De voorzitter opent de zitting op 16/01/2025 om 20:01.
Decreet Lokaal Bestuur d.d. 22 december 2017.
Het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn - RVMW d.d. 17 januari 2019.
Voorzitter P. Van Assche heet iedereen welkom en geeft toelichting over de werkwijze van het verloop van de vergaderingen.
Voorzitter BCSD, L. Aerts, is verontschuldigd.
Het verslag voorgaande zitting wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 00.00 minuten tot 06.55 minuten.
Artikel 1
Het verslag van de voorgaande zitting d.d. 14 november 2024, dat acht dagen voor de huidige zitting ter inzage van de raadsleden heeft gelegen, wordt door de raad voor maatschappelijk welzijn goedgekeurd.
Decreet Lokaal Bestuur d.d. 22 december 2017.
Het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn - RVMW d.d. 17 januari 2019.
Het verslag voorgaande zitting wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 06.56 minuten tot 08.02 minuten.
Artikel 1
Het verslag van de voorgaande zitting d.d. 5 december 2024, dat acht dagen voor de huidige zitting ter inzage van de raadsleden heeft gelegen, wordt door de raad voor maatschappelijk welzijn goedgekeurd.
Artikel 74 van het decreet lokaal bestuur.
Het huishoudelijk reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
Toelichting wordt gegeven door voorzitter P. Van Assche.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 08.03 minuten tot 17.32 minuten.
Artikel 1
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt het huishoudelijk reglement goed.
Artikel 74 van het decreet over het lokaal bestuur.
De deontologische code voor mandatarissen wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
Er worden ook afgevaardigden opgeroepen voor de deontologische commissie.
Het aantal leden van de deontologische commissie bedraagt 1 per fractie en evenveel als het aantal fracties in de raad voor maatschappelijk welzijn, aangevuld met de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn die toegevoegd wordt als voorzitter van de deontologische commissie.
Elke fractie wijst het mandaat in de commissie toe met een voordracht. Bij deze voordracht kan ook maximaal 1 plaatsvervanger aangeduid worden die het commissielid vervangt bij afwezigheid of wanneer die betrokken partij is. Commissieleden en hun vervangers zijn bij voorkeur leden van de fractie. Indien niet-leden van een fractie zouden aangeduid worden, dan worden deze uitgenodigd om eveneens de deontologische code te onderschrijven.
De deontologische commissie is bevoegd voor:
- het formuleren van een gemotiveerd advies aan de raad over het vermoeden van een schending van deze code voor personen die door deze code gevat worden zoals voorzien in de procedure voorzien in de deontologische code.
- het geven van adviezen en aanbevelingen aan de raad over de inhoud van deze code met het oog op het bijsturen ervan. Dat kan op eigen initiatief van de commissie of minstens één keer per bestuursperiode op vraag van de raad conform de bepalingen van de deontologische code.
Kandidaturen kunnen doorgegeven worden tot en met 14 januari 2025 aan secretariaat@brecht.be.
Voordrachten afgevaardigden nu2960 fractie in de deontologische commissie:
- Commissielid: Leo Nicolaï
- Plaatsvervanger: Andreas Ooms
Voordrachten afgevaardigden Ons Brecht fractie in de deontologische commissie:
- Commissielid: Peggy De Winter
- Plaatsvervanger: Esther Janssens
Voordrachten afgevaardigden N-VA fractie in de deontologische commissie:
- Commissielid: Machteld Francken
- Plaatsvervanger: Charlotte Beyers
Toelichting wordt gegeven door voorzitter P. Van Assche.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 17.33 minuten tot 24.17 minuten.
Artikel 1
De raad voor maatschappelijk welzijn geeft goedkeuring aan de deontologische code.
Artikel 2
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt akte van de samenstelling van de deontologische commissie voor mandatarissen.
