmaking en verkoop van de keukenafvalzakjes start in november 2025.
Dit voorstel werd toegelicht en besproken op het adviescomité milieu op 16 juni 2025 en goedgekeurd door de raad van bestuur van IGEAN op 25 juni 2025.
Toelichting wordt gegeven door schepen M. Crynen.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 1.28.24 uur tot en met 1.30.26 uur.
Artikel 1
Met ingang van 1 november 2025 tot en met 31 december 2025 wordt een retributie gevestigd op de verkoop van keukenafvalzakjes.
Artikel 2
§1. Het bedrag van de retributie is verschuldigd door eenieder die gebruik wenst te maken van de keukenafvalzakjes.
§2. Bedrijven en zelfstandigen betalen dezelfde retributie.
Artikel 3
De retributie bedraagt 6 euro per bundel van 80 keukenafvalzakjes van 8 liter.
Artikel 4
De betaling gebeurt ter plaatse bij afhaling.
Artikel 5
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen.
Artikel 6
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.
Het Agentschap Binnenlands Bestuur ontving een anonieme klacht "Organisatie jeugddienst Brecht en het organiseren van speelpleinen door een externe partner".
Op 8 juli 2025 werd deze klacht via het digitaal loket bezorgd aan gemeente Brecht.
Op 29 juli 2025 werd deze klacht ter aktename voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen.
Op het college van burgemeester en schepenen van 5 augustus 2025 werd het gemotiveerd antwoord aan het Agentschap Binnenlands Bestuur geagendeerd.
Op 4 september 2025 werd deze klacht afgerond door het Agentschap Binnenlands Bestuur en verzonden zij de antwoorden in bijlage aan de klager en het college van burgemeester en schepenen.
Toelichting wordt gegeven door burgemeester F. Van Looveren.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 1.30.27 uur tot en met 1.56.33 uur.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Artikel 1
De gemeenteraad neemt akte van het antwoord van het Agentschap Binnenlands Bestuur van 4 september 2025 op de klacht "Organisatie jeugddienst Brecht en het organiseren van speelpleinen door een externe partner".
Beleidsdoelstelling: D000005 - Brecht zet in op een bruisende en actieve gemeente door het nastreven van een geïntegreerd vrijetijdsbeleid.
Actieplan: AP000018 - Dagelijkse werking bruisend/actief
Actie: A000074 - Dagelijkse werking bruisend en actief
Gemeenteraadsbeslissingen van 14 oktober 2021 betreffende de wijzigingen van de statuten van verschillende adviesraden.
Gemeenteraadsbeslissingen van 14 oktober 2021 betreffende de goedkeuring visienota participatie.
Gemeenteraadsbeslissing van 12 juni 2025 betreffende GECORO (wijziging samenstelling).
Overkoepelend kader:
Decretale sectorale verplichtingen voor oprichting adviesraden:
Decretale sectorale verplichtingen of aanbevelingen omtrent participatie:
De gemeente Brecht kent een lange traditie van samenwerking met adviesraden.
In 2021 werd een vernieuwde visie op participatie uitgewerkt, waarbij uniforme werkingsprincipes en statuten werden opgesteld.
Deze principes werden in 2021 goedgekeurd door de gemeenteraad en vormen sindsdien de leidraad voor de werking van de adviesraden.
Conform artikel 304 van het Decreet Lokaal Bestuur is het de gemeenteraad die bevoegd is om raden te organiseren die het bestuur op regelmatige en systematische wijze adviseren.
De formele erkenning van deze adviesraden door de gemeenteraad is dan ook essentieel om hun legitimiteit en werking te waarborgen.
Voor de werking van de adviesraden zal verder gewerkt worden met de algemene werkingsprincipes en uniforme statuten die tijdens de vorige legislatuur werden uitgerold.
De taak van de adviesraden kan nog steeds als volgt omschreven worden:
Enkele aanpassingen aan de algemene werkingsprincipes en uniforme statuten werden doorgevoerd om de werking nog verder te optimaliseren alsook met het oogpunt om de algemene administratie te vereenvoudigen:
Toelichting wordt gegeven door schepen D. De Veuster.
Met de goedkeuring van de raadsleden wordt GECORO uit de lijst gehaald.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 1.56.34 uur tot en met 2.06.59 uur.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het sjabloondocument voor de uniforme statuten voor de Brechtse gemeentelijke adviesraden goed.
Artikel 2
De gemeenteraad keurt onderstaande lijst van te erkennen Brechtse gemeentelijke adviesraden en permanente werkgroepen goed.
Artikel 3
De gemeenteraad keurt de ‘algemene principes erkende Brechtse adviesraden, werkgroepen en comités’ goed.
Beleidsdoelstelling: D00005 - Brecht zet in op een bruisende en actieve gemeente door het nastreven van een geïntegreerd vrijetijdsbeleid.
Actieplan: AP000018 - Dagelijkse werking bruisend/actief
Actie: A000074 - Dagelijkse werking bruisend en actief
Beleidsveld: BV 0740
ARK: 7025400
Omschrijving: Ontvangsten visvergunningen De Leeuwerk
Gemeenteraadsbeslissing van 9 maart 2017 betreffende het gemeentelijk visreglement op het viswater van het gemeentelijk recreatiedomein De Leeuwerk.
Gemeenteraadsbeslissing van 14 november 2019 betreffende het retributiereglement op het vissen in het gemeentelijk recreatiedomein De Leeuwerk.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 - artikel 41.
Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente wordt een retributie voorgesteld op het vissen in het gemeentelijk recreatiedomein De Leeuwerk.
Toelichting wordt gegeven door burgemeester F. Van Looveren.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 2.07.00 uur tot en met 2.09.42 uur.
Artikel 1 - Termijn
Vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie geheven op het vissen in het gemeentelijk recreatiedomein De Leeuwerk.
Artikel 2 - Definitie
Onder vissen in het gemeentelijk recreatiedomein De Leeuwerk moet worden verstaan het vissen in het gemeentelijk recreatiedomein De Leeuwerk conform het 'visreglement viswater van het gemeentelijk recreatiedomein De Leeuwerk'.
Artikel 3 - Toepassingsgebied
De retributie is verschuldigd door de inwoner van Brecht die de vergunning aanvraagt.
Artikel 4 - Tarief
De retributie wordt vastgesteld op:
- 10 euro/jaar
Artikel 5 - Wijze van betaling
De in artikel 4 voorziene retributie moet door de aanvragers van een visvergunning betaald worden bij de gemeente voorafgaand aan de aflevering van de visvergunning.
Artikel 6 - Opheffing vorig reglement
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen.
Artikel 7 - Toezicht
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.
Beleidsdoelstelling: D00001 - De Brechtenaar is partner van de gemeente in het beleid en in de gemeenschap
Actieplan: AP000002 - Dagelijkse werking participatie en communicatie
Actie: A000002 - Dagelijkse werking participatie en communicatie
Beleidsveld: BV 011901
ARK: 7029000
Omschrijving: Opbrengst lichtkranten
Gemeente Brecht heeft een concessie voor drie grote digitale schermen, één in elke deelgemeente.
Gemeenteraadsbeslissing van 11 januari 2024 betreffende het retributiereglement gebruik digitale schermen.
Artikel 56 decreet lokaal bestuur.
De gemeente investeert in digitale schermen om haar gemeentelijke communicatie vorm te geven.
De gemeente wenst de schermen ook in te zetten om een aantal andere, welomschreven, gebruikers de mogelijkheid te geven om ook via dit kanaal te communiceren.
Omwille van het feit dat de gemeente kosten maakt om deze dienstverlening mogelijk te maken, wordt een retributie geheven.
Toelichting wordt gegeven door schepen I. Van Den Heuvel.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 2.09.43 uur tot en met 2.11.08 uur.
Artikel 1 - Termijn
Vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie geheven voor het gebruik van de digitale schermen.
Artikel 2 - Definities
In het kader van dit retributiereglement worden de volgende begrippen gebruikt:
Digitale schermen: Dit zijn schermen die geplaatst zijn door de gemeente Brecht. Er zijn indoor schermen die geplaatst zijn in gemeentelijke gebouwen en er zijn outdoor schermen die geplaatst zijn op toegankelijke zichtbare plaatsen in de openbare ruimte binnen de gemeente Brecht.
De locaties van deze schermen zijn opgenomen in het gebruiksreglement digitale schermen.
Erkende Brechtse vereniging: Een vereniging die in het bezit is van een geldige erkenning als Brechtse vereniging, uitgereikt door het college van burgemeester en schepenen.
Erkende Brechtse welzijnsorganisatie: Een vereniging die in het bezit is van een geldige erkenning als Brechtse vereniging, uitgereikt door het college van burgemeester en schepenen en die in het bijzonder werkt voor en met mensen in armoede in de gemeente Brecht.
Uitzonderlijke gebeurtenis: Een activiteit die georganiseerd wordt door een vereniging (= een groepering van mensen die zich structureel en duurzaam heeft georganiseerd, feitelijk of in de vorm van een privaatrechtelijke rechtspersoon, zonder beroeps-, winst-of handelsoogmerk) waarbij een degelijk relevant maatschappelijk belang voor de Brechtse bevolking kan aangetoond worden.
Publicatie: Een publicatie is een bericht dat volgens een bepaald patroon en tijdspanne wordt uitgezonden via de beschikbare digitale schermen. In het gebruiksreglement digitale schermen staat omschreven wat een publicatie inhoudt.
Artikel 3 - Toepassingsgebied
De retributie is verschuldigd door de gebruikers van de digitale schermen. De gebruikers worden opgedeeld in volgende categorieën:
- Categorie 0: Gemeentelijke diensten, erkende Brechtse adviesraden, Brechtse scholen, erkende Brechtse welzijnsorganisaties en intergemeentelijke samenwerkingsverbanden
- Categorie 1: Erkende Brechtse verenigingen
- Categorie 2: Uitzonderlijke gebeurtenissen
Volgende gebruikers vallen niet onder het toepassingsgebied van dit retributiereglement: particulieren, vennootschappen, niet-erkende Brechtse verenigingen. Deze gebruikers dienen via de concessionaris een aanvraag te doen voor het gebruik van de digitale schermen.
Artikel 4 - Tarief
De retributie wordt aangerekend per publicatie en wordt vastgesteld op:
| Gebruik digitale schermen |
|||
|
|
Categorie 0 |
Categorie 1 |
Categorie 2 |
| 1e publicatie van het kalenderjaar |
Gratis |
Gratis |
50 euro |
| 2e publicatie in hetzelfde kalenderjaar |
Gratis |
Gratis |
50 euro |
| Vanaf de 3e publicatie in hetzelfde kalenderjaar |
Gratis |
50 euro |
50 euro |
Deze tarieven worden jaarlijks op 1 september aangepast volgens de schommelingen van de gezondheidsindex. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand maart voorafgaand aan de indexeringsdatum van het betreffende jaar te delen door het indexcijfer van de maand september 2025. Bij de indexering worden de tarieven afgerond tot op de dichtstbijzijnde 0,10 euro.
Artikel 5 - Duurtijd
De publicatie wordt volgens een vastgesteld patroon en tijdspanne uitgezonden zoals omschreven in het gebruiksreglement digitale schermen. De retributie is niet afhankelijk van de duurtijd. De gemeente Brecht zal niet overgaan tot (gedeeltelijke) terugbetaling van retributie bij minder schermtijd. Een kortere duurtijd kan geen aanleiding geven tot een schadevergoeding.
Artikel 6 - Uitzonderlijke crisiscommunicatie
Vanaf de afkondiging van de operationele fase in functie van een zwaar incident (bv. rampen, overstromingen, zware verkeersongevallen, branden, epidemie, …) kan de burgemeester of zijn afgevaardigde de schermen gebruiken als crisiscommunicatiemiddel. Op dat moment worden de boodschappen onmiddellijk vervangen door de crisiscommunicatie voor de benodigde tijd. De gemeente Brecht zal in dat geval niet overgaan tot (gedeeltelijke) terugbetaling van retributie. Dit geeft geen aanleiding tot een schadevergoeding.
Artikel 7 - Annuleringsvoorwaarden
Gebruikers kunnen kosteloos annuleren tot 1 week voor datum van publicatie. Annuleringen na dit tijdstip geven aanleiding tot het betalen van de retributie. De annulering dient steeds te gebeuren via communicatie@brecht.be waarbij de datum van het verzenden van de e-mail geldt als annulatiedatum.
Artikel 8 - Wijze van betaling
De retributie wordt eisbaar zodra de aanvraag tot publicatie werd ingediend.
Gebruikers betalen na ontvangst van de rekening door overschrijving op een financiële rekening van de gemeente Brecht. Facturen zullen per kwartaal uitgestuurd worden.
Artikel 9 - Aansprakelijkheid
Door het indienen van een aanvraag verklaart de aanvrager zich automatisch akkoord met dit reglement en ziet af van elke eis tot schadevergoeding ten aanzien van de gemeente Brecht.
De gemeente Brecht kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade in geval van stroompanne, technisch defect, niet uitzending, fouten in de aangeleverde informatie e.d. Defecten worden zo snel als mogelijk verholpen.
Artikel 10 - Opheffing vorig reglement
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen.
Artikel 11 - Toezicht
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.
Beleidsdoelstelling: D000006 - Elke burger is een VIP en wordt zo behandeld en verder geholpen.
Actieplan: AP000020 - Dagelijkse werking dienstverlening.
Actie: A000078 - Dagelijkse werking dienstverlening.
Beleidsveld: BV0130
ARK: 7054000
Omschrijving: Afgifte administratieve documenten (ook conformiteitsattesten, bestuurderspassen,...)
Gemeenteraadsbeslissing van 16 mei 2024 betreffende het retributiereglement op afgifte en/of behandelen van administratieve stukken.
Wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953.
KB van 5 maart 2017 tot bepaling van de verblijfsvergunningen waarvoor de gemeenten retributies kunnen innen voor het vernieuwen, verlengen of vervangen ervan en tot bepaling van het maximumbedrag bedoeld in artikel 2, § 2, van de wet van 14 maart 1968 tot opheffing van de wetten betreffende de verblijfbelasting voor vreemdelingen, gecoördineerd op 12 oktober 1953.
Consulair wetboek van 21 december 2013 - artikels 50-67 en artikel 2 MB van 15 september 2017 tot wijziging van het MB van 19 april 2014 aangaande de afgifte van paspoorten.
KB van 10 december 1996 betreffende de verschillende identiteitsdocumenten voor kinderen onder de twaalf jaar, gewijzigd bij K.B. van 22 oktober 2013.
KB van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs en het Ministerieel besluit van 20 juli 2005 tot bepaling van de betalingswijze van de retributies.
MB van 28 oktober 2019 tot wijziging van het MB van 15 maart 2013 tot vaststelling van het tarief van de vergoedingen ten laste van de gemeenten voor de uitreiking van de elektronische identiteitskaarten voor Belgen, de elektronische identiteitsdocumenten voor Belgische kinderen onder de twaalf jaar, de elektronische kaarten en elektronische verblijfsdocumenten, afgeleverd aan vreemde onderdanen, en de biometrische kaarten en biometrische verblijfstitels, afgeleverd aan vreemde onderdanen van derde landen.
Decreet lokaal bestuur artikel 40§3 en artikel 41 14°.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Omzendbrief KB/ABB 2019/2 over de gemeentefiscaliteit van 15 februari 2019.
De afgifte en behandeling van administratieve stukken brengt een kost met zich mee voor de gemeente zodat het aangewezen is hiervoor een retributie te vragen. Deze kost staat los van en komt bovenop de eventuele aanmaakkosten die de federale overheid aan de gemeente doorrekent voor de aanmaak van bepaalde stukken.
