De voorzitter opent de zitting op 14/12/2023 om 20:02.
Decreet Lokaal Bestuur d.d. 22 december 2017.
Gemeenteraadsbeslissing d.d. 17 januari 2019 - Huishoudelijk reglement gemeenteraad.
Het verslag voorgaande zitting wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Er wordt een probleem met de stemmodule gemeld.
Er wordt gestemd door handopsteken.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 05.00 minuten tot 06.50 minuten.
Artikel 1
Het verslag van de voorgaande zitting d.d. 9 november 2023, dat acht dagen voor de huidige zitting ter inzage van de gemeenteraadsleden heeft gelegen, wordt door de gemeenteraad goedgekeurd.
Beleidsdoelstelling: D000002 - Brecht engageert zich om de leefbaarheid van onze gemeente te verbeteren.
Actieplan: AP000007 - Brecht voert een ruimtelijk beleid om in te spelen op de maatschappelijke behoeften, met aandacht voor de eigen identiteit van de gemeente.
Actie: A000043 - Dagelijkse werking omgeving.
Mevrouw Laura Posma en de heer Ward Veulemans wonende te Bosruiterlei 7 te 2950 Kapellen vragen een omgevingsvergunning voor slopen van bestaande constructies en bouwen van een woning in Appelvinklaan 25 te Brecht, kadasternummer (afd. 5) sectie B 225 N2 en (afd. 5) sectie B 225 M2
De aanvraag betreft slopen van bestaande constructies en bouwen van een vrijstaande eengezinswoning.
Openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 20 september 2023 tot 20 oktober 2023.
Er werden geen bezwaarschriften ingediend.
De codex ruimtelijke ordening en zijn uitvoeringsbesluiten.
Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid
Het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse Regering houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II): zoals gewijzigd bij latere decreten en haar bijlagen.
Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen.
Het decreet Grond- en Pandenbeleid door de Vlaamse Regering goedgekeurd op 27 maart 2009 is van toepassing.
Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het algemeen waterbeleid (BS 14/11/2003) is van toepassing.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening.
Het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, en de bijhorende uitvoeringsbesluiten.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets, tot aanwijzing van de adviesinstantie en tot vaststelling van nadere regels voor de adviesprocedure bij de watertoets.
Het decreet van 15 juli 2016 betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid en de bijhorende uitvoeringsbesluiten.
Het decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed (Onroerenderfgoeddecreet);
Het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (Natuurdecreet).
Hemelwater- en droogteplan Brecht vastgesteld bij gemeenteraadsbesluit van 11/02/2021.
Normen en percentages betreffende de verwezenlijking van een sociaal of bescheiden woonaanbod
De aanvraag valt niet onder de bepalingen van art 4.1.8 van het decreet Grond- en Pandenbeleid voor de verwezenlijking van het sociaal woonaanbod. Deze bepalingen werden vernietigd door arresten van het grondwettelijk hof van 7 november 2013.
De aanvraag valt niet onder de bepalingen van art 4.2.1 van het decreet Grond- en Pandenbeleid voor de verwezenlijking van het bescheiden woonaanbod.
De aanvraag betreft het bouwen van een vrijstaande woning op een perceel met een oppervlakte van ca. 1630m². Een deel van de wegenis van de Appelvinklaan waaraan het bouwperceel paalt, is momenteel in private eigendom. De zone van het perceel gelegen in de wegenis langsheen de Appelvinklaan dient - kosteloos en zonder kosten –overgedragen te worden aan de gemeente. Het dossier van de grondoverdracht werd toegevoegd aan het dossier voor de aanvraag voor omgevingsvergunning.
De grondoverdracht wordt nu voorgelegd aan de gemeenteraad voor goedkeuring.
Langsheen de Appelvinklaan wordt er 71,71m², kosteloos en zonder kosten, afgestaan aan de gemeente. Het betreft een repel met een breedte van 2,88 meter over een afstand van ca. 25 meter, op het plan van de grondafstand in paarse kleur weergegeven.
Overeenkomstig artikel 43 van het gemeentedecreet is de beslissing over de overdracht van gronden aan de gemeente een exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad. Voorliggende aanvraag dient dan ook voorgelegd te worden aan de gemeenteraad om een beslissing te nemen over de grondafstand.
Deze aanvraag is verenigbaar met de door het gemeentebestuur gewenste ruimtelijke ontwikkeling.
Toelichting wordt gegeven door schepen E. Peeters.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 06.51 minuten tot 07.58 minuten.