Voordrachten afgevaardigden nu2960 fractie in de deontologische commissie:
- Commissielid: Leo Nicolaï
- Plaatsvervanger: Andreas Ooms
Voordrachten afgevaardigden Ons Brecht fractie in de deontologische commissie:
- Commissielid: Peggy De Winter
- Plaatsvervanger: Esther Janssens
Voordrachten afgevaardigden N-VA fractie in de deontologische commissie:
- Commissielid: Machteld Francken
- Plaatsvervanger: Charlotte Beyers
Artikel 3
Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn en de verkozen leden.
Tijdens de installatievergadering van 5 december 2024 werd Patrick Van Assche verkozen als voorzitter van de gemeenteraad.
De voorzitter van de gemeenteraad is van rechtswege ook de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Artikel 74, artikel 277§1, artikel 279§1 en artikel 281 van het decreet lokaal bestuur
Binnen het decreet lokaal bestuur zijn er mogelijkheden om de handtekeningsbevoegdheid te delegeren voor wat betreft de reglementen, verordeningen, beslissingen, akten en alle andere stukken of briefwisseling.
Door de voorzitter werd op 6 december 2024 een besluit getroffen om deze bevoegdheid te delegeren aan de voorzitter van het vast bureau.
Dit besluit wordt voor kennisname voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
Toelichting wordt gegeven door voorzitter P. Van Assche.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 24.18 minuten tot 25.14 minuten.
Artikel 1
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van het besluit van de voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn van vrijdag 6 december 2024 met betrekking tot de delegatie van de handtekeningsbevoegdheid.
Artikel 2
Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de diensten van gemeente en OCMW Brecht.
Artikel 177 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat de financieel directeur in volle onafhankelijkheid instaat voor de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole van de beslissingen van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn met budgettaire en financiële impact.
Artikel 266 van het decreet lokaal bestuur bepaalt dat financiële verrichtingen die resulteren in een uitgaande nettokasstroom onderworpen zijn aan een voorafgaand visum voordat enige verbintenis kan worden aangegaan. De financieel directeur onderzoekt de wetmatigheid en de regelmatigheid van de voorgenomen verbintenissen. De financieel directeur kan voorwaarden koppelen aan een visum of een visum weigeren, mits motivering. De raad voor maatschappelijk bepaalt de voorwaarden waaronder de financieel directeur de controle uitoefent en kan bepaalde categorieën van verrichtingen uitsluiten van de visumverplichting.
Artikel 99 van het BBC-besluit van 30 maart 2018 stelt echter dat bepaalde categorieën steeds onderworpen zijn aan een visum:
Tot heden werd er een visum afgeleverd volgens het raadsbesluit van 5 mei 2019 voor uitgaven vanaf 10.000 euro excl. btw.
Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikels 177, 266 en 267
Besluit van de Vlaamse Regering over de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen van 30 maart 2018 en bijhorende ministeriële besluiten
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 9 mei 2019 betreffende de visumplicht
De raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt de voorwaarden waaronder de financieel directeur de controle op de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenissen uitoefent. De raad kan ook bepaalde categorieën van verrichtingen uitsluiten van de visumverplichting.
De financieel directeur adviseert om de huidige werking verder te zetten waarbij uitgaven onder de 10.000 euro excl. btw uitgesloten worden van de visumverplichting. Deze grens is bekend en aanvaard in de organisatie, en vormt een mooie balans tussen controle en vertrouwen in de wettigheid van de gevolgde procedures.
Ondanks het feit dat in de wetgeving overheidsopdrachten de tendens bestaat om de grensbedragen voor de 'aanvaarde factuur' en onderhandelingsprocedures op te trekken, blijft een controle op de wetmatigheid en regelmatigheid en in het bijzonder de kredietcontrole een belangrijk aandachtspunt.