Op aanraden van de federale overheid wordt voor kinderen (onder 12 jaar) geen retributie gevraagd.
Het behandelen van meldingen en aanvragen in het kader van het omgevingsvergunningsdecreet vergt een aanzienlijke inzet van de gemeentelijke diensten. Deze inzet om de meldings- of vergunningsprocedure te doorlopen is in het voordeel van de de aanvrager, waardoor het aannemelijk is dat een retributie op aanvragen wordt geheven.
Toelichting wordt gegeven door burgemeester F. Van Looveren.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 2.11.09 uur tot en met 2.14.36 uur.
Artikel 1 - Termijn
Vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie geheven op de afgifte van administratieve stukken.
Artikel 2 - Toepassingsgebied
De retributie is verschuldigd door de persoon aan wie deze stukken op verzoek of ambtshalve worden uitgereikt.
Artikel 3 - Tarief
De retributie wordt bepaald als volgt:
3. Afgifte van een rijbewijs en een voorlopig rijbewijs
6 euro, bovenop de kosten aangerekend door de federale overheid
4. Afgifte van een internationaal rijbewijs
14 euro bovenop de kosten aangerekend door de federale overheid
5. Afgifte van een internationaal paspoort voor Belgen
12,50 euro voor een paspoort voor meerderjarigen volgens de gewone procedure, bovenop de kosten aangerekend door de federale overheid
24,50 euro voor een paspoort voor meerderjarigen volgens de spoedprocedure, bovenop de kosten aangerekend door de federale overheid en verhoogd met de kosten aangerekend door de federale overheid voor een spoedprocedure
6. Afgifte van een reisdocument voor vluchtelingen, staatlozen en vreemdelingen
12,50 euro voor een reisdocument voor meerderjarigen volgens de gewone procedure, bovenop de kosten aangerekend door de federale overheid
24,50 euro voor een reisdocument voor meerderjarigen volgens de spoedprocedure, bovenop de kosten aangerekend door de federale overheid en verhoogd met de kosten aangerekend door de federale overheid voor een spoedprocedure
7. Afgifte van een trouwboekje: 24,50 euro
8. Behandelen van een melding of omgevingsvergunning:
| Melding van een ingedeelde inrichting of activiteit |
|
| Melding voor het uitvoeren van stedenbouwkundige handelingen |
|
| Aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van stedenbouwkundige handelingen of voor een ingedeelde inrichting of activiteit:
|
|
| Aanvraag van een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden:
|
|
| Verzoek tot bijstellen van de milieuvoorwaarden |
|
| Verzoek tot bijstellen van een verkavelingsvergunning |
|
| Melding van de overdracht van de omgevingsvergunning voor een ingedeelde inrichting of activiteit
|
|
| Openbaar onderzoek
|
|
|
|
De tarieven worden jaarlijks op 1 januari aangepast volgens de schommelingen van de gezondheidsindex. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand september voorafgaand aan de indexeringsdatum van het betreffende jaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2025. Bij de indexering worden de tarieven afgerond tot op de dichtstbijzijnde 0,10 euro.
Artikel 4 - Vrijstellingen
De retributie voor rijbewijzen is niet verschuldigd voor de aanvraag van een rijbewijs met een hernieuwing van het medisch rijgeschiktheidsattest groep 1.
De retributie voor het behandelen van meldingen en omgevingsvergunningsaanvragen:
De retributie voor het behandelen van meldingen en omgevingsvergunningsaanvragen is niet verschuldigd voor:
Artikel 5 - Wijze van betaling
De retributie wordt in de regel contant betaald, tegen afgifte van een betalingsbewijs bij de aanvraag op verzoek van de aanvrager.
De retributie voor het behandelen van omgevingsvergunningsaanvragen wordt binnen de 30 dagen na ontvangst van de factuur betaald door overschrijving op het rekeningnummer van het gemeentebestuur. De factuur wordt, na het indienen van de aanvraag, aan de aanvrager bezorgd.
De retributie voor het behandelen van een melding wordt binnen de 30 dagen na ontvangst van de factuur betaald door overschrijving op het rekeningnummer van het gemeentebestuur. De factuur wordt, na het indienen van de melding, aan de aanvrager bezorgd.
Artikel 6 - Opheffing vorig reglement
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen.
Artikel 7 - Toezicht
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Gemeenteraadsbeslissing van 9 april 2020 "Delegatie van de bevoegdheid van de gemeenteraad van de vaststelling tarieven aan het college van burgemeester en schepenen"
Tot de bevoegdheid van de gemeenteraad behoort het vaststellen van retributies, meer bepaald dat de gemeenteraad moet beslissen over het kader en de bijzondere voorwaarden van de retributies. De aanduiding van degene die de retributie verschuldigd is, het vaststellen van het tarief en de bepaling van de wijze van inning kan gedelegeerd worden aan het college van burgemeester en schepenen.
De gemeentelijke diensten en scholen organiseren regelmatig evenementen en activiteiten waarvoor een toegangs- of deelnameprijs wordt gevraagd en/of waarbij consumpties en producten ter beschikking worden gesteld. Het tarief is afhankelijk van de soort en inhoud van het initiatief, de duur van de activiteit, eventueel vervoer, de partners in de organisatie, het gebruikte materiaal en andere factoren.
Door het diverse en dynamische aanbod van de verschillende diensten, is het niet werkbaar om via een retributiereglement een vast tarief voor elk evenement, kamp of activiteit vast te leggen. Bovendien dienen sommige retributies meerdere malen aangepast te worden omwille van gewijzigde omstandigheden (kostprijs partnerorganisatie, levensduurte, …).
Voor de goede werking is het aangewezen dat de gemeenteraad het college van burgemeester en schepenen machtigt de tarieven van retributies en de wijze van innen vast te stellen. Door deze delegatie kan vlugger ingespeeld worden op noodzakelijke aanpassingen van de retributies of het vaststellen van retributies voor bepaalde activiteiten of producten.
Toelichting wordt gegeven door burgemeester F. Van Looveren.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 2.14.37 uur tot en met 2.16.58 uur.
Artikel 1 - Termijn
Dit besluit treedt in werking vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031.
Artikel 2 - Toepassingsgebied
Delegatie wordt verleend aan het college van burgemeester en schepenen voor het vastleggen van de tarieven en de wijze van inning van de retributies voor de volgende producten en prestaties:
- bijwonen van opvoeringen (muziek, dans, toneel, lezingen,…)
- deelnemen aan activiteiten (uitstappen, sportactiviteiten, animatie, workshops…)
- het ter beschikking stellen van producten bij activiteiten, evenementen en opvoeringen (publicaties en producten voor het publiek, dranken en versnaperingen, …)
- verkopen van boeken, brochures, folders en gadgets op de gemeentelijke diensten
- schooluitstappen en -activiteiten
De retributie is verschuldigd door diegene die een voorstelling bijwoont, aan een activiteit deelneemt of een consumptie of een product ter beschikking krijgt, en dit tegen aflevering van een toegangsticket, een deelnamebewijs, een betalingsbewijs, een consumptie of een product.
Artikel 3 - Tarieven
De tarieven dienen redelijk en in verhouding tot de dienstverlening en kostprijs te zijn. De delegatie aan het college van burgemeester en schepenen is beperkt tot een bedrag van maximum 150 euro per persoon/activiteit/product/uitstap/opvoering.
Artikel 4 - Vrijstellingen en verminderingen
Vrijstellingen en verminderingen worden niet gedelegeerd aan het college van burgemeester en schepenen.
De gemeente kan reeds aangekondigde evenementen en activiteiten annuleren. De gemeente kan niet aansprakelijk gesteld worden bij annulering van evenementen en activiteiten. In deze gevallen is er geen retributie verschuldigd aangezien er geen prestatie geleverd wordt. Retributies die reeds betaald werden, worden bij annulering door de gemeente terugbetaald aan degene die de retributie betaalde, zonder bijkomende administratiekost.
Beleidsdoelstelling: D000002 - Brecht engageert zich om de leefbaarheid van onze gemeente te verbeteren.
Actieplan: AP000003 - Brecht waarborgt de veiligheid van de inwoners en zet in op preventie, handhaving.
Actie A000005: Dagelijkse werking veiligheid
Beleidsveld: BV 0410
ARK: 6492000 en 6640000
Omschrijving: Toegestane werkingssubsidie brandweerzone Rand (dotatie) en Investeringstoelage brandweerzone Rand
Het jaarlijks te financieren saldo van de zone moet gefinancierd worden door de gemeenten van deze zone. Dit gebeurt aan de hand van een verdeelsleutel, op basis van bevolkingscijfers (75%) en kadastraal inkomen (25%) per gemeente. De zoneraad van brandweerzone Rand keurde de begrotingswijziging 2025 goed tijdens de zitting van 5 september 2025.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, inzonderheid art. 68: “De gemeentelijke dotatie wordt ingeschreven in de uitgaven van elke gemeentebegroting.”
Omzendbrief BB 2014 van het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken, ABB, Boudewijnlaan 30 bus 70, 1000 Brussel van 5 september 2014 waarbij gemeld wordt dat vanaf 1 januari 2015 de brandweerzones actief worden.
Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 9 september 2025 betreffende Begrotingswijziging brandweerzone Rand en aanpassing dotatie - dienstjaar 2025.
Het uitgangspunt sinds 2020 is dat de inkomsten van de zone alle exploitatiekosten én investeringen dekken. Het gecumuleerd lenen voor alle investeringen zou immers snel een enorme schuld creëren, hetgeen op lange termijn onhoudbaar en financieel nadelig is voor de gemeenten. De gemeentelijke toelagen worden vanaf 2020 opgesplitst in werkingstoelagen en investeringstoelagen.
De brandweerzone Rand heeft een eerder beperkte begrotingswijziging 2025 opgesteld. Vooral het positieve resultaat van de rekening 2024 is ingebracht, samen met enkele verminderingen in personeelsuitgaven en investeringen.
De gemeentelijke investeringstoelage aan de brandweerzone Rand bedroeg 271.379 euro, maar is in BW2025 verlaagd naar 263.748 euro.
De gemeentelijke werkingstoelage aan de brandweerzone Rand bedroeg 1.246.848 euro, maar is in BW2025 verlaagd naar 1.123.098 euro.
Omdat de finale bedragen 2025 aan de administratie bezorgd werden nadat het gemeentelijke meerjarenplan werd opgemaakt, staan in ons meerjarenplan nog andere bedragen (investeringstoelage van 321.425 euro en werkingstoelage van 1.088.344 euro). Dit betekent dat de gemeentelijke investeringstoelage kon dalen met 57.677 euro (er was echter al budget verschoven vanuit deze post dus deze daling kunnen we niet meer uitvoeren), maar dat de gemeentelijke exploitatietoelage toeneemt met 34.754 euro. Hiervoor zal een verschuiving moeten gebeuren.
Toelichting wordt gegeven door burgemeester F. Van Looveren.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 2.16.59 uur tot en met 2.20.29 uur.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de aangepaste werkingstoelage van 1.123.098 euro en de aangepaste investeringstoelage van 263.748 euro voor de brandweerzone Rand goed voor het dienstjaar 2025.
Art. 177 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat de financieel directeur in volle onafhankelijkheid instaat voor:
1. de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole van de beslissingen van de gemeente en van het OCMW;
2. het debiteurenbeheer.
De financieel directeur moet hierover rapporteren aan de raad. Volgens hetzelfde artikel moet de financieel directeur rapporteren over de thesaurietoestand, de liquiditeitsprognose, de beheerscontrole, de evolutie van de budgetten en de financiële risico's. De laatste onderwerpen zitten vervat in de aanpassingen meerjarenplan en jaarrekeningen. Bijkomend aan de decretaal verplichte rapportering willen we op een transparante wijze over enkele andere zaken rapporteren.
Op 1 april 2025 vond een overleg plaats onder leiding van de voorzitter van de gemeenteraad met de fractievoorzitters over deze financiële rapportering. Daarin werd afgesproken dat de rapportering in deze vorm grotendeels behouden zal blijven. Er wordt telkens de laatste standopgave van alle budgetten toegevoegd in Excel, zodat de raadsleden in detail kunnen opvolgen wat de stand van zaken van het budget is. Dit vervangt de rapportering van de realisatiegraad. De rapportering over overheidsopdrachten wordt verschoven naar februari, zodat per kalenderjaar kan worden gerapporteerd (enige uitzondering is nog dit jaar, aangezien februari reeds gepasseerd is). Verder worden hier en daar de tabellen verduidelijkt of aangepast.
In deze rapportering, die periodiek hernomen zal worden in februari, mei en oktober, vindt u bijgevolg:
1. een overzicht van de aangevraagde en afgeleverde visa;
2. een rapportering over het debiteurenbeheer;
3. een overzicht van de overheidsopdrachten tussen 30.000 en 140.000 euro excl. btw (enkel in februari);
4. de investeringsaankopen boven 2.500 euro excl. btw;
5. een overzicht van de uitgevoerde interne budgetverschuivingen;
6. de thesaurietoestand en liquiditeitsprognose;
7. een standopgave van het budget van het huidige boekjaar in Excel.
Art. 177 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Kader voor organisatiebeheersing (cfr. art. 217 van het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017).
Toelichting wordt gegeven door burgemeester F. Van Looveren.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 2.20.30 uur tot en met 2.21.23 uur.
Artikel 1
De gemeenteraad neemt akte van de financiële rapportering door de financieel directeur.
Beleidsdoelstelling: D000006 - Elke burger is een VIP en wordt zo behandeld en verder geholpen
Actieplan: AP000020 - Dagelijkse werking dienstverlening
Actie: A000078 - Dagelijkse werking dienstverlening
Beleidsveld: BV 0020
ARK: 7300000
Omschrijving: Opcentiemen op de onroerende voorheffing (OOV)
Gemeenteraadsbeslissing van 14 november 2019 betreffende het reglement op de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing tot en met aanslagjaar 2025.
Artikelen 41, 162 en 170, §4 van de gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994.
Artikel 464/1, 1°, van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992.
Artikel 2.1.4.0.2 en artikel 3.1.0.0.4 van het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit.
Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017.
Het is gerechtvaardigd een billijke financiële tussenkomst te vragen van de belanghebbenden op het grondgebied van de gemeente, gelet op de financiële toestand van de gemeente en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven.
De tarieven voor de belangrijkste inkomsten voor de gemeente namelijk de opcentiemen op de onroerende voorheffing en het percentage aanvullende belasting op de personenbelasting veranderen niet.
Toelichting wordt gegeven door burgemeester F. Van Looveren.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 2.21.24 uur tot en met 2.38.15 uur.
Artikel 1
De gemeenteraad beslist om voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031, ten bate van de gemeente, 627 opcentiemen te heffen op de onroerende voorheffing.
Artikel 2
De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door de Vlaamse Belastingdienst.
Artikel 3
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen.
Artikel 4
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.
Beleidsdoelstelling: D000006 - Elke burger is een VIP en wordt zo behandeld en verder geholpen
Actieplan: AP000020 - Dagelijkse werking dienstverlening
Actie: A000078 - Dagelijkse werking dienstverlening
Beleidsveld: BV 0020
ARK: 7301000
Omschrijving: Aanvullende belasting op de personenbelasting (APB)
Gemeenteraadsbeslissing van 14 november 2019 betreffende de aanvullende belasting op de personenbelasting voor de aanslagjaren 2020 tot en met 2025.
Artikelen 41, 162 en 170, §4 van de gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994.