Artikel 1
Goedkeuring wordt verleend voor de grondafstand van de zone gelegen langsheen de Appelvinklaan met een oppervlakte van 71,71m² -kosteloos en zonder kosten - zoals aangeduid op het plan BA_2305_I_N_34_GRONDAFSTAND.pdf gevoegd bij de omgevingsvergunningsaanvraag voor slopen van bestaande constructies en bouwen van een vrijstaande eengezinswoning in Appelvinklaan 25 te Brecht, kadasternummer (afd. 5) sectie B 225 N2 en (afd. 5) sectie B 225 M2 van mevrouw Laura Posma en de heer Ward Veulemans wonende te Bosruiterlei 7 te 2950 Kapellen. Deze grondafstand zal opgelegd worden wanneer de omgevingsvergunning wordt verleend.
Artikel 2
Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de dienst omgeving en wordt toegevoegd aan het omgevingsvergunningsdossier.
Buurtweg n° 150 is niet meer zichtbaar op de projectlocatie van voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag en bijgevolg in onbruik geraakt. Het niet-gebruik van de buurtweg kan worden vastgesteld door afwezigheid van de weg op foto's bij de aanvraag en op luchtfoto's.
Het grafische plan bij de aanvraag vermeldt dat er geen meerwaarde is naar aanleiding van de opheffing, omdat de feitelijke toestand reeds ouder is dan 50 jaar en het perceel bebouwd is. De buurtweg is reeds vele jaren in onbruik en ter plaatse niet meer zichtbaar.
Het perceel is gelegen in de gewestplanbestemming landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Het perceel en de aanpalende percelen worden ontsloten via de voldoende uitgeruste gemeenteweg Heihoefke. De verkeersveiligheid en de ontsluiting van de projectlocatie worden door de opheffing van buurtweg n° 150 op het perceel niet in het gedrang gebracht. De aangevraagde wijziging van het gemeentelijk wegennet (gedeeltelijke afschaffing buurtweg) schaadt het algemeen belang niet.
Er werden geen bezwaarschriften ingediend m.b.t. de gedeeltelijke afschaffing van de buurtweg.
Vanuit de dienst Omgeving wordt positief advies gegeven voor de gedeeltelijke afschaffing van de buurtweg nr. 150 op de projectlocatie van de aanvraag van de omgevingsvergunning, Heihoefke 25 te Brecht, kadasternummer afdeling 4 sectie D nr. 609S.
Beleidsdoelstelling: D000002 - Brecht engageert zich om de leefbaarheid van onze gemeente te verbeteren.
Actieplan: AP000007 - Brecht voert een ruimtelijk beleid om in te spelen op de maatschappelijke behoeften, met aandacht voor de eigen identiteit van de gemeente.
Actie: A000043 - Dagelijkse werking omgeving.
- OMV2023/188: Aanvraag ingediend door dhr. Guy Sebreghts en mevr. Anne-Marie Heremans wonende te Berkenlaan 48, 2980 Zoersel voor het verbouwen en uitbreiden van een zonevreemde eengezinswoning, slopen van een bijgebouw, bouwen van een nieuw bijgebouw, aanleggen van verhardingen en opheffen van buurtweg nr. 150 op een perceel gelegen te Heihoefke 25, 2960 Brecht, kadastraal gekend als afdeling 4, sectie D, nummer 609S.
Geïntegreerde procedure
Cfr. art. 12. §2 van het Gemeentewegendecreet (GWD) kan de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg (i.c. voormalige buurtweg) met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning opgenomen worden in een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden.
Die mogelijkheid geldt voor zover het aanvraagdossier een ontwerp van rooilijnplan bevat dat voldoet aan de bij en krachtens dit decreet gestelde eisen op het vlak van de vorm en inhoud van gemeentelijke rooilijnplannen, of voor zover het een grafisch plan met aanduiding van de op te heffen rooilijn bevat.
cfr. artikel 20 van het GWD bevat het besluit tot opheffing van een gemeenteweg een grafisch plan waarop minstens de volgende elementen zijn aangeduid:
1° de op te heffen rooilijn, het op te heffen rooilijnplan of het desbetreffende deel daarvan;
2° de kadastrale vermelding van de sectie, de nummers en de oppervlakte van de aanpalende kadastrale percelen en onroerende goederen;
3° de naam van de eigenaars van de aanpalende kadastrale percelen en onroerende goederen volgens kadastrale gegevens of andere gegevens die voor het gemeentebestuur beschikbaar zijn.
Bij voorliggende omgevingsvergunningsaanvraag voor het verbouwen en uitbreiden van een zonevreemde eengezinswoning, slopen van een bijgebouw, bouwen van een nieuw bijgebouw, aanleggen van verhardingen en opheffen van buurtweg nr. 150 in Heihoefke 25, 2960 Brecht werden grafische plannen gevoegd met de aanduiding van de op te heffen buurtweg nr. 150 ter hoogte van de projectlocatie.