In de praktijk worden alle voorgenomen verrichtingen met een financiële impact van boven 10.000 euro excl. btw dus onderworpen aan een visumverplichting, of het nu gaat om een overheidsopdracht, een aanstelling van personeel, een subsidie, contracten,... De voorwaarden waaronder de financieel directeur de controle uitoefent kunnen behouden blijven zoals in het vroegere besluit.
Toelichting wordt gegeven door schepen L. Cooreman.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 25.15 minuten tot 28.07 minuten.
Artikel 1
De raad voor maatschappelijk welzijn sluit alle verrichtingen met een budgettaire of financiële impact waarvan het bedrag lager is dan 10.000 euro excl. btw uit van de visumverplichting.
Voor verbintenissen die een contractuele looptijd hebben van meer dan één jaar, mag het bedrag niet hoger zijn dan 10.000 euro excl. btw per jaar.
Artikel 2
De aanstellingen van contractuele personeelsleden van minder dan één jaar worden uitgesloten van de visumverplichting. Bij opeenvolgende contracten voor dezelfde functie moet de totale duur worden aangenomen voor de toepassing van deze bepaling.
Artikel 3
De financieel directeur beschikt over een termijn van maximum 20 kalenderdagen voor het uitoefenen van de visumbevoegdheid. Deze termijn vangt aan op het moment waarop het laatst ontbrekende stuk van het betreffende dossier aan de financieel directeur wordt bezorgd. Indien binnen deze termijn geen visum wordt gegeven, wordt de financieel directeur geacht een positief visum te verlenen.
Het visum wordt in ieder geval uiterlijk gegeven voordat de verbintenis ontstaat. Het visum bij een overheidsopdracht wordt principieel gegeven voordat het bestuur de opdracht gunt.
Artikel 4
Het dossier wordt op elektronische wijze (vandaag is dat via het e-notulen systeem) overgemaakt aan de financieel directeur. Het dossier bevat minstens een motivering voor de keuze van de aan te gane verbintenis en alle relevante stukken (bv verslag van nazicht, offertes,...).
Artikel 5
Het visum blijkt uit een (elektronische,) gedateerde verklaring van de financieel directeur.
Artikel 6
Indien de beslissing anders genomen wordt dan zoals voorgenomen op het moment van de visering, dan vervalt het eerste visum en moet het dossier opnieuw ter visering voorgelegd worden aan de financieel directeur voor de verbintenis definitief ontstaat.
Artikel 7
Bij een negatief visum geeft de financieel directeur een uitdrukkelijke motivering.
Artikel 8
Indien de financieel directeur gedurende korte tijd afwezig is wegens verlof of ziekte of een andere wettelijke reden, kan zij een vervanger aanstellen die namens haar de bevoegdheid tot het verlenen van een visum uitoefent. De financieel directeur deelt deze vervanging vooraf mee aan het vast bureau dat hieraan zijn toestemming moet verlenen.
Artikel 9
Afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan alle bevoegde diensten.
Artikel 10
Dit besluit vervangt alle voorgaande besluiten te dezen.
Volgens art. 77 van het decreet lokaal bestuur beschikt de raad voor maatschappelijk welzijn over de volheid van bevoegdheid ten aanzien van de aangelegenheden die aan het OCMW zijn toevertrouwd.
De raad voor maatschappelijk welzijn kan echter volgens art. 78 bij reglement bepaalde bevoegdheden toevertrouwen aan het vast bureau. Dit is meer bepaald het geval voor het vaststellen van de plaatsingsprocedure en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten die vallen onder het begrip 'dagelijks bestuur' (art. 78 tweede lid 10° a)).
Hiervoor moet de raad voor maatschappelijk welzijn eerst vaststellen wat onder het begrip 'dagelijks bestuur' moet worden verstaan (art. 78 tweede lid 9°).
Volgende definitie van het begrip 'dagelijks bestuur' wordt gehanteerd sedert 2022:
Het gaat in de praktijk om overheidsopdrachten die gevoerd kunnen worden middels de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking op basis van het drempelbedrag, dat ondertussen 143.000 euro excl. btw bedraagt. Er moet krediet voorzien zijn in het meerjarenplan, maar de opdracht hoeft niet noodzakelijk nominatief te zijn opgenomen. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen exploitatie- of investeringsuitgaven.