Artikelen 464 tot en met 470/2 van het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Het is gerechtvaardigd een billijke financiële tussenkomst te vragen van de inwoners van de gemeente, gelet op de financiële toestand van de gemeente en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 2.38.16 uur tot en met 2.39.47 uur.
Artikel 1
De gemeenteraad beslist om voor de aanslagjaren 2026 tot en met 2031 een aanvullende belasting te vestigen ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar.
Artikel 2
De belasting wordt vastgesteld op 7% van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar.
Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar.
Artikel 3
De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting gebeuren door het bestuur der directe belastingen, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992.
Artikel 4
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen.
Artikel 5
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.
Beleidsdoelstelling: D000003 - We streven naar een welvarend en ondernemend Brecht waarbij de basis wordt gelegd in kwalitatief onderwijs.
Actieplan: AP000013 - Dagelijkse werking welvarend/ondernemend
Actie: A000055 - Dagelijkse werking welvarend/ondernemend
Beleidsveld: BV 0020
ARK: 7342400
Omschrijving: Belasting op ongeadresseerd reclamedrukwerk en gelijkgestelde producten
Gemeenteraadsbeslissing van 16 januari 2025 betreffende het belastingreglement op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten.
De Grondwet - artikelen 41, 162 en 170§4.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 - artikel 40 en 41.
Decreet van 30 mei 2008 over de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen en latere wijzigingen.
Besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), met latere wijzigingen.
Omzendbrief KB/ABB 2019/2 over de gemeentefiscaliteit van 15 februari 2019.
De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen.
Het verspreiden van niet-geadresseerd reclamedrukwerk is een belastende activiteit voor het milieu. Personen krijgen dit drukwerk ongevraagd in de bus, wat voor veel extra papierafval zorgt. Als het drukwerk nog eens verpakt is in een plastic folie, is de impact op het milieu nog groter. Dit is ook voor de gemeente een extra kost, want de bedeling resulteert in meer inzamelings- en verwerkingskosten. Gezien de kosten voor afvalophaling indexgevoelig zijn, wordt een jaarlijkse indexatie van het tarief ingeschreven in het reglement.
De verwerking hangt af van het formaat of gewicht. Werken met een weegschaal vergt apparatuur, terwijl werken met formaat eenvoudiger gerealiseerd kan worden. Er wordt voorgesteld om drukwerk van minder dan 4 bladzijden van het formaat kleiner dan of gelijk aan A4 (ofwel 2 recto verso bladen) vrij te stellen van de belasting. Aan beide criteria moet tegelijkertijd worden voldaan. Dit betekent concreet dat drukwerk van 4 bladzijden van A3 formaat bijvoorbeeld wel wordt belast, net als 6 bladzijden van het formaat A5. Het is evenmin de bedoeling om drukwerk van openbare besturen, politieke partijen, verenigingen zonder winstoogmerk en onderwijsinstellingen te belasten, aangezien die instellingen niet beroepsmatig commerciële informatie verspreiden en hun publicaties bedoeld zijn om te informeren en rechtstreeks verband houden met openbare functies of socioculturele aard. Ook bijvoorbeeld buurtschappen kunnen hieronder vallen. Om diezelfde reden worden bladen die in hoofdzaak redactioneel werk brengen en slechts in beperkte mate reclame, vrijgesteld van de belasting.
Niet-geadresseerd drukwerk wordt in alle brievenbussen gedeponeerd of op de openbare weg verspreid, daar waar geadresseerd drukwerk selectief wordt verspreid, zodat het dan ook redelijk verantwoord is om enkel niet-geadresseerd drukwerk te belasten gezien het doel van de belasting, namelijk de bestrijding van de afvalberg en de vergoeding van de kosten die de tussenkomst van de openbare dienst veroorzaakt voor de financiën van de gemeente.
De belastingplichtige is degene die opdracht gaf voor de druk of de productie van de gelijkgestelde producten. Als de opdrachtgever voor de druk of de productie van gelijkgestelde producten geen aangifte indient en niet gekend is op basis van gegevens waarover de gemeente beschikt (bijvoorbeeld uitgaand van de inhoud of boodschap van een publicatie of op een gelijkgesteld product of gelet op eerdere aangiften voor gelijkaardig drukwerk of gelijkgestelde producten), bestaat er een weerlegbaar vermoeden dat de verantwoordelijke uitgever als opdrachtgever opgetreden is. De verantwoordelijke uitgever, de drukker of producent van de gelijkgestelde goederen en de fysieke of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het drukwerk of product wordt verspreid, zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Toelichting wordt gegeven door burgemeester F. Van Looveren.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 2.39.48 uur tot en met 2.42.20 uur.
Artikel 1 - Belastbaar voorwerp of belastbaar feit
Vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een belasting geheven op de verspreiding van niet-geadresseerde drukwerken en van gelijkgestelde producten, ongeacht ze in brievenbussen worden gedeponeerd of op de openbare weg worden verspreid.
Artikel 2 - Definities
Onder verspreiding wordt verstaan de bedeling in brievenbussen en op de openbare weg door persoonlijke afgifte. Het herhaald verspreiden van hetzelfde drukwerk of gelijkgesteld product over een bepaalde periode wordt als één verspreiding aangezien.
Onder niet-geadresseerd drukwerk wordt verstaan: elke publicatie die ertoe strekt bekendheid te geven aan commerciële activiteiten, handelszaken, merknamen en andere elementen en die erop gericht is een potentieel cliënteel ertoe te bewegen gebruik te maken van de diensten, producten of transacties van de adverteerder.
Onder gelijkgestelde producten wordt onder meer verstaan: alle stalen en reclamedragers, door de adverteerder aangeboden, die diensten, producten of transacties doen gebruiken, verbruiken of aankopen. De opsomming is niet limitatief.
Niet-geadresseerd betekent zonder individuele adressering. Collectieve adresaanduiding per straat of gedeeltelijke adresvermelding wordt niet beschouwd als zijnde geadresseerd.
Artikel 3 - Belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de natuurlijke of de rechtspersoon die de opdracht gaf om het drukwerk te drukken of om het gelijkgestelde product te produceren. De belastingplichtige doet aangifte van zijn belastingschuld overeenkomstig artikel 7.
Als de opdrachtgever geen aangifte gedaan heeft overeenkomstig artikel 7 en niet gekend is op basis van gegevens waarover de gemeente beschikt, bestaat er een weerlegbaar vermoeden dat de verantwoordelijke uitgever als opdrachtgever is opgetreden.
De verantwoordelijke uitgever, de drukker of producent van de gelijkgestelde goederen en de fysieke of rechtspersoon onder wiens naam, handelsnaam, logo of embleem het drukwerk of product wordt verspreid, zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Artikel 4 - Tarief
De belasting wordt vastgesteld op 0,033 euro per bedeeld exemplaar dat niet in plastic is verpakt en op 0,040 euro per bedeeld exemplaar dat wel in plastic is verpakt.
De tarieven worden jaarlijks op 1 januari aangepast volgens de schommelingen van de gezondheidsindex. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand september voorafgaand aan de indexeringsdatum van het betreffende jaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2025. Bij de indexering worden de tarieven afgerond tot op de dichtstbijzijnde 0,001 euro.
Artikel 5 - Vrijstellingen
De belasting is niet verschuldigd voor:
- niet- geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten van publiekrechtelijke rechtspersonen, socio-culturele, jeugd- en sportverenigingen, erkende gemeentelijke verenigingen en vormings- en onderwijsinstellingen
- niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten van politieke partijen die een lijst indienden voor de Europese, federale, gewestelijke, provinciale of gemeentelijke verkiezingen of van een kandidaat op die lijst, voor zover het drukwerk of de gelijkgestelde producten verspreid worden in de sperperiode voor het voeren van politieke propaganda
- niet-geadresseerde drukwerken en gelijkgestelde producten in het kader van een gemeentelijke volksraadpleging, voor zover ze verspreid worden aan de gerechtigde deelnemers van de volksraadpleging overeenkomstig artikel 317 van het decreet lokaal bestuur tot uiterlijk de dag van de volksraadpleging
- niet-geadresseerde drukwerken met maximum 4 bladzijden en kleiner dan of gelijk aan A4-formaat.
Artikel 6 - Wijze van inning
De belasting wordt ingevorderd via een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 7 - Aangifteplicht
De belastingplichtige doet binnen de 15 kalenderdagen na elk verstreken kwartaal, uiterlijk op 15 april, 15 juli, 15 oktober van het aanslagjaar en 15 januari van het jaar dat volgt op het aanslagjaar, aangifte bij de gemeente van de verspreiding binnen het verstreken kwartaal. Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, zondag of een feestdag, dan wordt de vervaldag naar de eerstvolgende werkdag verplaatst.
De aangifte wordt ingediend via het e-formulier op de website www.brecht.be, of via e-mail op volgend adres: gemeentebelastingen@brecht.be, of op het adres Gemeentepark 1, 2960 Brecht.
De aangifte moet gedaan worden op het formulier dat door het gemeentebestuur ter beschikking wordt gesteld op de website www.brecht.be of minstens alle noodzakelijke inlichtingen bevatten voor het vestigen van de aanslag.
In geval van periodieke verspreidingen kan een aangifte voor 15 april voor de eerste verspreiding, ook gelden voor de daaropvolgende verspreidingen tijdens hetzelfde aanslagjaar.
Artikel 8 - Procedure van ambtshalve vaststelling
Bij gebrek aan aangifte binnen de in artikel 7 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd.
Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
De ambtshalve ingekohierde belasting wordt berekend op basis van 13.700 bedeelde exemplaren, en vervolgens verdubbeld. Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd. Het aantal van 13.700 exemplaren is een forfait op basis van het aantal brievenbussen in Brecht bij ingang van het reglement en wordt gedurende de looptijd van het reglement niet aangepast.
Artikel 9 - Betaaltermijn
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 10 - Bezwaarprocedure
De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.
Artikel 11 - Opheffing vorig reglement
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen.
Artikel 12 - Toezicht
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.
Beleidsdoelstelling: D000006 - Elke burger is een VIP en wordt zo behandeld en verder geholpen.
Actieplan: AP000020 - Dagelijkse werking dienstverlening
Actie: A000078 - Dagelijkse werking dienstverlening
Beleidsveld: BV 0020
ARK: 7331100
Omschrijving: Begraafplaatsen taks voor niet-inwoners
Gemeenteraadsbeslissing van 12 november 2020 betreffende het belastingreglement op de lijk- en asbezorging van personen vreemd aan de gemeente.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 - artikel 41.
Decreet van 30 mei 2008 over de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012.
Omzendbrief KB/ABB 2019/2 over de gemeentefiscaliteit van 15 februari 2019.
Omzendbrief KBBJ/ABB 2024/1 van 20 september 2024 over de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en de uitvoeringsbesluiten ervan.
Het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging van 16 januari 2004 en latere wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van de begraafplaatsen en crematoria en latere wijzigingen.
De omzendbrief BA-2006/03 van 10 maart 2006 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en de uitvoeringsbesluiten en latere wijzigingen.
Het politiereglement op de begraafplaatsen, goedgekeurd in de gemeenteraad van 28 juni 2007.
Het huishoudelijk reglement op de gemeentelijke begraafplaatsen, goedgekeurd in de gemeenteraad van 12 december 2019.
Het aantal plaatsen op de gemeentelijke begraafplaatsen is beperkt. Om deze reden is het verantwoord om niet-inwoners van de gemeente Brecht die toch op een gemeentelijke begraafplaats van Brecht begraven wensen te worden, te onderwerpen aan een taks. Het is gerechtvaardigd om niet-inwoners die in het verleden geruime tijd in Brecht hebben gewoond, vrij te stellen van deze taks omdat zij toen hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van de gemeentelijke infrastructuur door het betalen van aanvullende personenbelasting en onroerende voorheffing.
Toelichting wordt gegeven door burgemeester F. Van Looveren.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 2.42.21 uur tot en met 2.44.47 uur.
Artikel 1 - Termijn
Vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een belasting geheven op lijk- en asbezorging van personen vreemd aan de gemeente.
Artikel 2 - Definitie
Onder lijk- en asbezorging van personen vreemd aan de gemeente moet worden verstaan een begraving, een bijzetting van asurne of een asverstrooiing van personen overleden buiten het grondgebied van de gemeente Brecht en die op het ogenblik van overlijden niet zijn ingeschreven in de bevolkingsregisters van de gemeente Brecht.
Artikel 3 - Toepassingsgebied
De belasting is verschuldigd door aanvrager van de lijk- of asbezorging of de erfgena(a)m(en) van de overledene. Indien er meerdere erfgenamen zijn, zijn zij elk hoofdelijk gehouden tot betaling van de belasting.
Artikel 4 - Tarief
De belasting wordt vastgesteld op 500 euro.
Artikel 5 - Vrijstellingen
De belasting is niet verschuldigd voor de lijk- en asbezorging van personen die minstens 20 jaar ingeschreven geweest zijn in de bevolkingsregisters van de gemeente Brecht.
Artikel 6 - Wijze van betaling
De belasting wordt bij de aanvraag contant betaald, tegen afgifte van een betalingsbewijs op verzoek van de aanvrager.
Wanneer een contantbetaling niet mogelijk is, wordt de belasting een kohierbelasting.
Artikel 7 - Bezwaarprocedure
De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag of vanaf de datum van de contante inning.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.
Artikel 8 - Opheffing vorig reglement
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen.
Artikel 9 - Toezicht
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.
Beleidsdoelstelling: D000006 - Elke burger is een VIP en wordt zo behandeld en verder geholpen.
Actieplan: AP000020 - Dagelijkse werking dienstverlening
Actie: A000078 - Dagelijkse werking dienstverlening
Beleidsveld: BV 0990
ARK: 7057000, 7058000, 7026000 en 7059000
Omschrijving: Begraafplaatsconcessies, Ontvangsten naamplaatjes en afdekplaten, Ontvangsten uit verhuur koelbed en Ontvangsten ontgraving
Gemeenteraadsbeslissing van 10 oktober 2013 betreffende het retributiereglement op de naamplaatjes en op de afdekplaten van columbarium en urnenveld.
Gemeenteraadsbeslissing van 10 oktober 2013 betreffende het retributiereglement op het gebruik van het mortuarium of koelbed.
Gemeenteraadsbeslissing van 10 oktober 2013 betreffende het retributiereglement op ontgravingen.
Gemeenteraadsbeslissing van 12 januari 2023 betreffende het retributiereglement op de begraafplaatsen.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 - artikel 41.
Wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillen oplossing.
Het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging van 16 januari 2004 en latere wijzigingen.
Het besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van de begraafplaatsen en crematoria en latere wijzigingen.
De omzendbrief BA-2006/03 van 10 maart 2006 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en de uitvoeringsbesluiten en latere wijzigingen.
Het politiereglement op de begraafplaatsen, goedgekeurd in de gemeenteraad van 28 juni 2007.
Het huishoudelijk reglement op de gemeentelijke begraafplaatsen, goedgekeurd in de gemeenteraad van 12 december 2019.
Het administratieve werk dat komt kijken bij de organisatie, de inrichting en het beheer van onze begraafplaatsen is aanzienlijk.
Met deze reden wordt een retributie voorgesteld op de begraafplaatsen.
Toelichting wordt gegeven door burgemeester F. Van Looveren.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 2.44.48 uur tot en met 2.46.50 uur.
Artikel 1 - Termijn
Vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie geheven op de begraafplaatsen.
Artikel 2 - Toepassingsgebied
De retributie is verschuldigd door de aanvrager.
Artikel 3 - Tarief
De retributie wordt bepaald als volgt:
1. Concessies voor het columbarium, het urnenveld en begravingen in volle grond worden verleend voor een periode van 30 jaar.