Het betreft: BA_Woning_22_I_N_InplantingONTHEFFING.pdf met datum 5/8/2023. Het op te heffen tracé van buurtweg nr. 150 op het perceel van de omgevingsvergunningsaanvraag wordt in een fuchsia tint weergeven op het inplantingsplan. De op te heffen oppervlakte bedraagt ca. 42,5m². De breedte van het op te heffen deel van de buurtweg bedraagt 1,5 meter. Kadastrale gegevens en eigenaarsgegevens van de aanpalende percelen zijn op het grafische plan vermeld.
Het grafisch plan voldoet aan de bij en krachtens het GWD gestelde eisen op vlak van de vorm en inhoud.
De beoogde opheffing heeft geen betrekking op een gemeenteweg die in een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd is, of een gemeentelijk rooilijnplan dat in een plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan is opgenomen. De in de omgevingsvergunningsaanvraag geïntegreerde procedure voor (gedeeltelijke) opheffing van een gemeenteweg (voormalige buurtweg) kan worden gevolgd.
Beschrijving
Op het perceel van aanvraag bevindt zich volgens de Atlas der buurtwegen een buurtweg gekend als Sentier n° 150. De buurtweg loopt schuin door het perceel en door de bestaande woning.
Deze buurtweg is gelegen tussen de gewestweg Groot Veerle en het centrum van Sint-Lenaarts.
De buurtweg is volgens de luchtfoto van 2022 en het fotomateriaal, de verklaring in de nota van de architect en op het inplantingsplan bestaande toestand niet meer zichtbaar op het terrein, en deels overbouwd.
Openbaar onderzoek
Cfr. artikel 17 van het OVD is de gewone vergunningsprocedure van toepassing voor projecten waarvoor met toepassing van artikel 31 een beslissing van de gemeenteraad vereist is over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg. Als de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg wordt opgenomen in een omgevingsvergunning, dan spelen enkel de procedureregels van het Omgevingsvergunningendecreet. Dit betekent dat niet de regels van het openbaar onderzoek over rooilijnplannen (artikel 17 Gemeentewegendecreet) gevolgd worden, maar de regels over het openbaar onderzoek inzake omgevingsvergunningsaanvragen (OVD artikel 16 e.v.).
Omwille van de geïntegreerde procedure voor opheffing van de buurtweg (aanvraag met beslissing Gemeenteraad) diende een openbaar onderzoek van 30 dagen georganiseerd te worden. Dit openbaar onderzoek liep van 27 september 2023 tot en met 27 oktober 2023.
Er werden geen bezwaarschriften ontvangen.
Externe adviezen en subadviezen
Als, met toepassing van artikel 12, §2,van het GWD, de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg wordt opgenomen in een omgevingsvergunning, spelen de procedureregels van het omgevingsvergunningendecreet (in afwijking van art. 11 van het GWD). Dit houdt in dat advies gevraagd moet worden aan de adviesinstanties, bepaald in artikel 35 van het Omgevingsvergunningenbesluit, en er geen advies gevraagd moet worden aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken en de deputatie, noch afzonderlijke mededelingen bezorgd moeten worden aan de wegbeheerder en vervoersmaatschappij.
Voor deze aanvraag werden op 19 september 2023 adviezen gevraagd (watertoets, departement Landbouw, Dienst Integraal Waterbeleid). In het kader van een wijzigingslus werden de adviezen opnieuw gevraagd op 21 november 2023.
De adviezen hebben geen betrekking op het aspect van de zaak der wegen (opheffing van de buurtweg).
Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en haar bijlagen.
Het besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning d.d. 27 november 2015.
Het Decreet houdende de gemeentewegen d.d. 03 mei 2019, datum inwerkingtreding 01 september 2019.
Atlas der buurtwegen voor de gemeente Brecht, d.d. 10 april 1841.
Aangezien de buurtweg niet meer zichtbaar is op het terrein, en er voor het perceel van de aanvraag geen gemeentelijk rooilijnplan bestaat, dient de gemeenteraad enkel te beslissen over de vraag tot wijziging of opheffing van de buurtweg 150 (in het kader van de vergunningsaanvraag). In de beslissing over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg kan de gemeenteraad voorwaarden opleggen en lasten verbinden, die de bevoegde overheid (i.c. het college van burgemeester en schepenen) in de eventuele vergunning opneemt (art.70 en 75 GWD, art.31 en 65 OVD).
De aanvraag tot gedeeltelijke afschaffing van buurtweg nr. 150 te Heihoefke 25 wordt ter besluit voorgelegd aan de Gemeenteraad.