Daarnaast wordt er veel gewerkt met aankoopcentrales. Dit zijn organisaties (bv andere lokale besturen of intercommunales) die een overheidsopdracht plaatsen, waarbij wij als lokaal bestuur kunnen aansluiten. De toetreding tot zo'n aankoopcentrale is in theorie een bevoegdheid van de raad voor maatschappelijk welzijn, ongeacht het bedrag van de aankoop. Om uniformiteit en eenvoud binnen de organisatie te bewaren, zien we sedert 2022 de toetreding tot een aankoopcentrale (= princiepsbeslissing) als 'dagelijks bestuur'. De effectieve aankopen via de aankoopcentrales volgen de regels van het eerste lid, waardoor de 'grote' aankopen via de raad voor maatschappelijk welzijn passeren en de aankopen onder de grensbedragen via het vast bureau verlopen, zoals voor alle andere aankopen.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 77 en 78
Wet inzake de overheidsopdrachten van 17 juni 2016
Koninklijk besluit plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren van 18 april 2017
Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 13 oktober 2022
Deze werkwijze wordt reeds 2 jaar gehanteerd in de organisatie en als werkbaar ervaren.
Toelichting wordt gegeven door burgemeester F. Van Looveren.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 28.08 minuten tot 31.04 minuten.
Artikel 1
De raad voor maatschappelijk welzijn beslist om in het kader van de wetgeving overheidsopdrachten onder 'dagelijks bestuur' te verstaan:
Artikel 2
Dit besluit vervangt alle voorgaande te dezen.
Artikel 3
Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de financiële dienst en het secretariaat.
Beleidsdoelstelling: D000006 - Elke burger is een VIP en wordt zo behandeld en verder geholpen
Actieplan: AP000020 - Dagelijkse werking dienstverlening
Actie: A00078 - Dagelijkse werking dienstverlening
Beleidsveld: BV0030
ARK: 7465000
Omschrijving: terugvordering van gemaakte kosten financieel (debiteurenbeheer aanmaningskosten)
In de vorige legislatuur werden de kosten voor inning en invordering van fiscale en niet-fiscale vorderingen teruggevorderd op basis van bepalingen in alle belasting- en retributiereglementen afzonderlijk. Voor de leesbaarheid van de teksten en uniformiteit van de regels, is het aangewezen een apart retributiereglement op te maken voor deze terugvordering van gemaakte kosten.
Wetboek van 13 april 2019 van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen en latere wijzigingen
Wet van 4 mei 2023 houdende invoeging van boek XIX "Schulden van de consument" in het Wetboek van economisch recht
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 - artikel 41
Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen
Rekening houdend met de financiële toestand van de gemeente wordt een retributie voorgesteld voor kosten verbonden aan de inning en invordering van fiscale en niet-fiscale vorderingen.
Het lokaal bestuur Brecht vestigt vorderingen op basis van allerhande reglementen of wetgeving. Het gaat bijvoorbeeld over vorderingen uit hoofde van belastingen, retributies, GAS-boetes, schadevergoedingen, sociale dienstverlening, gerechtelijke uitvoerbare titels,... Wanneer vorderingen niet onmiddellijk betaald worden, volgen er kosten voor het bestuur om aan debiteurenopvolging te doen. Denk bijvoorbeeld aan softwarekosten, portkosten, deurwaarderskosten, administratieve kosten, ... . Deze kosten worden veroorzaakt door welbepaalde fysieke of rechtspersonen en het is dan ook niet meer dan billijk om minstens een deel van deze kosten op hen te verhalen.
Toelichting wordt gegeven door schepen L. Cooreman.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 31.05 minuten tot 33.51 minuten.