Bij de aanvraag van de concessie dient de concessie betaald te worden voor alle begunstigden van de concessie.
De retributie wordt vastgesteld op 315 euro per persoon.
Een concessie kan, na verloop van de termijn, hernieuwd worden aan de op dat moment geldende tarieven en voorwaarden.
2. Voor de levering van de afdekplaten van de nissen in het columbarium en het urnenveld: 120 euro per afdekplaat.
De gemeente levert de afdekplaten.
Ze worden door toedoen van de nabestaanden gegraveerd.
3. Op aanvraag wordt er een naamplaatje voorzien op de herdenkingsmuur van de strooiweide of op de herdenkingszuil: 21 euro per naamplaatje voor de duur van 20 jaar.
De gemeente graveert en bevestigt de naamplaatjes.
4. Voor het gebruik van het gemeentelijk mortuarium of koelbed: 26 euro voor de eerste periode van 4 dagen en 10,50 euro voor elke bijkomende dag.
5. Voor een ontgraving: 130 euro.
De uitneming van een asurne wordt eveneens beschouwd als een ontgraving.
De uitvoering van de ontgravingswerkzaamheden is ten laste van de aanvrager.
De tarieven worden jaarlijks op 1 januari aangepast volgens de schommelingen van de gezondheidsindex.
Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand september voorafgaand aan de indexeringsdatum van het betreffende jaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2025.
Bij de indexering worden de tarieven afgerond tot op de dichtstbijzijnde 0,10 euro.
Artikel 4 - Vrijstellingen
De retributie op ontgravingen is niet verschuldigd voor ontgravingen die uitgevoerd worden op bevel van de rechterlijke overheid of ten gevolge van een bestuurlijke beslissing.
Artikel 5 - Wijze van betaling
De retributie wordt bij de aanvraag contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs op verzoek van de aanvrager.
Artikel 6 - Opheffing vorig reglement
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen.
Artikel 7 - Toezicht
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.
Beleidsdoelstelling: D000006 - Elke burger is een VIP en wordt zo behandeld en verder geholpen
Actieplan: AP000020 - Dagelijkse werking dienstverlening
Actie: A000078 - Dagelijkse werking dienstverlening
Beleidsveld: BV 0130
ARK: 7056000
Omschrijving: Ontvangsten voornaamswijziging
Gemeenteraadsbesluit van 12 januari 2023 betreffende het retributiereglement op voornaamswijziging.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 - artikel 41.
Wetboek van de Belgische nationaliteit van 28 juni 1984 en latere wijzigingen.
Wet van 18 juni 2018 houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillen oplossing.
Omzendbrief van FOD Justitie van 11 juli 2018 betreffende de overheveling van de bevoegdheid inzake voornaamswijziging naar de ambtenaren van burgerlijke stand.
Omzendbrief van 27 september 2023 over de aanpassing van de geslachtsregistratie.
Zoals bepaald in de Wet van 18 juni 2018 staan sinds 1 augustus 2018 de ambtenaren van de burgerlijke stand in voor verzoeken tot voornaamswijziging.
De omzendbrief van FOD Justitie vermeldt de te volgen procedure en kent aan de gemeenteraad het recht toe om voor de procedure tot voornaamswijziging een retributie te vragen, mits naleving van 2 beperkingen:
De procedure van voornaamswijziging zorgt voor een extra administratieve last, waardoor het aangewezen is om hiervoor een retributie te vragen.
De retributie moet er tevens voor zorgen dat de verzoeker een weloverwogen beslissing neemt, zodat impulsieve acties die een administratieve overlast bezorgen, ingeperkt worden.
Toelichting wordt gegeven door burgemeester F. Van Looveren.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 2.46.51 uur tot en met 2.49.24 uur.
Artikel 1 - Termijn
Vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie geheven op voornaamswijziging.
Artikel 2 - Definitie
Onder voornaamswijziging moet worden verstaan elke wijziging aan de voorna(a)m(en) van personen die geen materiële verbetering is ("typefout").
Artikel 3 - Toepassingsgebied
De retributie is verschuldigd door de aanvrager van de voornaamswijziging.
Artikel 4 - Tarief
De retributie wordt vastgesteld op 145 euro. Voor transgenders wordt de retributie vastgesteld op 14,50 euro.
De tarieven worden jaarlijks op 1 januari aangepast volgens de schommelingen van de gezondheidsindex. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand september voorafgaand aan de indexeringsdatum van het betreffende jaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2025. Bij de indexering worden de tarieven afgerond tot op de dichtstbijzijnde 0,10 euro.
Artikel 5 - Vrijstellingen
De retributie is niet verschuldigd voor vreemdelingen die de Belgische nationaliteit aanvragen en niet over een voornaam beschikken.
Artikel 6 - Wijze van betaling
De retributie wordt bij de aanvraag van de voornaamswijziging, ongeacht het resultaat ervan, contant betaald waarbij op verzoek een betalingsbewijs wordt afgeleverd.
Artikel 7 - Opheffing vorig reglement
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen.
Artikel 8 - Toezicht
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.
Doelstelling: D000003 - We streven naar een welvarend en ondernemend Brecht waarbij de basis wordt gelegd in kwalitatief onderwijs.
Actieplan: AP000013 - Dagelijkse werking welvarend/ondernemend
Actie: A000055 - Dagelijkse werking welvarend/ondernemend
Beleidsveld: BV 0020
ARK: 7342100
Omschrijving: Belasting terreingerelateerde logies (kampeerverblijven)
Gemeenteraadsbeslissing van 12 januari 2023 betreffende het belastingreglement op terreingerelateerd logies.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 - artikel 40 en 41.
Decreet van 30 mei 2008 over de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.
Decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies.
Besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017 tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies, hierna genoemd het 'uitvoeringsbesluit'.
Omzendbrief KB/ABB 2019/2 over de gemeentefiscaliteit van 15 februari 2019.
De financiële toestand van de gemeente vergt de invoering van alle rendabele belastingen.
Terreingerelateerd logies binnen het grondgebied van de gemeente trekken groepen toeristen aan gedurende het toeristische seizoen (of zelfs daarbuiten) zodat de gemeente er belang bij heeft een belasting op deze kampeerterreinen en kampeerverblijfplaatsen te vestigen in verband met het toezicht en medewerking die deze vorm van recreatie en toerisme vergt. Terreingerelateerd logies in het bijzonder geven aanleiding tot een grotere zorg voor de veiligheid: dergelijk logies zijn een doelwit voor diefstallen met braak, wat aangepaste en verhoogde politiecontroles met zich meebrengt. Het gemeentebestuur staat bovendien in voor de openbare nutsvoorzieningen, niet alleen voor de mensen die in het bevolkingsregister staan ingeschreven, maar voor iedereen die tijdelijk op het grondgebied van de gemeente verblijft. Niet–gedomicilieerde personen betalen geen aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting die ten goede komt aan de gemeente.
De impact van het logies hangt samen met de openingstijden van het kampeerterrein en met de duur van het verblijf. Om die reden wordt een tariefdifferentiatie voorgesteld. Verblijfplaatsen zoals gedefinieerd in bijlage 6 bij het uitvoeringsdecreet vallen niet onder het toepassingsgebied van de gemeentebelasting op tweede verblijven.
Toeristen die gebruik maken van terreingerelateerd logies vallen onder bovenstaande categorie, maar aangezien de identiteit van de toeristen niet gekend is, is het aangewezen om de aanbieder van het toeristisch logies, in dit geval de exploitant van het kampeerterrein, als belastingplichtige aan te duiden.
Toelichting wordt gegeven door schepen M. Crynen.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 2.49.25 uur tot en met 2.50.45 uur.
Artikel 1 - Belastbaar voorwerp of belastbaar feit
Vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een belasting geheven op terreingerelateerd logies.
Artikel 2 - Definitie
Onder terreingerelateerd logies moet worden verstaan: een toeristisch logies in centraal beheer waar op een afgebakend terrein wordt gekampeerd of verbleven in verplaatsbare of niet-verplaatsbare verblijven, of dat daarvoor bestemd of ingericht is.
Onder exploitant wordt verstaan: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een toeristisch logies exploiteert, voor de rekening van wie een toeristisch logies wordt geëxploiteerd of die tot de exploitatie wordt gemachtigd op grond van een rechtsgeldige exploitatieovereenkomst.
Onder tussenpersoon wordt verstaan: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die op eender welke wijze tegen betaling bemiddelt bij het aanbieden van een toeristisch logies op de toeristische markt, promotie maakt voor een toeristisch logies of diensten aanbiedt via dewelke exploitanten en toeristen rechtstreeks met elkaar in contact kunnen treden.
Voor de andere definities wordt verwezen naar het decreet van 5 februari 2016 over het toeristisch logies en het besluit van de Vlaamse regering van 17 maart 2017 tot uitvoering van dat decreet (of latere wijzigingen). De definities van "verblijfplaats", "toeristische kampeerplaats", "seizoensplaats", "camperplaats" en "plaats op de tentenweide" zijn te vinden in bijlage 6 bij het uitvoeringsbesluit.
Artikel 3 - Belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de exploitant van het terreingerelateerd logies op 1 januari van het aanslagjaar.
De tussenpersoon op 1 januari van het aanslagjaar is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Artikel 4 - Tarief
De belasting wordt vastgesteld op:
Artikel 5 - Vrijstellingen
Er zijn geen vrijstellingen voorzien.
Artikel 6 - Wijze van inning
De belasting wordt ingevorderd via een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 7 - Aangifteplicht
De belastingplichtige moet ten laatste voor 31 maart van ieder jaar aangifte doen van het aantal beschikbare toeristische kampeerplaatsen, camperplaatsen, plaatsen op de tentenweide, seizoensplaatsen en verblijfplaatsen op het terreingerelateerd logies op 1 januari van het aanslagjaar op volgend adres: Gemeentepark 1, 2960 Brecht of via e-mail op volgend adres: gemeentebelastingen@brecht.be.
De aangifte moet gebeuren op het formulier dat door het gemeentebestuur wordt toegestuurd of ter beschikking wordt gesteld op de website.
De belastingplichtige is vrijgesteld van aangifteplicht indien hij voor het vorig aanslagjaar werd aangeslagen en indien de belastbare toestand ongewijzigd is gebleven.
Artikel 8 - Procedure van ambtshalve vaststelling
Bij gebrek aan aangifte binnen de in de in artikel 7 gestelde termijn, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve worden ingekohierd.
Vooraleer wordt overgegaan tot de ambtshalve vaststelling van de belastingaanslag, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting.
De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen te rekenen van de derde werkdag die volgt op de verzending van die betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen.
De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verdubbeld. Het bedrag van deze verhoging wordt ook ingekohierd.
Artikel 9 - Betaaltermijn
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 10 - Bezwaarprocedure
De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen vijftien dagen na de indiening ervan.
Artikel 11 - Opheffing vorig reglement
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen.
Artikel 12 - Toezicht
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.
Beleidsdoelstelling: D00004 - We bouwen de welzijnscampus verder uit met het oog op een integraal zorgzaam beleid in Brecht
Actieplan: AP000015 - Dagelijkse werking welzijn/zorgzaam
Actie: A000086 - We nemen deel aan de UiTPAS-regio Van Polder tot Kempen en bieden een spaarsysteem aan voor activiteiten alsook een kansentarief
Beleidsveld: BV 0739
ARK: 7025400
Omschrijving: Verkoop Uitpaskaart
Gemeenteraadsbeslissing van 10 juni 2021 betreffende het retributiereglement op UiTPAS Van Polder tot Kempen.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 - artikel 41
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018, Titel II, hfdst. 3
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen
Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente wordt een retributie voorgesteld op het afleveren van een UiTPAS.
Toelichting wordt gegeven door schepen R. Ruelens.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 2.50.46 uur tot en met 2.51.57 uur.
Artikel 1 - Termijn
Vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie geheven op het afleveren van een UiTPAS Van Polder tot Kempen.
Artikel 2 - Definitie
Onder UiTPAS moet worden verstaan een UiTPAS die werd afgeleverd door Biscuit onder de naam Van Polder tot Kempen. UiTPAS Van Polder tot Kempen is geldig in de deelnemende lokale besturen.
Artikel 3 - Toepassingsgebied
De retributie is verschuldigd door de natuurlijke persoon of rechtspersoon die een UiTPAS aankoopt.
Artikel 4 - Tarief
De retributie wordt vastgesteld op:
- tarief UiTPAS met normaal tarief: 5 euro
- tarief UiTPAS met jongerentarief (tot 18 jaar): 2 euro
- tarief UiTPAS met kansentarief (alle leeftijden): 1 euro
- tarief voor een UiTPAS na verlies: 1 euro
Indien men geen recht meer heeft op het kansentarief dient er een nieuwe UiTPAS aangevraagd te worden. Het tarief voor deze nieuwe pas is gratis. Indien men in het bezit is van een UiTPAS aan normaal tarief en men recht heeft op het kansentarief kan men gratis een nieuwe UiTPAS aanvragen.
Artikel 5 - Wijze van betaling
De retributie wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs.
Artikel 6 - Opheffing vorig reglement
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen.
Artikel 7 - Toezicht
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.
Beleidsdoelstelling: D000003 - We streven naar een welvarend en ondernemend Brecht waarbij de basis wordt gelegd in kwalitatief onderwijs.
Actieplan: AP000010 - Brecht zet in op kwaliteitsvol onderwijs.
Actie: A000051 - Dagelijkse werking muziekschool.
ARK: 7026000
Beleidsveld: BV 0820
Omschrijving: ontvangsten vergoeding muziekinstrumenten
Gemeenteraadsbeslissing van 12 december 2019 betreffende het retributiereglement op het uitlenen van muziekinstrumenten.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 - artikel 41.
Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente wordt een retributie voorgesteld op het uitlenen van muziekinstrumenten aan de leerlingen van de gemeentelijke muziekacademie.
In de gemeentelijke muziekacademie worden diverse muziekinstrumenten in bruikleen gegeven aan de leerlingen.
Deze retributie heeft tot doel een deel van de kosten te recupereren die gepaard gaan met het organiseren van deeltijds kunstonderwijs.
In het organiserend bestuur van Antwerpen heeft men de tariefstructuur gewijzigd en past men vanaf schooljaar 2021-2022 een korting toe voor de huurgelden voor leerlingen die in aanmerking komen voor een verminderd tarief. In Brecht wordt voorgesteld deze korting eveneens toe te passen.
Toelichting wordt gegeven door schepen I. Van Den Heuvel.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 2.51.58 uur tot en met 2.53.41 uur.
Artikel 1 - Termijn
Vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie geheven op het uitlenen van muziekinstrumenten.
Artikel 2 - Toepassingsgebied
De retributie is verschuldigd door de leerlingen van de gemeentelijke muziekacademie die officieel ingeschreven zijn en die een instrument in bruikleen wensen te krijgen.
Indien de leerling minderjarig is, is de retributie verschuldigd door de ouders of de personen die het hoederecht hebben over de leerling.
Artikel 3 - Tarief
De retributie wordt vastgesteld op 75 euro per muziekinstrument per schooljaar wanneer de huurperiode start tussen 1 september en 31 januari. Wanneer de huurperiode start na 31 januari is de retributie 50 euro per muziekinstrument.
Voor leerlingen met recht op verminderd inschrijvingstarief bedraagt de retributie 25 euro per muziekinstrument per schooljaar. Wanneer de huurperiode ingaat na 31 januari, bedraagt de retributie 0 euro.
De waarborg is 100 euro voor leerlingen. Deze wordt terugbetaald bij het inleveren van het instrument, op voorwaarde dat voldaan is aan alle contractuele verplichtingen.