Cfr. artikel 32.§ 6 van het Gemeentewegendecreet kan een vergunning voor aanvragen met aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg pas verleend worden, na goedkeuring over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van de gemeenteweg door de gemeenteraad.
Tegen de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering. Het beroep dient gepaard te gaan met een beroep tegen de vergunningsbeslissing (bij de overheid, bevoegd voor beroepen tegen een vergunningsaanvraag).
Toelichting wordt gegeven door schepen E. Peeters.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 07.59 minuten tot 09.27 minuten.
Artikel 1
De gemeenteraad besluit tot de gedeeltelijke afschaffing van buurtweg nr. 150 te Heihoefke 25 te Brecht, kadasternummer afdeling 4 sectie D nr. 609S volgens het grafische plan bij de omgevingsvergunningsaanvraag met gemeentelijk kenmerk OMV2023/188 (OMV_2023070837) van dhr. Guy Sebreghts en mevr. Anne-Marie Heremans wonende te Berkenlaan 48, 2980 Zoersel voor het verbouwen en uitbreiden van een zonevreemde eengezinswoning, slopen van een bijgebouw, bouwen van een nieuw bijgebouw, aanleggen van verhardingen en opheffen van buurtweg nr. 150 op een perceel gelegen te Heihoefke 25, 2960 Brecht, kadastraal gekend als afdeling 4, sectie D, nummer 609S.
Artikel 2
De gedeeltelijke afschaffing van buurtweg nr. 150 op het perceel van aanvraag wordt opgenomen in het gemeentelijk wegenregister.
Artikel 3
Het besluit van de gemeenteraad wordt toegevoegd aan het omgevingsvergunningendossier met gemeentelijk kenmerk OMV2023/188 (kenmerk omgevingsloket: OMV_2023070837).
Artikel 4
Tegen de beslissing van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering. Het beroep dient gepaard te gaan met een beroep tegen de vergunningsbeslissing (bij de overheid, bevoegd voor beroepen tegen een vergunningsaanvraag).
Beleidsdoelstelling: D00006 - Elke burger is een VIP en wordt zo behandeld en verder geholpen
Actieplan: AP000020 - Dagelijkse werking dienstverlening
Actie: A000078 - Dagelijkse werking dienstverlening
Beleidsveld: BV 011901
ARK: 6144000
Omschrijving: Consultancy algemeen (ook advocaten niet in kader van specifiek juridisch geschil) gemeente en OCMW
Op 22 mei 2019 werd het Natuurbeheerplan 'Hoge Heide' goedgekeurd. De 5 opgenomen domeinen in eigendom van de gemeente Brecht zijn De Merel, Hoekse Beemden, Leeuwerik, Leeuwerk en Zandbergenbos en hebben een totale oppervlakte van 39,58 ha. Ze zijn verdeeld in 22 verschillende bestanden.
Op 28 november 2023 heeft het college van burgemeester en schepenen kennis genomen van het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst met de Bosgroep Antwerpse Gordel vzw 2024 - 2026.
Het college van burgemeester en schepenen legt het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst voor aan de gemeenteraad ter goedkeuring.
- Het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (Natuurdecreet).
- Het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2017 betreffende de natuurbeheerplannen en de erkenning van natuurreservaten.
- Het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2017 houdende vaststelling van de criteria voor geïntegreerd natuurbeheer.
- Het besluit van de Vlaamse Regering van 14 juli 2017 betreffende de subsidiëring van de planning, de ontwikkeling en de uitvoering van het geïntegreerd natuurbeheer.
- Het Decreet van 22 december 2017 betreffende de fiscale gunstmaatregelen die verbonden zijn aan natuurbeheerplannen.
- Het Bosdecreet van 13 juni 1990.
Het natuurbeheerplan Hoge Heide
Bij de opstart van het natuurbeheerplan (NBP) werd doorgegeven aan de Bosgroep Antwerpse Gordel vzw, verder ‘de Bosgroep’ (BG) genoemd, dat de gemeente volledig zelf ging voorzien in het natuurbeheer conform het NBP. Omwille van afwezigheden, corona en drukte werd de goede registratie en opvolging van de beheermaatregelen uit het NBP verhinderd. Ook worden momenteel enkele beheermaatregelen niet uitgevoerd zoals opgelegd in het NBP. Daarnaast zijn er aanpassingen nodig aan het beheerplan op vlak van natuurstreefbeelden en zijn er correcties noodzakelijk om de verschillende documenten op elkaar af te stemmen; (1) het tekstgedeelte van het NBP, (2) de bestandsfiches en (3) de beheerfiches.