Artikel 1 - Termijn
Vanaf heden tot en met 31 december 2031 wordt een retributie geheven voor de kosten verbonden aan de inning en invordering van fiscale en niet-fiscale vorderingen.
Artikel 2 - Definitie
Onder fiscale en niet-fiscale vorderingen moet worden verstaan alle vorderingen van het lokaal bestuur Brecht ontstaan vanaf 1 januari 2025.
Artikel 3 - Toepassingsgebied
De retributie is verschuldigd door de debiteur vermeld op de vordering.
Indien de debiteur de onbetwiste vordering niet betaalt binnen de wettelijke bepaalde vervaltermijn, worden de hieronder bepaalde retributies aangerekend ingeval de acties worden ondernomen met het oog op de invordering van de schuld.
Artikel 4 - Tarief
Indien de debiteur niet betaalt binnen de termijn voorzien in de gratis eerste aanmaning, wordt telkens een kost van € 20,00 aangerekend voor de verzending van een tweede of volgende aanmaning.
Indien een debiteur een afbetalingsplan krijgt en dit vervolgens niet nakomt wordt hem een aanmaning gestuurd. Voor deze aanmaning wordt een kost van € 20,00 aangerekend.
Wanneer de debiteur niet overgaat tot betaling van de volledige schuld, kosten en intresten inbegrepen, kan de financieel directeur overgaan tot opmaak van een dwangbevel of een dwangschrift met het oog op betekening door een gerechtsdeurwaarder. Voor het aanmaken van dit dwangbevel/dwangschrift dan wel het overmaken van een dossier aan de gerechtsdeurwaarder, wordt een kost van € 30,00 aangerekend.
Deze kosten worden aangerekend bovenop de eventuele gerechtskosten en gerechtsdeurwaarderskosten en reële kosten die op grond van de wettelijke regelingen worden doorgerekend aan de debiteur.
De tarieven worden jaarlijks op 1 januari aangepast volgens de schommelingen van de gezondheidsindex. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand september voorafgaand aan de indexeringsdatum van het betreffende jaar te delen door het indexcijfer van de maand september 2024. Bij de indexering worden de tarieven afgerond tot op de dichtstbijzijnde 10 cent.
Artikel 5 - Toezicht
Dit reglement valt onder het toezicht van de toezichthoudende overheid.
Beleidsdoelstelling: D000004 - We bouwen de welzijnscampus verder uit met het oog op een integraal zorgzaam beleid in Brecht
Actieplan: AP000014 - Brecht voert een sociaal beleid.
Actie: A000056 - We werken een masterplan omtrent de welzijnscampus uit.
Beleidsveld: BV 0953
ARK: 214000
Omschrijving: Plannen en studies - masterplan WZC
De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen.
Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en latere wijzigingen, meer bepaald artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht.
De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen.
De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 41, §1, 1° (Waarde ligt lager dan de drempel).
Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen.
Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.
In het kader van de opdracht “Begeleiding woonzorgmodel nieuw WZC: uitwerken projectdefinitie & programma van eisen (incl. aanstellen architect)” werd een bestek met nr. 2024/035 opgesteld.
Deze opdracht is opgedeeld in volgende percelen:
* Perceel 1: Uitwerken projectdefinitie, raming: € 30.000 excl. btw of € 36.300 incl. 21% btw;
* Perceel 2: Uitwerken plan van eisen en aanstellen architect, raming: € 80.000 excl. btw of € 96.800 incl. 21% btw.
De totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 110.000 excl. btw of € 133.100 incl. 21% btw.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
Toelichting wordt gegeven door burgemeester F. Van Looveren.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 33.52 minuten tot 40.10 minuten.
Artikel 1
Het bestek met nr. 2024/035 en de raming voor de opdracht “Begeleiding woonzorgmodel nieuw WZC: uitwerken projectdefinitie & programma van eisen (incl. aanstellen architect)”, worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt € 110.000 excl. btw of € 133.100 incl. 21% btw.