Artikel 4 - Vrijstellingen
Er zijn geen vrijstellingen voor deze retributie.
Artikel 5 - Annuleringsvoorwaarden
lndien de leerling tijdens het schooljaar stopt met de opleiding dient het gehuurde instrument ten laatste 15 kalenderdagen na de officiële datum van uitschrijving terug aan de academie bezorgd te worden.
Uitsluitend tot 30 september wordt huurgeld terugbetaald.
Artikel 6 - Wijze van betaling
De retributie en waarborg worden contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs.
Artikel 7 - Niet-betaling
Bij niet-betaling van het verschuldigde bedrag (retributie en waarborg) wordt het instrument niet uitgeleend aan de leerling.
Bij betwisting kan het gemeentebestuur zich tot de burgerlijke rechtbank wenden om de retributie in te vorderen. De rechtbanken van Antwerpen zijn bevoegd.
Artikel 8 - Schade of verlies
De leerling (bij minderjarigen: ouders of de personen die het hoederecht hebben over het kind) is verantwoordelijk voor de kosten voor het vervangen of herstellen van het instrument ten gevolge van verlies, diefstal of beschadiging door nalatigheid, verkeerd gebruik, ongeval (laten vallen, stoten …) tijdens de gebruiksperiode.
De schade wordt gemeld aan de directeur van de Academie. Deze staat in voor de herstelling bij een hersteller van zijn keuze. De herstellingskosten zullen afgetrokken worden van de waarborg. Indien de waarborg ontoereikend is, staat de leerling (bij minderjarigen: ouders of de personen die het hoederecht hebben over het kind) in voor de betaling van het saldo.
Artikel 9 - Opheffing vorig reglement
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen.
Artikel 10 - Toezicht
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.
Beleidsdoelstelling: D000005 - Brecht zet in op een bruisende en actieve gemeente door het nastreven van een geïntegreerd vrijetijdsbeleid.
Actieplan: AP000018 - Dagelijkse werking bruisend/actief.
Actie: A000074 - Dagelijkse werking bruisend en actief.
Beleidsveld: BV 0705
ARK: 7026000
Omschrijving: Ontvangsten retributies gebruik lokalen GC en OC
Gemeenteraadsbeslissing van 14 november 2024 betreffende het retributiereglement van de gemeentelijke cultuurinfrastructuur.
Artikel 41 van het Decreet Lokaal Bestuur.
Door het stopzetten van de concessie door de huidige concessiehouder van OC 't Centrum moet een nieuwe opdracht in de markt gezet worden.
Om deze opdracht goed en grondig uit te werken, werken we met een overgangsperiode waarbij een tijdelijk beheerder de werking van OC 't Centrum op zich zal nemen.
Hierdoor voldoet het bestaande retributiereglement niet meer en dient het te worden herzien.
De prijszetting van de verschillende zalen voor categorie 2 is afgestemd op de prijzen die door de huidige concessiehouder gehanteerd worden.
Voor categorie 3 hebben we in vergelijking met onze andere infrastructuur een prijszetting bepaald.
Toelichting wordt gegeven door schepen R. Ruelens.
Met de goedkeuring van de raadsleden worden de tarieven van Goorhof nog aangepast.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 2.53.42 uur tot en met 2.57.50 uur.
Artikel 1 - Termijn
Vanaf 1 november 2025 tot en met 31 december 2026 wordt een retributie geheven voor het gebruik van de gemeentelijke cultuurinfrastructuur. Hieronder wordt verstaan:
Brecht:
Sint-Job-in-'t-Goor:
Sint-Lenaarts:
Artikel 2 - Definitie
Dit reglement maakt duidelijk wie de retributie verschuldigd is, wie vrijgesteld is, wat de hoogte van de retributie bedraagt en op welke manier betaald dient te worden.
In het kader van dit retributiereglement worden volgende begrippen gebruikt:
- Erkende Brechtse Vereniging: vereniging met geldige erkenning door het college van burgemeester en schepenen.
- Erkende Brechtse Welzijnsorganisatie: vereniging die werkt voor/met mensen in armoede, met geldige erkenning door college van burgemeester en schepenen.
- Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden: samenwerking van minstens twee gemeenten inclusief Brecht.
Artikel 3 - Toepassingsgebied
De retributie is verschuldigd door: de particuliere personen, vennootschappen, stichtingen of de verenigingen die het gebruik van een lokaal/zaal aanvragen.
| Gebruikers worden ingedeeld volgens volgende categorieën |
|
| Categorie 0 |
Gemeentelijke diensten, erkende Brechtse adviesraden, Brechtse scholen, intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en welzijnsschakels |
| Categorie 1 |
Erkende Brechtse verenigingen of stichtingen, politieke partijen van Brecht |
| Categorie 2 |
Niet-erkende Brechtse verenigingen, particulieren woonachtig in Brecht, vennootschappen met hun maatschappelijke zetel in Brecht |
| Categorie 3 |
Niet-Brechtse verenigingen en vennootschappen, niet-Brechtse particulieren |
Artikel 4 - Tarief
| VM |
Voormiddag: 08.00 uur – 13.00 uur |
| NM |
Namiddag: 13.00 uur – 18.00 uur |
| AV |
Avond: na 18.00 uur |
| WK |
Elk dagdeel op zaterdag/zondag |
A. Zaalhuur
Voor de periode van 1 november 2025 tot en met 31 december 2026 wordt de retributie vastgesteld op:
OC ’t CENTRUM - Categorie 0
Geen retributie verschuldigd.
OC ’t CENTRUM - Categorie 1
|
|
VM / NM |
AV / WK |
DAG |
| Podiumzaal |
26 euro |
38,90 euro |
64,90 euro |
| Foyer |
13 euro |
19,50 euro |
32,40 euro |
| Keuken |
8,70 euro |
13 euro |
21,70 euro |
| Café |
8,70 euro |
13 euro |
21,70 euro |
| Vergaderzaal 1 |
8,70 euro |
13 euro |
21,70 euro |
| Vergaderzaal 2 |
8,70 euro |
13 euro |
21,70 euro |
| Vergaderzaal 3 |
4,40 euro |
6,50 euro |
10,70 euro |
OC ’t CENTRUM - Categorie 2
|
|
VM / NM |
AV / WK |
DAG |
| Podiumzaal |
230 euro |
320 euro |
550 euro |
| Foyer |
150 euro |
200 euro |
350 euro |
| Keuken |
80 euro |
120 euro |
200 euro |
| Café |
80 euro |
120 euro |
200 euro |
| Vergaderzaal 1 |
80 euro |
120 euro |
200 euro |
| Vergaderzaal 2 |
80 euro |
120 euro |
200 euro |
| Vergaderzaal 3 |
30 euro |
50 euro |
80 euro |
OC ’t CENTRUM - Categorie 3
|
|
VM / NM |
AV / WK |
DAG |
| Podiumzaal |
345 euro |
480 euro |
825 euro |
| Foyer |
225 euro |
300 euro |
525 euro |
| Keuken |
120 euro |
180 euro |
300 euro |
| Café |
120 euro |
180 euro |
300 euro |
| Vergaderzaal 1 |
120 euro |
180 euro |
300 euro |
| Vergaderzaal 2 |
120 euro |
180 euro |
300 euro |
| Vergaderzaal 3 |
45 euro |
75 euro |
120 euro |
OC ’t CENTRUM:
’t GEMEENTEHUIS - Categorie 0
Geen retributie verschuldigd.
’t GEMEENTEHUIS - Categorie 1
|
|
VM / NM |
AV / WK |
DAG |
| Zaal Kleiput |
10,90 euro |
16,20 euro |
27 euro |
| Zaal Schietbaan |
10,90 euro |
16,20 euro |
27 euro |
| Raadzaal |
- |
- |
- |
| ‘t Cafeetje |
4,30 euro |
6,60 euro |
10,80 euro |
Voor (grotere) evenementen waarbij er andere drank dan koffie, thee en water geschonken wordt, kan 't Cafeetje mee gehuurd worden.
’t GEMEENTEHUIS - Categorie 2
Niet van toepassing.
’t GEMEENTEHUIS - Categorie 3
Niet van toepassing.
UNIQ - Categorie 0
Geen retributie verschuldigd.
UNIQ - Categorie 1
|
|
VM / NM |
AV / WK |
DAG |
| Polyvalente zaal |
26 euro |
38,90 euro |
64,90 euro |
UNIQ - Categorie 2
|
|
VM / NM |
AV / WK |
DAG |
| Polyvalente zaal |
77,70 euro |
116,70 euro |
194,50 euro |
UNIQ - Categorie 3
|
|
VM / NM |
AV / WK |
DAG |
| Polyvalente zaal |
234 euro |
349,50 euro |
583,50 euro |
KAPEL OUDE KLOOSTER - Categorie 0
Geen retributie verschuldigd.
KAPEL OUDE KLOOSTER - Categorie 1
|
|
VM / NM |
AV / WK |
DAG |
| Zaal |
8,70 euro |
13 euro |
21,70 euro |
Tentoonstelling: Voor het gebruik van de Kapel als tentoonstellingsruimte zal de gebruiker een retributie dienen te betalen van 123,80 euro per week voor een tentoonstelling met gratis inkom.
KAPEL OUDE KLOOSTER - Categorie 2
|
|
VM / NM |
AV / WK |
DAG |
| Zaal |
26 euro |
38,90 euro |
64,90 euro |
Tentoonstelling: Voor het gebruik van de Kapel als tentoonstellingsruimte zal de gebruiker een retributie dienen te betalen van 123,80 euro per week voor een tentoonstelling met gratis inkom.
KAPEL OUDE KLOOSTER - Categorie 3
Niet van toepassing.
BIJENKORF - Categorie 0
Geen retributie verschuldigd.
BIJENKORF - Categorie 1
|
|
VM / NM |
AV / WK |
DAG |
| Koninginnezaal |
26 euro |
38,90 euro |
64,90 euro |
| De Dar |
8,70 euro |
13 euro |
21 euro |
| De Werkbij |
8,70 euro |
13 euro |
21 euro |
| Keuken |
8,70 euro |
13 euro |
21 euro |
BIJENKORF - Categorie 2
|
|
VM / NM |
AV / WK |
DAG |
| Koninginnezaal |
77,70 euro |
116,70 euro |
194,50 euro |
| De Dar |
26 euro |
38,90 euro |
64,90 euro |
| De Werkbij |
26 euro |
38,90 euro |
64,90 euro |
| Keuken |
26 euro |
38,90 euro |
64,90 euro |
Particulieren vermeld in van categorie 2 kunnen de zalen van de Bijenkorf niet huren voor privé-aangelegenheden.
BIJENKORF - Categorie 3
|
|
VM / NM |
AV / WK |
DAG |
| Koninginnezaal |
194,50 euro |
234 euro |
349,50 euro |
| De Dar |
88,30 euro |
131,80 euro |
219,70 euro |
| De Werkbij |
88,30 euro |
131,80 euro |
219,70 euro |
| Keuken |
88,30 euro |
131,80 euro |
219,70 euro |
Particulieren vermeld in van categorie 3 kunnen de zalen van de Bijenkorf niet huren voor privé-aangelegenheden.
GOORHOF - Categorie 0
Geen retributie verschuldigd.
GOORHOF - Categorie 1
Feestzaal: via concessiehouder.
GOORHOF - Categorie 2
Feestzaal: via concessiehouder.
GOORHOF - Categorie 3
Feestzaal: via concessiehouder.
| KORTINGEN |
|
| Korting voor gebruikers in categorie 1, voor cultuurinfrastructuur vermeld in art. 1 (berekend op huurfrequentie). Dit is een eenmalige terugbetaling van korting gegeven op aantal boekingen van het afgelopen boekingsjaar, volgens de regels die hier vermeld staan. Deze zal in september of oktober terugbetaald worden. |
|
| 10 tem 29 boekingen per jaar |
10% korting |
| 30 tem 49 boekingen per jaar |
30% korting |
| +50 boekingen per jaar |
50% korting |
De tarieven worden jaarlijks op 1 september aangepast volgens de schommelingen van de gezondheidsindex. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand maart van het huidige jaar te delen door het indexcijfer van de maand september in 2025. Bij indexering worden de tarieven afgerond tot op het dichtstbijzijnde 0,10 euro.
B. Schoonmaak
De huurder is verantwoordelijk voor de basisschoonmaak van de gebruikte infrastructuur.
De ruimtes moeten in oorspronkelijke staat teruggebracht worden, afval moet meegenomen zijn of op de daartoe bestemde plaats gezet worden.
De ruimte moet bezemschoon achtergelaten worden; dit wil zeggen, als een schone vloer zonder vlekken.
Bij vlekken die niet verwijderd werden, zal sowieso een poetsbeurt aangerekend worden.
Bij grote schade worden de bedragen toegepast zoals beschreven in het retributiereglement “sluikstort en schade door derden”
Kostprijs extra poetsbeurt: 23 euro per half uur - te rekenen vanaf ieder begonnen half uur (*).
(*) Volgens tarieven beschreven in art. 4 van het retributiereglement "sluikstort en het herstel van schade door derden"
C. Overschrijden van de huurperiode
| OC 't Centrum - Podiumzaal, foyer, keuken |
150 euro |
| OC 't Centrum - Vergaderzalen |
75 euro |
| ‘t Gemeentehuis - Polyvalente zalen |
75 euro |
| UNIQ - Polyvalente zaal |
150 euro |
| Kapel Oude Klooster |
75 euro |
| Bijenkorf - De Dar, De Werkbij, keuken |
75 euro |
| Bijenkorf - Koninginnezaal |
150 euro |
D. Huur bergruimte
| OC ‘t CENTRUM |
||
|
|
Huur opbergruimte per werkingsjaar |
Eenheid |
| Vergaderzaal 1 |
61,90 euro |
per kast |
| Vergaderzaal 2 |
61,90 euro |
per kast |
| Vergaderzaal 3 |
61,90 euro |
per kast |
| Podiumzaal |
18,60 euro |
per m² |
|
|
|
|
| UNIQ |
||
|
|
Huur opbergruimte per werkingsjaar |
Eenheid |
| Polyvalente ruimte |
61,90 euro |
per kast |
| Berging |
18,60 euro |
per kast |
|
|
|
|
| BIJENKORF |
||
|
|
Huur opbergruimte per werkingsjaar |
Eenheid |
| Berging |
Via concessiehouder |
per kast |
Artikel 5 - Vrijstellingen
De retributie is niet verschuldigd voor de door de gemeente bevorderende initiatieven in samenwerking met het Rode Kruis.
Artikel 6 - Annuleringsvoorwaarden
lndien de aanvrager geen gebruik maakt van de ter beschikking gestelde accommodatie wordt een retributie toegepast afhankelijk van het moment waarop de annulering via e-mail kenbaar werd gemaakt:
| Tijdstip van annuleren |
Retributie |
| Meer dan 2 weken voor gebruik |
Gratis |
| Minder dan 2 weken voor gebruik |
100% retributie |
| Geen annulatie of geen geldige annulatie |
50 euro + 200% retributie |
De annulering moet steeds gebeuren via: reservatie@brecht.be
In geval van bewezen en manifeste overmacht m.b.t. het wegvallen van de activiteit of het tijdig indienen van de annulering, kan op advies van het beheersorgaan van het gemeenschapscentrum aan het college van burgemeester en schepenen worden voorgesteld af te zien van het innen van deze vergoedingen.
De aanvraag hiertoe moet gericht worden aan het beheersorgaan.
Indien het gemeentebestuur door bewezen en manifeste overmacht de ruimtes niet ter beschikking kan stellen, zal de gebruiker/aanvrager geen enkel recht op schadevergoeding kunnen laten gelden.