Voor een aantal bestanden (deelgebieden) in het NBP werd een natuurstreefbeeld vooropgesteld. Voor het beheer van die bestanden ontvangt de gemeente een jaarlijkse subsidie van rond de 6.500 euro. De laatste subsidie dateert van februari 2023 voor het jaar 2022. In mei 2025 volgt in principe vanuit ANB een uitgebreid terreinonderzoek door een opvolgingscommissie waarbij ze nagaan of er genoeg inspanningen zijn geleverd om de doelen te bereiken. Nog geen enkel NBP heeft de monitoringfase doorlopen, dus hoe dit precies zal gebeuren is nog niet duidelijk.
Historiek ontvangen subsidies:
|
|
Jaar 1 |
Jaar 2 |
Jaar 3 |
Jaar 4 |
|
|
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
| Totaal per jaar |
3995,23 |
6885,69 |
6530,05 |
6470,78 |
Effectieve uitvoering en registratie van de beheermaatregelen uit het NBP is vereist volgens het natuurdecreet en kan zorgen voor behoud van de ontvangen subsidies.
Ondersteuning bij beheermaatregelen
Voor het technisch beheer van een NBP en de uitvoering van de beheermaatregelen mag een gemeente beroep doen op eigen personeel of een andere instantie. Vergelijken we met andere gemeentes dan zit het beheer van natuurbeheerplannen in de praktijk (bijna) nooit volledig bij de gemeentelijke groendienst.
Voor een aantal bestanden in domein Leeuwerk worden momenteel reeds beheermaatregelen uitgevoerd door Regionaal landschap de Voorkempen, nl. voor 2 kleiputten. Voor de opvolging van het NBP en bijkomende ondersteuning bij projecten van bebossing gaat de voorkeur uit naar een samenwerking met de Bosgroep. De Bosgroep Antwerpse Gordel vzw is een samenwerkingsverband tussen boseigenaars en is een initiatief van de Provincie Antwerpen en ANB. De Bosgroep is vertrouwd in de natuurbeheerplannen en biedt reeds gelijkaardige ondersteuning aan andere gemeenten waaronder gemeente Essen. Een overeenkomst biedt zekerheid dat er opvolging en uitvoering gebeurt voor het NBP maar biedt ook ruimte voor andere projecten zoals boscompensatie of uitbreiding.
Er kan verder onderzocht worden om het beheer van bepaalde deelgebieden te laten doen via raamcontracten (zie onderdeel financiering) of bestaande beheerovereenkomsten uit te breiden (Regionaal landschap De Voorkempen vzw) of te hervatten (Natuurpunt vzw).
Korte of langdurige overeenkomst met de Bosgroep
Het bestuur kan bij de Bosgroep kiezen voor een overeenkomst die loopt voor een jaar of een langdurige overeenkomst (3 of 6 jaar). Gelet op het permanent karakter van een NBP en de verplichtingen daarrond, werd de opmaak van een ontwerp voor een ondersteuning van 3 jaar gevraagd aan de Bosgroep. Bedoeling is om deze te laten ingaan op 1 januari 2024. Op die manier kunnen ze met zekerheid een aantal mandagen richten op de ondersteuning bij Brecht. De Bosgroep kan ook ondersteuning bieden bij bosuitbreiding/-compensatie, de aanplantingen en de opvolging daarvan. Gelet op de aard van de projecten en soms ook de link met vergunningsprocedures is een korte overeenkomst niet aangeraden.
Doelstelling
Vanuit deze driejarig durende overeenkomst (2024-2025-2026) volgen jaarlijkse afspraken, planningen en uitvoeringen op terrein. Bedoeling is dat naast de standaard basisondersteuning er ook concreet ingegaan wordt en tijd gemaakt wordt voor specifieke projecten en vragen vanuit de gemeente. Er zal ingezet worden op (1) het natuurbeheerplan Hoge Heide, (2) bosuitbreiding voor steden en gemeenten en (3) dossiers gelinkt aan bos met betrekking tot projectaanvragen, recreatie, onderhoud of opvolging.
Samenwerking
De Bosgroep verwacht goede communicatie met onze diensten, nl. het verschaffen van alle nodige informatie en documentatie ter efficiënte uitvoering van het voorziene takenpakket. Ze moeten de beheermaatregelen die momenteel gebeuren vergelijken met deze vooropgesteld in het NBP. Daaruit kan de noodzaak voor bijkomende beheerondersteuning blijken en dient er extra aandacht te gaan naar de registratie van de (door de groendienst, regionaal Landschap of andere partner) uitgevoerde beheermaatregelen binnen de 5 domeinen van het NBP.
Financiering
De tarifering voor dienstverlening wordt vastgelegd op 190 euro/halve dag, met -indien nodig- ieder jaar een indexering. Dit behelst terreinbezoeken, planning, overleg en evaluatie met personeelsinzet vanuit de bosgroep.