Artikel 2
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
Artikel 3
De aankondiging van de opdracht wordt ingevuld, goedgekeurd en bekendgemaakt op nationaal niveau.
KINA is een welzijnsvereniging van, voor en door 27 OCMW-leden in de referentieregio Antwerpen (Decreet lokaal bestuur - deel 3, titel 4, hoofdstuk 2).
OCMW Brecht is lid van KINA.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
KINA stuurde op 30 september 2024 een schrijven betreffende de vertegenwoordiging van het OCMW in de Algemene Vergadering van KINA.
Openbare centra voor maatschappelijk welzijn zijn ten gevolge van artikel 484 §1 van het decreet lokaal bestuur in de organen van de vereniging vertegenwoordigd door leden van de raad voor maatschappelijk welzijn, krachtens verkiezing door geheime stemming en in één enkele stemronde door de raad voor maatschappelijk welzijn.
Volgens artikel 31 van de statuten van KINA worden de deelgenoten in de Algemene Vergadering van KINA vertegenwoordigd door twee afgevaardigden of hun plaatsvervangers, aangesteld bij beslissing door de raad voor maatschappelijk welzijn.
Naast de Algemene Vergadering als hoogste orgaan, vormt de Raad van Bestuur het gezagsorgaan dat het dagelijks beleid aanstuurt. Zoals bepaald in artikel 18 van de statuten bedraagt het aantal leden van de Raad van Bestuur 10.
Deze leden worden benoemd door de Algemene Vergadering, op voordracht van de OCMW-leden. De raad voor maatschappelijk welzijn moet dus naast de aanduiding van de afgevaardigden voor de Algemene Vergadering ook beslissen of ze maximaal één afgevaardigde voordraagt als kandidaat-bestuurder. Deze kandidaat moet ook zetelen in de algemene vergadering.
De kandidaturen hiervoor moeten ten laatste op 14 januari 2025 ingediend worden bij secretariaat@brecht.be.
Toelichting wordt gegeven door voorzitter P. Van Assche.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 40.11 minuten tot 51.33 minuten.
Geheime stemming (op papier) - afgevaardigde: 30 stembiljetten, 2 stemmen per formulier uitgebracht
- Tatiana Vandekeere: 22
- Ingrid Van Gaver: 20
- Natalie Schoonbaert: 10
- Onthouding: 1
- Blanco: 7
Geheime stemming (op papier) - plaatsvervanger: 30 stembiljetten, 2 stemmen per formulier uitgebracht
- Luc Aerts: 22
- Esther Janssens: 20
- Katrien Scheirs: 10
- Onthouding: 1
- Blanco: 7
Artikel 1
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt volgende twee raadsleden en plaatsvervangers aan als afvaardiging van OCMW Brecht in de Algemene Vergadering van KINA:
- Tatiana Vandekeere met als plaatsvervanger Luc Aerts
- Ingrid Van Gaver met als plaatsvervanger Esther Janssens
Artikel 2
De raad voor maatschappelijk welzijn draagt volgend raadslid voor om te zetelen in de Raad van Bestuur van KINA:
Er werden geen kandidaten voorgedragen.
Artikel 3
Overeenkomstig artikel 330 §1 van het decreet Lokaal Bestuur wordt deze beslissing via een vermelding op de lijst ter kennis gebracht aan de toezichthoudende overheid en overeenkomstig artikel 285 §2 van het decreet Lokaal Bestuur bekend gemaakt via de lokale webtoepassing.
Artikel 4
Een afschrift van deze raadsbeslissing wordt overgemaakt aan de administratie van KINA.
De voorzitter sluit de zitting op 21/01/2025 om 10:00.
Namens OCMW Raad,
Annemie Marnef
Algemeen Directeur
Patrick Van Assche
Voorzitter raad voor maatschappelijk welzijn