Artikel 7 - Wijze van betaling
De retributie wordt eisbaar zodra de dienstverlening aanvangt.
De gebruikers betalen maandelijks na ontvangst van de rekening door overschrijving op een financiële rekening van het gemeentebestuur
Artikel 8 - Oneigenlijk gebruik
Wie een lokaal aanvraagt, moet dit doen in de hoedanigheid van organisator of namens de organisator. De organisator mag de ter beschikking gestelde ruimte niet laten gebruiken door derden of voor andere doeleinden dan opgegeven in de aanvraag.
Als oneigenlijk gebruik wordt beschouwd bv: een privéaangelegenheid, terwijl de zaal werd aangevraagd door een vereniging.
Indien oneigenlijk gebruik vastgesteld wordt, dient de gebruiker een retributie te betalen van: 50 euro + 300% van de voorziene retributie.
Artikel 9 - Opheffing vorig reglement
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen.
Artikel 10 - Toezicht
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.
Doelstelling: D000005 - Brecht zet in op een bruisende en actieve gemeente door het nastreven van een geïntegreerd vrijetijdsbeleid
Actieplan: AP000018 - Dagelijks werking bruisend
Actie: A000074 - Dagelijkse werking bruisend / actief
Beleidsveld: BV 0709
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Op 31 oktober 2025 stopt de samenwerking met de huidige concessiehouder van OC 't Centrum.
De gemeente neemt tijdelijk de uitbating over tot een nieuwe concessiehouder gevonden is.
Het gebruikersreglement dient te worden aangepast worden naar nieuwe manier van werken.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 2.57.51 uur tot en met 2.58.46 uur.
Artikel 1 - Doel van het centrum
OC ’t Centrum heeft tot doel om ruimte te bieden voor:
OC ’t Centrum is geen ruimte voor openbare fuiven.
Artikel 2 - Definities
PODIUMZAAL (zaal kleipikker):
De podiumzaal betreft een professioneel ingerichte zaal met een mobiele, inschuifbare tribune met 244 vaste zitplaatsen, geschikt voor middelgrote theater- en muziekvoorstellingen, kleinere congressen, kleinkunst- en schoolopvoeringen. Indien de tribune volledig wordt ingeschoven kan er ook altijd een feest gehouden worden in de zaal. De zaal beschikt over een eigen toog met 2 tapkranen en volledige tapinstallatie voor grote vaten. Tevens zijn er enkele drankenkoelingen voorzien. De toog ligt naast een grote drankenberging, en aan de andere zijde langs een berging voor stoelen- en tafelsopslag.
Indien de tribune ingeschoven is, heeft de podiumzaal een oppervlakte van 330 m² en een bezettingsgraad van 300 personen; en nog eens 40 personen extra op het podium zelf dat een oppervlakte heeft van 110 m². Het podium is ook toegankelijk voor andersvaliden door de traplift naast het kleine trapje.
De 2 kleedruimtes achter het podium zijn allebei voorzien van een doucheruimte met toilet en lavabo.
Achteraan het gebouw is een laadkade gemaakt met garagepoort waardoor het handig is om podiumtechnieken en overige materiaal op het podium te krijgen en buiten te brengen.
FOYER:
De foyer is gesitueerd direct achter de hoofdingang. De foyer is een kleinere zaal voorzien van een toog en een ontvangstgeheel.
Door de zwarte mobiele wand kan de foyerzaal afgesloten worden zodat er een aparte doorgang wordt gecreëerd naar de podiumzaal en de sanitaire blok.
De toog heeft zijn eigen kleine berging en net als bij de andere togen is hier ook een tapinstallatie voorzien om grote vaten te consumeren. Ook worden er een drankenkoeling en 2 tapkranen voorzien.
Vanuit de zaal is er een rechtstreekse toegang naar de keuken.
Naast de toegang tot de keuken is er een smart-TV bevestigd aan de muur door middel van een draaibare houder.
De bezettingsgraad van de foyer is vastgelegd op 155 personen en heeft een oppervlakte van 155 m².
CAFE:
De toegang tot het café is voorzien via de algemene inkom van het ganse gebouw, zodoende dat gebruikers van vergaderzalen, bezoekers van zaal Kleipikker ook zeker hun weg vinden naar deze cafetaria. De ruimte is volledig afgewerkt met grijze vloertegels en een zwart akoestisch loshangend plafond. De toog en kasten zijn volledig uitgewerkt in zwarte hogedruklaminaatplaten (HPL). De toog is voorzien van indirecte verlichting.
De bezettingsgraad van de cafetaria is vastgelegd op 100 personen; en deze heeft een oppervlakte van 122 m². In de cafetaria zijn er 2 gescheiden toiletten voorzien.
De cafetaria is voorzien van 2 nieuwe competitiebiljarts en een smart-TV bevestigd aan de muur door middel van een draaibare houder. Ook voorzien door de gemeente zijn 18 tafels (afmetingen 80x80cm) met 36 leuke daar bijhorende houten stoelen zonder armleggers. De biljarts kunnen dichtgelegd worden met een plaat waarrond 18 stuks lage barkrukken kunnen geplaatst worden. Voor de toog zijn er nog 8 stuks hoge barkrukken voorzien in de basisuitrusting van de cafetaria.
De cafetaria heeft een kleine aparte berging voor drank en dergelijke achter de toog. De toog is voorzien van 2 tapkranen en 4 drankenkoelkasten. Koeling en aansluiting van vaten is reeds allemaal voorzien in de berging.
LESKEUKEN
De keuken bestaat uit twee delen:
- Een zone natte keuken. Deze is voorzien van een doorschuif-afwasmachine.
- Een zone kookkeuken. Hierin is voorzien in een spoeltafel om groenten te wassen, 2 mobiele werktafels, een kleine en grote koelkast en een aparte diepvriezer. Onder de grote dampkap die voorzien is van een automatische brandblusinstallatie bevindt zich nog een dubbele friteuse, een combisteamer en een inductiekookplaat met 4 pitten.
De bezettingsgraad van de keuken is vastgelegd op 20 personen.
VERGADERZALEN
Er zijn 2 grote vergaderzalen met een oppervlakte van 48 m² en deze hebben beiden een bezettingsgraad van 30 personen. Tevens is er nog 1 kleinere vergaderzaal en deze heeft een oppervlakte van 34 m² en een bezettingsgraad van 20 personen.
Alle vergaderruimtes beschikken over een smart-TV, verbinden kan eenvoudig met een HDMI kabel.
Een kitchenette op de verdieping kan door de verschillende partijen gebruikt worden. Opgelet: het gaat hier om een beperkte kitchenette. Hier kunnen geen maaltijden bereid worden of kookactiviteiten georganiseerd.
| Capaciteit | |||
| Staand | Zittend | Tribune | |
| Podiumzaal Kleipikker | 300 | 200 | 244 |
| Foyer | 155 | 100 | |
| (Les)keuken | 20 | ||
| Café | 122 | 100 | |
| Grote vergaderzaal 1 | 30 | 24 | |
| Grote vergaderzaal 2 | 30 | 24 | |
| Kleine vergaderzaal 3 | 20 | 12 | |
Voor foyer en podiumzaal worden er ook voorzien:
Artikel 4 - Reserveren
1. De aanvraag voor het gebruik van een lokaal van OC ’t Centrum dient te gebeuren:
In eerste instantie via het online reservatiesysteem op de gemeentelijke website. Voor bijkomende vragen of hulp bij de dienst vrije tijd.
Voor de eigen programmatie geldt dat de grote lijnen van de eigen programmatie van de gemeente in het OC van het volgende seizoen (september jaar 1 - eind augustus jaar 2) in mei van jaar 1 worden afgerond.
Na het invullen van de programmatie worden activiteiten van gebruikers uit categorie 0 ingepland.
Daarna, d.w.z. nadat de eigen programmatie is ingepland en activiteiten van gebruikers die vallen onder categorie 0 in de planning zijn opgenomen, worden de alsdan reeds gekende aanvragen voor het volgend seizoen van de erkende verenigingen, aangesloten bij een van de erkende adviesraden behandeld.
Vervolgens, dus nadat de activiteiten voor de erkende verenigingen zijn ingepland, worden de “andere aanvragen” behandeld, eveneens volgens datum en uur van indienen. Opties kunnen vanaf 1 januari van jaar 1 genomen worden (tot 31 augustus van jaar 2).
Reservaties zijn pas definitief na deze procedure.
Indien de voorrangsperiode voor respectievelijk de eigen programmatie en de erkende verenigingen voorbij is, vallen de alsdan nog niet geplande activiteiten niet langer onder de voorrangsregels en volgen zij dus de procedure voor de “andere aanvragen”, waarbij de chronologie van indienen wordt gevolgd.
In geval van onenigheid of bij dubbele aanvragen tijdens het reservatieoverleg van verenigingen, wordt er beslist op basis van de hierna omschreven prioriteitenlijst:
Zie retributiereglement i.v.m. gebruik cultuurinfrastructuur.
Artikel 6 - Betalingsmandaten
Artikel 7 - Gebruiksregels (algemeen)
De aanvrager/verantwoordelijke dient vanaf de aanvang van de voorbereidingen tot en met het einde van de activiteiten aanwezig te zijn. De aanvrager/verantwoordelijke is de enige contactpersoon die een ruimte huurt. De aanvrager/verantwoordelijke mag zich laten vervangen door een andere persoon. De naam van de plaatsvervanger dient vooraf, samen met alle andere inlichtingen, meegedeeld te worden.
Het is verboden te nagelen in, te schilderen, te plakken of te schrijven op ramen deuren, muren, vloeren, dakstructuren en zolderingen, of hierin enig hechtingsmiddel aan te brengen. Borden, aanplakbiljetten, etc. mogen na aanwijzing van de tijdelijk beheerder slechts aangebracht worden op de daartoe voorziene plaatsen. De aanvrager/verantwoordelijke treft de nodige maatregelen om te voorkomen dat derden tijdens een activiteit affiches (of andere aanplakbiljetten) aanbrengen.
Indien er tijdens de activiteit dranken worden verkocht waakt de aanvrager/verantwoordelijke erover dat de wet op de openbare dronkenschap wordt nageleefd.
Indien er tijdens de activiteit muziek gespeeld wordt of als er andere zaken waarvoor auteursrechten verschuldigd zijn, geprogrammeerd worden, dient de aanvrager zelf in te staan voor de aanvraag en de betaling van de verschuldigde rechten.
De muziek moet derwijze geregeld worden dat ze niet storend is voor de gebruikers van de horecazaak, van het ontmoetingscentrum en de omwonenden.
De sleutels/badge
Tijdens de activiteiten, maar ook tijdens de voorbereidingen en/of repetities zijn de lokalen waarvoor geen aanvraag werd ingediend niet toegankelijk.
De lokalen worden voor de activiteit door de gebruiker klaargezet. Het klaarzetten en ontruimen van de zaal moet tijdens de gereserveerde uren gebeuren.
Bij het verlaten van de lokalen dient de normale schikking hersteld te worden. Bij overtreding kan aan de aanvrager/verantwoordelijke een boete opgelegd worden en kan eventueel de toegang tot alle gemeentelijke infrastructuur ontzegd worden. Meer info over deze tarieven in het retributiereglement i.v.m. gebruik cultuurinfrastructuur.
Alle papierresten en afval moeten door de aanvrager/verantwoordelijke verwijderd worden. Deze worden door de aanvrager/verantwoordelijke verzameld op de door de tijdelijk beheerder aangewezen plaats. Indien dit niet gebeurt zal hier gevolg worden aangegeven volgens tarieven vermeld in het retributiereglement op het opruimen van sluikstort en het herstel van schade door derden..
Na afloop van de activiteit zorgt de aanvrager/verantwoordelijke dat de zalen schoon achtergelaten worden. Richtlijnen hiervoor worden per zaal geafficheerd.
Na afloop van de activiteit zet de aanvrager/verantwoordelijke in de vergaderzalen de glazen, borden en bestek samen. De gebruiker staat in voor de afwas waarvoor ze gebruik kunnen maken van de kitchenette op de eerste verdieping.
Na afloop van de activiteit in de podiumzaal, foyer en leskeuken wast en droogt de aanvrager/verantwoordelijke de glazen, borden en bestek af en zet alles terug op de juiste plaats.
De gebruiker is verantwoordelijk voor het uitschakelen van de verlichting en het behoorlijk afsluiten van de lokalen (ramen en deuren).
Indien het gemeentepersoneel genoodzaakt wordt om het lokaal op te kuisen, buiten de normale poetsbeurt of werkzaamheden uit te voeren als gevolg van inbreuken op de bepalingen van het huishoudelijk reglement, zal de aanvrager de kostprijs van de uitgevoerde werken aangerekend worden. De kostprijs hiervoor werd voorzien in het retributiereglement i.v.m. gebruik cultuurinfrastructuur.
Het houden van dieren is verboden, behoudens andersluidende en voorafgaande toelating van de gemeente (m.u.v. geleidehonden).
Voor de activiteiten dient de aanvrager/verantwoordelijke minimaal 30 kalenderdagen voor de activiteit de nodige afspraken met de tijdelijk beheerder van OC ‘t Centrum te maken. De nodige voorbereidings-, opruim- en poetstijd dient eveneens gereserveerd te worden.
Tijdens alle activiteiten dient de aanvrager/verantwoordelijke in het nodige toezicht te voorzien. De aanvrager/verantwoordelijke dient erover te waken dat de omgeving van het gebouw niet verontreinigd wordt.
Er geldt een geheel rookverbod in het gebouw. De aanvrager/verantwoordelijke zal toezien op het naleven van dit verbod.
Artikel 8 - Gebruiksregels (specifiek)
1. Tribune
2. Technische installaties
Aanplakbrieven van cultuurevenementen, aanbevelingen van cultuurverenigingen enz. … zijn enkel toegelaten op de officiële aanplakborden. Vragen hiervoor kunnen gesteld worden aan de bibliotheekmedewerker tijdens openingsuren van de bibliotheek in het gebouw. De gemeente is gehouden tot ophanging van alle aankondigingen en documenten waartoe hij door de Gemeente wordt verplicht.
4. Opbergruimte
Frequente gebruikers hebben de mogelijkheid om opslagruimte te huren. Het betreft hierbij:
Deze ruimte kan worden toegekend naar beschikbaarheid. Tarieven voor de huur van deze opslagruimte zijn te vinden in het retributiereglement i.v.m. gebruik cultuurinfrastructuur. Aanvragen voor deze opbergruimte verlopen via de balie van de dienst vrije tijd
5. Drankverbruik
De leskeuken kan gehuurd worden. De aanvrager/verantwoordelijke dient hiervoor concrete afspraken te maken met de gemeente, via de dienst vrije tijd.
Artikel 9 - Schade en verantwoordelijkheid
Artikel 11 - Algemene bepalingen
Artikel 12 - Opheffing vorig reglement
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen.
Positief advies sportraad op datum van 18 november 2024.
Beleidsdoelstelling: D00005 - Brecht zet in op een bruisende en actieve gemeente door het nastreven van een geïntegreerd vrijetijdsbeleid
Actieplan: AP000018 - Dagelijkse werking bruisend/actief
Actie: A000074 - Dagelijkse werking bruisend en actief
Beleidsveld: BV 0742
ARK: 7026000
Omschrijving: Ontvangsten retributies gebruik sportlokalen
Gemeenteraadsbeslissing van 8 juni 2023 betreffende het retributiereglement gemeentelijke sportinfrastructuur.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017
Een aanpassing aan het huidige retributiereglement sportinfrastructuur dringt zich op. Er zijn immers enkele bepalingen binnen het huidige reglement die niet worden toegepast omwille van de complexe of omslachtige administratieve procedure en deze dienden aangepast te worden:
Toelichting wordt gegeven door burgemeester F. Van Looveren.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 2.58.47 uur tot en met 2.59.53 uur.