Er kan beroep worden gedaan op inzet van arbeid op terrein, gecoördineerd via de bosgroep, aan de voorziene tarieven binnen een raamcontract dat met de bosgroep werd afgesloten. De aangestelde bedrijven zijn indien mogelijk gelinkt aan sociale tewerkstelling en hebben de nodige expertise in bosbeheerwerken.
Grote inrichtingswerking en inzet van specifieke bosbouwmachines (hoogtewerker, hakselaar, boslier,..) gebeuren via uitbesteding aan externen volgens de gewone tarifering vanuit de bosgroep.
Bij concrete projecten van bebossing wordt volgens huidige standaardtarifering gewerkt bij de start van een geschikte grond.
Ieder jaar wordt een rapportering met bijkomende facturering voorzien.
Toelichting wordt gegeven door schepen D. De Veuster.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 09.28 minuten tot 15.49 minuten.
Artikel 1
De gemeenteraad neemt keurt voorliggend 'Ontwerp samenwerkingsovereenkomst Bosgroep Antwerpse Gordel vzw 2024 - 2026' goed.
Artikel 2
Een uittreksel van onderhavige gemeenteraadsbeslissing zal aan de Bosgroep Antwerpse Gordel vzw worden bezorgd.
Vlaanderen is opgedeeld in 15 vervoerregio’s waarvoor een regionaal mobiliteitsplan opgemaakt moet worden. Onze gemeente behoort tot de Vervoerregio Antwerpen. Het regionaal mobiliteitsplan legt de visie en ambities van de vervoerregio vast met een perspectief 2030.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Het bestuursdecreet van 7 december 2018.
Het decreet op de basisbereikbaarheid van 3 april 2019.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 20 november 2020 over de regionale mobiliteitsplannen met integratie van de milieueffectrapportage.
In september 2023 werden het voorlopig ontwerp van het regionaal mobiliteitsplan en het plan-MER voorlopig vastgesteld door de Vervoerregioraad Antwerpen. Het openbaar onderzoek loopt van 31 oktober tot 29 december 2023. Aan de gemeenteraden wordt gevraagd advies te geven (periode van 90 dagen: 18 oktober 2023– 17 januari 2024).
Het Routeplan 2030 is het multimodaal mobiliteitsplan voor de Vervoerregio Antwerpen (32 gemeenten) en geeft invulling aan het mobiliteitsbeleid dat op regionaal niveau zal
worden (uit-)gevoerd. Het vormt het ontwikkelingskader voor de nadere uitwerking van programma’s en projecten op regionaal en lokaal niveau. Het is gericht op het realiseren van een bereikbare en leefbare regio met een structureel hoger gebruik van de duurzame mobiliteitsmiddelen in 2030.
Het Routeplan 2030 is opgesteld in de overtuiging dat mobiliteitsproblemen aangepakt moeten worden door samen te werken tussen de verschillende bestuursniveaus, de lokale besturen onderling, de aanbieders op het vlak van de vervoersmodi, en met alle betrokken publieke en private stakeholders.
Het Routeplan 2030 geeft invulling aan de beleidsambitie van de Vlaamse regering om het aandeel van de duurzame (combi-)verplaatsingen (te voet, per fiets, met trein, tram en/of bus en passagiers in de wagen) voor de hele Vervoerregio Antwerpen te laten groeien tot minstens 50%, ofwel het aandeel van de auto terug te brengen tot onder de 50%. Dit regionaal mobiliteitsplan legt de globale mobiliteitsvisie voor alle vervoersmodi voor een langere termijn vast in de Vervoerregio en bevat de nodige maatregelen om deze 50/50 ambitie te realiseren. De 50/50 ambitie is er één voor personenvervoer, maar ook logistieke thema’s worden mee behandeld in het Routeplan daar waar het relevant is op dit regionale schaalniveau. Het Routeplan beschrijft een streefbeeld van hoe we de mobiliteit in 2030 zien en hoe de gewenste modal shift kan worden bereikt. Het geeft inzicht in de mobiliteitskeuzes die we tegen 2030 willen aanbieden in onze regio.
Om een duurzame toekomst te verzekeren, zetten we in op 10 ambities binnen mobiliteit:
- integrale aanpak voor een ander mentaliteit: we kiezen voor een gezamenlijk mobiliteitsmanagement om het aantal autoverplaatsingen te beperken. Deze gedragsverandering realiseren we via gerichte communicatie, infrastructuur, technologie en regelgeving;
- versterking van dorps- en stadskernen: wanneer we woningen, werkplekken, activiteiten en voorzieningen op wandel- en fietsafstand van elkaar organiseren is er minder nood aan verplaatsingen. Deze concentratie in de kernen maakt het bovendien gemakkelijker om deelsystemen en openbaar vervoer te organiseren;
- reisbeleving van deur tot deur bevorderen: probleemloos overstappen van openbaar vervoer naar fiets naar auto, die vrijheid willen we de reiziger bieden door hoogkwalitatieve en vlot bereikbare mobiliteitsknooppunten te voorzien;
- van bezit naar gebruik: Mobility as a Service (MaaS) staat voor de verschuiving van persoonlijke vervoerswijzen naar mobiliteitsdiensten zoals openbaar vervoer en fiets- of autodelen. We reiken de reiziger een gebruiksvriendelijke systeem aan om het vlot wisselen van vervoersmiddel of ‘combimobiliteit’ te bevorderen;
- A-net, snel en betrouwbaar reizen binnen de vervoerregio: het A-net is een kwaliteitsnetwerk dat bestaat uit afgestemde regionale diensten van trein, tram en bus. Het garandeert vlotte en frequente verbindingen, zowel in de urbane zone als in het regionale netwerk.
- een fietsnetwerk van hoge kwaliteit: we zetten in op een comfortabel en veilig lokaal fietsnetwerk dat aansluit op het A-net en de regionale fietsnetwerken. Voor verplaatsingen over de korte afstand krijgt de fiets de belangrijkste vervoersfunctie;
- regionale parkeerstrategie, lokaal beleid: we maken een ‘park & choose’ van de mobiliteitsknooppunten buiten de kernen. Met een doordachte tarifering en veel aandacht voor fietsparkeren willen we overstappen stimuleren en vermijden we parkeerdruk in de woongebieden;
- doorstroming en aansluiting op hoofdwegen: we willen een vlotte afwikkeling op het interregionale hoofdwegennet garanderen, o.a. door een richtsnelheid op en het vervolledigen van het hoofdwegennet. Regionale aansluitingen worden verbeterd met rechtstreekse routes en aansluitingen in twee richtingen;
- dynamisch verkeersmanagement voor optimale benutting: verkeersregelingen houden in de eerste plaats rekening met regionale fietsverbindingen, het A-net voor openbaar vervoer en de gewenste routes voor het wegverkeer. Dynamische regelingen die op het netwerkniveau met elkaar communiceren zorgen voor minder verliestijden en optimale doorstroming van de verschillende modi.
De procedure om tot het regionaal mobiliteitsplan te komen kende drie fases: de oriëntatiefase, de uitwerkingsfase en de fase van het definitieve beleidsplan en actieplan.
Het resultaat van de oriëntatiefase was een oriëntatienota. De uitwerking daarvan gebeurde aan de hand van de opbouw van de strategische visie en operationele doelstellingen. Dit werd vertaald in de synthesenota. Tenslotte werd het eigenlijke ontwerp van het regionaal mobiliteitsplan opgemaakt. Dit bestaat uit het Routeplan 2030 zelf, aangevuld met 8 gebiedsgerichte nota’s over goederenvervoer, vervoer op maat, personenvervoer over water, doorstroming OV, feederlijnen OV, mobiliteitsknooppunten, parkeerstrategie en wegencategorisering. Het ontwerp regionaal mobiliteitsplan wordt begeleid door een ontwerp plan-MER, dat de milieueffecten van het mobiliteitsplan in beeld brengt.
Toelichting wordt gegeven door schepen E. Peeters.
Schepen E. Peeters vraagt om een tekstuele aanpassing onder de rubriek 'historiek': aanpassing naar 2030.
Zij vraagt ook aan de gemeenteraad om bij het gunstig advies ook te vragen naar duidelijke stappen naar uitvoering van het routeplan 2030 (besluitvorming, uitvoeringsprogramma, rolverdeling en financiering).
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 15.50 minuten tot 33.52 minuten.
Artikel 1
De gemeenteraad geeft gunstig advies betreffende het ontwerp Regionaal Mobiliteitsplan van de Vervoerregio Antwerpen en ontwerp plan-MER.
Artikel 2
De gemeenteraad vraagt duidelijke stappen naar uitvoering van het routeplan 2030 (besluitvorming, uitvoeringsprogramma, rolverdeling en financiering).
Artikel 3
Dit besluit wordt overgemaakt aan de Vervoerregio Antwerpen.
Advies van 11 november 2023 met referentie 2023/208/PZ VK van ADV. Erika BILLEN, functionaris voor gegevensbescherming (DPO) PZ Voorkempen, betreffende de aanvraag principiële toestemming m.b.t. de inzet van bodycams door medewerkers van PZ Voorkempen op het grondgebied de respectieve gemeenten van de politiezone.