Artikel 1 - Termijn
Vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie geheven op het gebruik van sportinfrastructuur.
Artikel 2 - Definitie
In het kader van dit retributiereglement worden de volgende begrippen gebruikt.
- Erkende Brechtse vereniging: Een vereniging die in het bezit is van een geldige erkenning als Brechtse vereniging, uitgereikt door het college van burgemeester en schepenen.
- Erkende Brechtse welzijnsorganisatie: Een vereniging die in het bezit is van een geldige erkenning als Brechtse vereniging, uitgereikt door het college van burgemeester en schepenen, en die in het bijzonder werkt voor/met mensen in armoede in de gemeente Brecht.
- Doelgroepenwerking binnen een erkende Brechtse vereniging: Een specifieke afdeling binnen of een deel van een erkende Brechtse vereniging die een sport- of beweegactiviteit organiseert uitsluitend bestemd voor één van de volgende doelgroepen:
- Erkende bovenlokale of landelijke organisatie met een Brechtse doelgroepenwerking: Een niet-commerciële bovenlokale vereniging, landelijke sportorganisatie of koepelorganisatie die een sport- of beweegactiviteit organiseert bestemd voor één van de volgende doelgroepen:
Artikel 3 - Toepassingsgebied
De retributie is verschuldigd door de gebruikers van de sportinfrastructuur.
De gebruikers worden opgedeeld in volgende categorieën.
Artikel 4 - Tarieven
Tarieven voor het gebruik van Sporthal de Ring:
Tarieven (per uur) inclusief gebruik kleedkamers:
|
|
Cat 0 |
Cat 1A |
Cat 1B |
Cat 2 |
Cat 3 |
| Kleine zaal |
Gratis |
5 euro |
8,40 euro |
12 euro |
18 euro |
| Grote zaal |
Gratis |
15 euro |
25,20 euro |
36 euro |
54 euro |
| 1/3e van de grote zaal |
Gratis |
5 euro |
8,40 euro |
12 euro |
18 euro |
| 2/3e van de grote zaal |
Gratis |
10 euro |
16,80 euro |
24 euro |
36 euro |
Tarieven voor lastminute reservaties (per uur) inclusief gebruik kleedkamers:
|
|
Cat 0 |
Cat 1A |
Cat 1B |
Cat 2 |
Cat 3 |
|
| Kleine zaal |
Gratis |
18 euro |
18 euro |
18 euro |
18 euro |
|
| Grote zaal |
Gratis |
54 euro |
54 euro |
54 euro |
54 euro |
|
| 1/3e van de grote zaal |
Gratis |
18 euro |
18 euro |
18 euro |
18 euro |
|
| 2/3e van de grote zaal |
Gratis |
36 euro |
36 euro |
36 euro |
36 euro |
|
Tarieven voor evenementen per dag (*) inclusief gebruik kleedkamers:
|
|
Cat 0 |
Cat 1A |
Cat 1B |
Cat 2 |
Cat 3 |
| Evenementen |
Gratis |
150 euro |
150 euro |
300 euro |
450 euro |
(*) Het dagtarief geldt voor evenementen die binnen de reguliere openingstijden plaatsvinden. De openingsuren staan vermeld in het huishoudelijk reglement sportinfrastructuur. Voor elk uur dat buiten de openingsuren valt, wordt de van toepassing zijnde uurprijs bijkomend in rekening gebracht.
Tarieven voor het gebruik van Brechtse schoolturnzalen (per uur):
| Cat 0 |
Cat 1A |
Cat 1B |
Cat 2 |
Cat 3 |
|
| VBS Maria Middelares |
Gratis |
5 euro |
8,40 euro |
12 euro |
18 euro |
| GBS De Sleutelbloem |
Gratis |
5 euro |
8,40 euro |
12 euro |
18 euro |
| GBS De Schakel |
Gratis |
5 euro |
8,40 euro |
12 euro |
18 euro |
| GBS Klavertje 3 |
Gratis |
5 euro |
8,40 euro |
12 euro |
18 euro |
Tarieven voor extra’s:
| Gebruik van een kleedkamer per uur (zonder gebruik sportzaal) of bijkomende kleedkamer per uur |
8,40 euro/stuk |
| Gebruik van sportkoffers in Sporthal De Ring |
6 euro/stuk |
| Gebruik van badmintonracket (inclusief pluimpje) |
1,20 euro/stuk |
| Gebruik van tafeltennispallet (inclusief balletje) |
1,20 euro/stuk |
| Gebruik van een materiaalkast |
24 euro/stuk/jaar |
| Gebruik van de materiaalberging (*) |
6 euro/m²/jaar |
| Overschrijden van de huurperiode |
50 euro/begonnen uur |
| Gebruik afdekmatten in Sporthal de Ring |
50 euro/begonnen transportkar (circa 190 matten per kar) |
| Opbouw en afbraak afdekmatten door personeel gemeente Brecht |
50 euro/begonnen transportkar (circa 190 matten per kar) |
| Reinigen afdekmatten bij sterke vervuiling door personeel gemeente Brecht |
50 euro/begonnen transportkar (circa 190 matten per kar) |
(*) Deze retributie wordt aangerekend voor het opbergen van (sport)materialen die niet ter beschikking worden gesteld aan andere gebruikers.
De tarieven worden jaarlijks op 1 september aangepast volgens de schommelingen van de gezondheidsindex. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand maart voorafgaand aan de indexeringsdatum van het betreffende jaar te delen door het indexcijfer van de maand september 2025. Bij de indexering worden de tarieven afgerond tot op de dichtstbijzijnde 0,10 euro.
Artikel 5 - Oneigenlijk gebruik
Degene die een zaal aanvraagt, moet dit doen als organisator of namens de organisator. De organisator mag de ter beschikking gestelde ruimte niet door derden laten gebruiken of voor andere doeleinden aanwenden dan die welke in de aanvraag zijn opgegeven. Onder oneigenlijk gebruik valt bijvoorbeeld het organiseren van een privéaangelegenheid wanneer de zaal werd aangevraagd namens een vereniging.
| Vaststelling van oneigenlijk gebruik |
50 euro + 300% van de voorziene retributie |
De tarieven worden jaarlijks op 1 september aangepast volgens de schommelingen van de gezondheidsindex. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand maart voorafgaand aan de indexeringsdatum van het betreffende jaar te delen door het indexcijfer van de maand september 2025. Bij de indexering worden de tarieven afgerond tot op de dichtstbijzijnde 0,10 euro.
Artikel 6 - Vervuiling en schade
Indien na gebruik de accommodatie vervuild achtergelaten wordt ten gevolge van het buitensporig sportieve gebruik, dan zal er een retributie aangerekend worden volgens onderstaande tarieven:
| Vuil achterlaten kleedkamer |
50 euro |
| Vuil achterlaten sportzaal |
50 euro |
| Vuil achterlaten toiletten |
50 euro |
| Niet opruimen (of niet correct opruimen) sportmateriaal |
50 euro |
| Laattijdig verlaten kleedkamer |
50 euro |
| Laattijdig verlaten sportzaal |
50 euro |
| Kauwgom |
50 euro |
| Nodeloos laten afgaan van het brandalarm |
50 euro |
| Verlies sleutel of badge |
50 euro |
Voor andere gevallen van vervuiling en schade, die niet expliciet vermeld staan, wordt verwezen naar het retributiereglement op het opruimen van sluikstort en het herstel van schade door derden.
De gebruiker is tevens aansprakelijk voor alle schade die, hetzij opzettelijk hetzij onopzettelijk, toegebracht werd aan de accommodatie en het materiaal aanwezig tijdens de periode dat de accommodatie ter beschikking werd gesteld. De kosten voor het herstellen van schade die toegebracht werd aan de accommodatie en het materiaal tijdens de periode dat deze aan de gebruiker ter beschikking werd gesteld, zullen verhaald worden op deze gebruiker volgens de tarieven vermeld in het retributiereglement op het opruimen van sluikstort en het herstel van schade door derden. Het reglement is raadpleegbaar via www.brecht.be.
De tarieven worden jaarlijks op 1 september aangepast volgens de schommelingen van de gezondheidsindex. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand maart voorafgaand aan de indexeringsdatum van het betreffende jaar te delen door het indexcijfer van de maand september 2025. Bij de indexering worden de tarieven afgerond tot op de dichtstbijzijnde 0,10 euro.
Artikel 7 - Annuleringsvoorwaarden
Indien de gebruiker de accommodatie niet gebruikt, kunnen er bijkomende kosten in rekening worden gebracht. Annuleringen dienen steeds schriftelijk te gebeuren via sporthaldering@brecht.be. Het tijdstip van verzending van deze e-mail is bepalend voor de hoogte van de kosten:
Enkel wanneer er door de gemeente ontegensprekelijk en onmiddellijk overmacht kan vastgesteld worden vanwege de gebruiker (zoals winterse weeromstandigheden, buitentemperatuur hoger dan 30°C of algemene afgelastingen van competitiespeeldagen door een bond), worden geen annuleringskosten aangerekend. De gebruiker dient in dat geval nog steeds een annulatieverzoek te bezorgen en expliciet melding te maken dat er overmacht wordt ingeroepen.
Artikel 8 - Wijze van betaling
De gebruikers betalen maandelijks na ontvangst van de rekening door overschrijving op een financiële rekening van het gemeentebestuur.
Aan niet-erkende gebruikers die occasioneel gebruik maken van de accommodatie kan gevraagd worden om de vastgestelde retributie te betalen voorafgaand aan het gebruik.
Artikel 9 - Opheffing vorig reglement
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen.
Artikel 10 - Toezicht
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.
Beleidsdoelstelling: D000005 - Brecht zet in op een bruisende en actieve gemeente door het nastreven van een geïntegreerd vrijetijdsbeleid.
Actieplan: AP000018 - Dagelijkse werking bruisend en actief
Actie: A000072 - Niet-kostendekkend aanbod
Beleidsveld: BV0751
ARK: 7025200
Omschrijving: Ontvangsten speelpleinwerking
Gemeenteraadsbeslissing van 9 februari 2023 betreffende het retributiereglement op de gemeentelijke speelpleinwerking.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Aan de speelpleinwerking zijn kosten verbonden, waardoor het redelijk is hiervoor een retributie te vragen.
Toelichting wordt gegeven door schepen R. Ruelens.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 2.59.54 uur tot en met 3.01.07 uur.
Artikel 1 - Termijn
Vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie geheven op deelname aan de gemeentelijke speelpleinwerking.
Artikel 2 - Definitie
De gemeentelijke speelpleinwerking wordt georganiseerd door de gemeente.
De voor- en naopvang is inbegrepen in de speelpleinwerking.
Artikel 3 - Toepassingsgebied
De retributie is verschuldigd door de ouders van het deelnemende kind of de personen die het hoederecht hebben over het deelnemende kind.
Artikel 4 - Tarief
De retributie wordt vastgesteld op 5 euro per dag per kind.
De tarieven worden jaarlijks op 1 januari aangepast volgens de schommelingen van de gezondheidsindex. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand september voorafgaand aan de indexeringsdatum van het betreffende jaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2025. Bij de indexering worden de tarieven afgerond tot op de dichtstbijzijnde 0,10 euro.
Artikel 5 - Vrijstellingen
Er zijn geen vrijstellingen voorzien.
De regeling van het kansentarief (UiTPAS) is geldig op deze retributie.
Artikel 6 - Annuleringsvoorwaarden
lndien de aanvrager geen gebruik maakt van de dienstverlening wordt een retributie toegepast afhankelijk van het moment waarop de annulering via e-mail kenbaar werd gemaakt. De annulering moet steeds gebeuren via jeugddienst@brecht.be.
Een inschrijving kan niet kosteloos geannuleerd worden. Op deze regel zijn twee uitzonderingen:
Uitzondering 1: annulering minder dan twee weken voor de start van de activiteit:
Uitzondering 2: annulering meer dan twee weken voor de start van de activiteit
Artikel 7 - Wijze van betaling
De gebruikers betalen bij voorkeur voorafgaand aan het gebruik de vastgestelde retributie (bij inschrijving via het online ticketprogramma).
Indien een inschrijving ter plaatse voor de activiteit mogelijk is en er geen voorafgaande inschrijving plaatsvond, wordt de retributie voor aanvang betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs op aanvraag.
Artikel 8 - Opheffing vorig reglement
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen.
Artikel - Toezicht
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.
Beleidsdoelstelling: D000005 - Brecht zet in op een bruisende en actieve gemeente door het nastreven van een geïntegreerd vrijetijdsbeleid.
Actieplan: AP000018 - Dagelijkse werking bruisend en actief.
Actie: A000074 - Dagelijkse werking bruisend en actief
Beleidsveld: BV 0752
ARK: 7026000
Omschrijving: Ontvangsten repetitieruimte Sint Job SJ
Gemeenteraadsbeslissing van 9 maart 2023 over het retributiereglement op het gebruik van repetitieruimte jeugdhuis 't Jop.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Aan de verhuur van de repetitieruimte in jeugdhuis 't Jop zijn kosten verbonden door de gemeente waardoor het redelijk is hiervoor een retributie te vragen.
Toelichting wordt gegeven door schepen R. Ruelens.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 3.01.08 uur tot en met 3.02.50 uur.
Artikel 1 - Termijn
Vanaf 1 januari 2026 tot en met 31 december 2031 wordt een retributie geheven voor het gebruik van de gemeentelijke repetitieruimte in de kelder van jeugdhuis ’t Jop, Kattenhoflaan 102, 2960 Brecht.
Artikel 2 - Toepassingsgebied
De retributie is verschuldigd door de (rechts)persoon die het gebruik van het repetitielokaal aanvraagt.
Artikel 3 - Tarief
De repetitieruimte kan worden gehuurd per dagdeel:
De retributie wordt vastgesteld op: 9,70 euro per dagdeel
| Kortingen voor gebruikers (berekend op huurfrequentie per locatie): |
|
| +10 x per jaar |
10% |
| +30 x per jaar |
30% |
| +50 x per jaar |
50% |
| Bijkomende kosten: |
|
| Huur opbergruimte per werkingsjaar (voor zover beschikbaar): |
50 euro/kast/jaar |
| Indien na het gebruik van de infrastructuur van de repetitieruimte de zalen niet of onvoldoende proper achtergelaten zijn, wordt de gebruiker hiervan op de hoogte gesteld. De uitbater rekent een retributie aan om de nalatigheid van de gebruiker recht te zetten |
50 euro/begonnen uur |
| Overschrijden van huurperiode |
50 euro/begonnen uur |
Schade en sluikstorten en verlies van sleutel: Zie retributiereglement op het opruimen van sluikstort en het herstel van schade door derden.
De tarieven worden jaarlijks op 1 januari aangepast volgens de schommelingen van de gezondheidsindex. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand september voorafgaand aan de indexeringsdatum van het betreffende jaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2025. Bij de indexering worden de tarieven afgerond tot op de dichtstbijzijnde 0,10 euro.
Artikel 4 - Annuleringsvoorwaarden
Indien de aanvrager geen gebruik maakt van de ter beschikking gestelde accommodatie wordt een retributie toegepast afhankelijk van het moment waarop de annulering kenbaar werd gemaakt. De annulering moet steeds gebeuren via het reservatiesysteem.
Gebruikers kunnen kosteloos annuleren tot 48 uur voor moment van gebruik. Annuleringen na dit tijdstip geven aanleiding tot het betalen van de retributie.
Indien de termijn waarin kosteloos kan geannuleerd worden voorbij is, dient de gebruiker ieder niet-gebruik van aangevraagde zaal vooraf te melden. Wanneer vooraf geen annulering werd doorgegeven, zal er een administratieve kost aangerekend worden.
|
Tijdstip van annuleren |
Administratieve kost |
|
De annulatie wordt meer dan 48 uur voor het gebruiksmoment geldig kenbaar gemaakt |
Gratis annuleren |
|
De annulatie wordt minder dan 48 uur voor het gebruiksmoment geldig kenbaar gemaakt |
100% van de retributie |
|
Geen annulatie of geen geldige annulatie |
50 euro + 200% van de retributie |
Indien het gemeentebestuur door overmacht de ruimtes niet ter beschikking kan stellen, zal de gebruiker/aanvrager geen enkel recht op schadevergoeding kunnen laten gelden.
Artikel 5 - Wijze van betaling
De gebruikers betalen na ontvangst van de rekening door overschrijving op een financiële rekening van het gemeentebestuur.
Artikel 6 - Oneigenlijk gebruik
Wie een lokaal aanvraagt, moet dit doen in de hoedanigheid van organisator of namens de organisator. De organisator mag de ter beschikking gestelde ruimte niet laten gebruiken door derden of voor andere doeleinden dan opgegeven in de aanvraag. Indien oneigenlijk gebruik vastgesteld wordt, dient de gebruiker een administratieve kost te betalen van: 50 euro + 300% van de voorziene retributie.
Artikel 7 - Opheffing vorig reglement
Dit reglement vervangt alle voorgaande reglementen.
Artikel 8 - Toezicht
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.
De gemeente Brecht is aangesloten bij het intergemeentelijk samenwerkingsverband IKA.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Gemeenteraadsbeslissing 13 februari 2025 - Aanduiding van Leo Nicolaï als vertegenwoordiger op de algemene vergaderingen van IKA, met als plaatsvervanger Peggy De Winter.
De gemeente Brecht werd per aangetekend schrijven opgeroepen deel te nemen aan de algemene vergadering van IKA die op 11 december 2025 plaats heeft.
Een dossier met documentatiestukken werd per brief op 18 september 2025 overgemaakt aan de gemeente Brecht.
Artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering.
De agenda van de buitengewone algemene vergadering van IKA van 11 december 2025 bevat volgende agendapunten:
1. Bespreking in het kader van artikel 432 van het decreet lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2026 alsook van de door de raad van bestuur opgestelde begroting 2026.
2. Statutaire benoemingen.
3. Statutaire mededelingen.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 3.02.51 uur tot en met 3.04.47 uur.
Artikel 1
De gemeenteraad, na onderzoek van de documenten die bij de oproeping zijn gevoegd, hecht zijn goedkeuring aan de dagorde en de afzonderlijke punten van de dagorde van de buitengewone algemene vergadering van IKA van 11 december 2025:
1. Bespreking in het kader van artikel 432 van het decreet lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2026 alsook van de door de raad van bestuur opgestelde begroting 2026.
2. Statutaire benoemingen.
3. Statutaire mededelingen.
Artikel 2
De gemeenteraad draagt de vertegenwoordiger van de gemeente - die zal deelnemen aan de (fysieke of digitale) buitengewone algemene vergadering van de dienstverlenende vereniging IKA op 11 december 2025 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden) - op zijn stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.
Artikel 3
De gemeenteraad gelast het college van burgemeester en schepenen met de uitvoering van voormelde besluiten en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan het secretariaat van intergemeentelijk samenwerkingsverband IKA, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e‑mailadres lieven.ex@fluvius.be.
Het feit dat de gemeente Brecht momenteel voor één of meerdere activiteiten aangesloten is bij de opdrachthoudende vereniging Fluvius Antwerpen.
Het feit dat de agenda met documentatiestukken opgesteld werd door de raad van bestuur in zitting van 17 september 2025.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Gemeenteraadsbeslissing 13 februari 2025 - Aanduiding van Luc Aerts als effectieve vertegenwoordiger op de algemene vergaderingen van Fluvius, met als plaatsvervanger Miranda Crynen.
Gemeenteraadsbeslissing 13 februari 2025 - Aanduiding van Kris De Pooter als effectieve vertegenwoordiger op de algemene vergaderingen van Fluvius, met als plaatsvervanger Esther Janssens.
Het feit dat de gemeente Brecht per aangetekend schrijven van 18 september 2025 werd opgeroepen om deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering van Fluvius Antwerpen die op 17 december 2025 plaatsheeft.
Het feit dat een dossier met documentatiestukken aan de gemeente Brecht op digitale wijze op 18 september 2025 ter beschikking werd gesteld.
Artikel 432, alinea 3 van het decreet over het lokaal bestuur, waarbij bepaald wordt dat de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering.
Het door de raad van bestuur opgestelde ontwerp van statutenwijzigingen wordt onderverdeeld in 4 luiken:
(1) wijziging over de winstverdeling en kostenlasten met betrekking tot de activiteit warmte
(2) wijzigingen ten gevolge van gewijzigde regelgeving
(3) actualiseringen/verduidelijkingen/tekstverfijningen/voorgestelde partiële splitsing
(4) schrapping van bepalingen die niet langer van toepassing zijn
Het feit dat het niet-bindend advies van de Vlaamse Regering van 23 juli 2025 deel uitmaakt van het dossier ‘statutenwijzigingen’.
Het feit dat het voorstel is om de voorliggende statutenwijzigingen in werking te laten treden per 1 januari 2026.
Het feit dat de raad van bestuur van Fluvius Antwerpen in zitting van 17 september 2025 de bijzondere verslagen heeft opgesteld overeenkomstig de artikelen 6:86 (wijziging voorwerp) en 6:87 (wijziging aandelensoorten) van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen.
Het feit dat de partiële splitsing door overneming die de raden van bestuur van Fluvius Antwerpen en van Fluvius Midden-Vlaanderen voorstellen waarbij de activiteiten elektriciteit, aardgas, openbare elektronische-communicatienetwerken en strategische participaties verbonden aan het grondgebied Zwijndrecht van de gemeente Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht zullen overgaan van de opdrachthoudende vereniging Fluvius Antwerpen naar de opdrachthoudende vereniging Fluvius Midden-Vlaanderen.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 3.04.48 uur tot en met 3.05.49 uur.
Artikel 1
De gemeenteraad geeft goedkeuring aan de agenda van de buitengewone algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging Fluvius Antwerpen van 17 december 2025:
1. Realisatie van een partiële splitsing door overneming overeenkomstig de artikelen 12:8 en 12:59 en volgende van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (hierna WVV) van de Opdrachthoudende vereniging Fluvius Antwerpen (partieel te splitsen vereniging) om de activiteiten elektriciteit, aardgas, openbare elektronische-communicatienetwerken en strategische participaties (Publi-T en Publigas) verbonden aan het grondgebied Zwijndrecht van de gemeente Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht, dewelke zij heeft toevertrouwd aan Fluvius Antwerpen, over te brengen naar de Opdrachthoudende vereniging Fluvius Midden-Vlaanderen (overnemende vereniging):
a. Vaststelling van de in het splitsingsvoorstel opgenomen opschortende voorwaarden en tijdsbepaling.
b. Kennisneming van het splitsingsvoorstel (art. 12:59 WVV), van het omstandig verslag van de Raad van Bestuur (art. 12:61 WVV) en van de Commissaris (art. 12:62 WVV) met betrekking tot het voorstel tot partiële splitsing door overneming en van eventuele belangrijke wijzigingen in activa en passiva van het vermogen (art. 12:63 WVV), met juridische, boekhoudkundige en fiscale uitwerking van de partiële splitsing per 1 januari 2026.
De deelnemers kunnen één maand voor de Buitengewone Algemene Vergadering op de website van Fluvius Antwerpen kennis nemen van het splitsingsvoorstel, voormelde verslagen en de overige stukken bedoeld in de artikelen 12:59, 12:61 en 12:62 WVV en kosteloos een kopie van deze stukken verkrijgen.
c. Goedkeuring van:
i. De partiële splitsing door overneming van de Opdrachthoudende vereniging Fluvius Antwerpen (partieel te splitsen vereniging) om de activiteiten elektriciteit, aardgas, openbare elektronische-communicatienetwerken en strategische participaties (Publi-T en Publigas) verbonden aan het grondgebied Zwijndrecht van de gemeente Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht, over te brengen naar de Opdrachthoudende vereniging Fluvius Midden-Vlaanderen (overnemende vereniging) omvattende alle activa en passiva en alle rechten en plichten, niets uitgezonderd, noch voorbehouden, en dit op basis van een balans afgesloten op 30 juni 2025, met inwerkingtreding per 1 januari 2026 en dit op basis van de ruilverhouding (voorlopige) van de balans afgesloten op 30 juni 2025 en een definitieve ruilverhouding vastgesteld op de balans per 31 december 2025.
ii. De overeenkomstige wijzigingen aan het eigen vermogen.
iii. De overeenkomstige wijzigingen aan het register van de deelnemers.
d. Aanvaarding van de uittreding voor de activiteiten elektriciteit, aardgas, openbare elektronische-communicatienetwerken en strategische participaties (Publi-T en Publigas) verbonden aan het grondgebied Zwijndrecht van de gemeente Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht vanaf 1 januari 2026.
e. Vaststelling van de noodzakelijke uitvoeringsmaatregelen en verlenen van de desbetreffende machtiging naar aanleiding van de besluitvorming omtrent de partiële splitsing en wijzigingen aan het eigen vermogen en inzonderheid verlening van machtiging aan de Raad van Bestuur met mogelijkheid tot subdelegatie om:
i. De al dan niet vervulling van de opschortende voorwaarden die gelden ten aanzien van de partiële splitsing zoals vermeld onder punt 1.a vast te stellen;
ii. De verwezenlijking van de partiële splitsing vast te stellen;
iii. Het overgedragen vermogen exact te beschrijven, en desgevallend de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie vrij te stellen van het nemen van een ambtshalve inschrijving;
iv. De definitieve ruilverhouding in het kader van de partiële splitsing vast te stellen op basis van de geactualiseerde netto actief-waarde van de partieel te splitsen vereniging en de overnemende vereniging per 31 december 2025, berekend volgens de principes vastgelegd in het partiële splitsingsvoorstel en de bijzondere verslagen over het partiële splitsingsvoorstel, dit na revisorale controle van de cijfers per 31 december 2025;
v. Daartoe alle akten en stukken te tekenen, woonplaats te kiezen en alles te doen wat nodig of nuttig kan zijn;
vi. Alle formaliteiten te vervullen met betrekking tot de neerlegging en publicatie van de beslissingen van de Buitengewone Algemene Vergadering en de uitvoering van de partiële splitsing in de meest brede zin.
2. Statutenwijzigingen:
a. Kennisneming bijzonder verslag van de Raad van Bestuur opgesteld overeenkomstig artikel 6:86 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV);
b. Kennisneming bijzonder verslag van de Raad van Bestuur opgesteld overeenkomstig artikel 6:87 van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV);
c. Kennisneming voorafgaand niet-bindend advies Vlaamse Regering d.d. 23 juli 2025;
d. Goedkeuring voorstel van statutenwijzigingen (inclusief de wijziging van het voorwerp);
e. Vaststelling van de opschortende voorwaarden met betrekking tot de statutenwijzigingen;
f. Verlenen van machtiging aan de Raad van Bestuur met mogelijkheid tot subdelegatie om de al dan niet vervulling van de opschortende voorwaarden die gelden met betrekking tot het agendapunt 2 vast te stellen;
g. Verlenen van een machtiging aan de Secretaris van de Raad van Bestuur met mogelijkheid van subdelegatie om de statuten inclusief de bijlagen te coördineren.
3. Verlenen van machtiging aan de Secretaris van de Raad van Bestuur met de mogelijkheid tot subdelegatie voor de opmaak en finalisering van de nodige documenten en voor de afhandeling van de formaliteiten met betrekking tot de agendapunten 1 en 2, en om de beslissingen genomen in de agendapunten 1 en 2 en desgevallend 6, 7 en 8 bij authentieke akte te doen vaststellen.
4. Bespreking in het kader van artikel 432 van het decreet over het lokaal bestuur van de te ontwikkelen activiteiten en de te volgen strategie voor het boekjaar 2026 alsook van de door de Raad van Bestuur opgestelde begroting 2026.
5. Vaststelling uitkeringen overeenkomstig artikel 6:114 e.v. WVV.
6. Desgevallend aanvaarding toetreding/uitbreiding aansluiting gemeenten voor (neven)activiteiten.
7. Statutaire benoemingen.
8. Statutaire mededelingen.
Artikel 2
De gemeenteraad keurt de voorgestelde statutenwijzigingen van Fluvius Antwerpen goed.
Artikel 3
De gemeenteraad keurt het voorstel van partiële splitsing door overneming inzake de overgang van Fluvius Antwerpen naar Fluvius Midden-Vlaanderen van de activiteiten elektriciteit, aardgas, openbare elektronische-communicatienetwerken en strategische participaties verbonden aan het grondgebied Zwijndrecht van de gemeente Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht goed.
De gemeenteraad verzoekt de buitengewone algemene vergadering van Fluvius Antwerpen de uittreding voor de activiteiten elektriciteit, aardgas, openbare elektronische-communicatienetwerken en strategische participaties verbonden aan het grondgebied Zwijndrecht van de gemeente Beveren-Kruibeke-Zwijndrecht te willen aanvaarden.
Artikel 4
De gemeenteraad verzoekt de opdrachthoudende vereniging Fluvius Antwerpen om de nodige bestuurlijke en vennootschapsrechtelijke acties te ondernemen om uitvoering te kunnen geven aan bovenstaande beslissingen van deze gemeenteraad.
Artikel 5
De gemeenteraad draagt de vertegenwoordiger van de gemeente Brecht die zal deelnemen aan de buitengewone algemene vergadering van de opdrachthoudende vereniging Fluvius Antwerpen op 17 december 2025 (of iedere andere datum waarop deze uitgesteld of verdaagd zou worden) op om zijn/haar stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in de gemeenteraad van heden inzake voormeld artikel 1 van onderhavige beslissing.
Artikel 6
De gemeenteraad gelast het college van burgemeester en schepenen met de uitvoering van voormelde beslissingen en onder meer kennisgeving hiervan te verrichten aan de opdrachthoudende vereniging Fluvius Antwerpen, ter attentie van het secretariaat (in pdf-versie), uitsluitend op het e‑mailadres vennootschapssecretariaat@fluvius.be.
We stellen vast dat er zich een onveilige situatie voordoet door onrechtmatig parkeren in de Tuinwijk en omliggende straten.
Hoe schatten jullie de situatie daar in en welke acties gaan jullie ondernemen om deze onveilige situatie aan te pakken?
Toelichting wordt gegeven door schepen I. Van Den Heuvel.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 3.05.50 uur tot en met 3.11.56 uur.
Hoever staat het met de sensibilisering van de fietsstraat in de Kapelweg?
Worden er regelmatig controles uitgevoerd om na te gaan of de automobilisten zich aan de snelheid en de regels van de fietsstraat houden?
Toelichting wordt gegeven door schepen I. Van Den Heuvel.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de video-opname van 3.11.57 uur tot en met 3.32.00 uur.
De voorzitter sluit de zitting op 14/10/2025 om 14:17.
Namens Gemeenteraad,
Annemie Marnef
Algemeen Directeur
Patrick Van Assche
Voorzitter gemeenteraad