Artikel 25/4 van de wet op het politieambt van 5 augustus 1992
§ 2, op het grondgebied dat onder zijn bevoegdheid valt, na voorafgaande principiële toestemming van: 1° de gemeenteraad, wanneer het gaat om een politiezone.
Toelichting wordt gegeven door burgemeester S. Deckers.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 33.53 minuten tot 37.37 minuten.
Artikel 1
De gemeenteraad beslist om principiële toestemming te geven voor de inzet van bodycams door PZ Voorkempen op de volgende plaatsen op het grondgebied van de gemeente Brecht:
| Niet-besloten plaats | inzet permanent mogelijk |
| Besloten plaats waarvan de politiediensten de beheerder zijn | inzet permanent mogelijk |
| Voor het publiek toegankelijke besloten plaats waarvan de politiediensten niet beheerder zijn | inzet mogelijk, enkel tijdens de duur van de interventie |
| Niet voor het publiek toegankelijke besloten plaats waarvan de politiediensten niet de beheerder zijn | inzet mogelijk, enkel tijdens de duur van de interventie |
Artikel 2
De korpschef van Lokale Politie Voorkempen en de procureur des Konings krijgen een afschrift van dit besluit zodat de beslissing van de toestemming aan hen ter kennis wordt gebracht conform artikel 25/4, §4 van de wet op het politieambt.
Artikel 25/4 van de wet op het politieambt van 5 augustus 1992
○ § 1. Een politiedienst kan camera's plaatsen en gebruiken overeenkomstig artikel 25/3, of op zichtbare wijze gebruik maken van camera's geplaatst door derden zoals bedoeld in artikel 25/1, § 2, op het grondgebied dat onder zijn bevoegdheid valt, na voorafgaande principiële toestemming van: 1° de gemeenteraad, wanneer het gaat om een politiezone.
○ § 2. Om deze toestemming te bekomen wordt er een aanvraag ingediend bij de in paragraaf 1 aangewezen bevoegde overheid door: 1° de korpschef, wanneer het gaat om een politiezone.
De in het eerste lid bedoelde toestemmingsaanvraag preciseert het type camera, de doeleinden waarvoor de camera's zullen worden geïnstalleerd of gebruikt, evenals de gebruiksmodaliteiten ervan, en voor wat betreft de vaste camera's ook de plaats. Deze aanvraag houdt rekening met een impact- en risicoanalyse op het vlak van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en op operationeel niveau, met name wat de categorieën van verwerkte persoonsgegevens betreft, de proportionaliteit van de aangewende middelen, de te bereiken operationele doelstellingen en de bewaartermijn van de gegevens die nodig is om deze doelstellingen te bereiken.
Bij wijziging van het type camera of van de gebruiksdoeleinden ervan, alsook wat de vaste camera's betreft, in geval van wijziging van de plaats, wordt een nieuwe toestemming aangevraagd.
○ § 3. In geval van met redenen omklede hoogdringendheid, waarbij de in paragraaf 1 bedoelde toestemming nog niet werd bekomen, vraagt de korpschef dan wel de bestuurlijke directeur-coördinator of de directeur van de aanvragende dienst, afhankelijk van het geval, mondeling de toestemming aan de bevoegde overheid om gebruik te maken van camera's in het kader van de specifieke opdracht die de hoogdringendheid rechtvaardigt. Deze mondelinge toestemming wordt vervolgens zo spoedig mogelijk schriftelijk bevestigd door de bevoegde overheid.
Wat betreft de politiezones, kan de bevoegde overheid vertegenwoordigd worden door de betrokken burgemeester om de mondelinge toestemming te geven in het geval van hoogdringendheid zoals bedoeld in het eerste lid.
○ § 4. Elke beslissing tot toestemming bedoeld in paragraaf 1 wordt ter kennis gebracht van de procureur des Konings.
In het geval bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, 2°, wordt de beslissing tot toestemming ter kennis gebracht van de burgemeester en de korpschef.
De in paragraaf 1 bedoelde toestemming wordt openbaar gemaakt wanneer zij betrekking heeft op opdrachten van bestuurlijke politie.
○ § 5. De in paragraaf 1 bedoelde toestemming wordt niet gevraagd, als het gaat om het plaatsen en het gebruik van camera's in besloten plaatsen waarvan de politiediensten de beheerders zijn.
Artikel 44/11/3septies in de wet op het politieambt van 5 augustus 1992
De opdrachten van bestuurlijke of gerechtelijke politie die het gebruik van een technische gegevensbank rechtvaardigen, zijn de volgende:
○ de hulp bij de uitvoering van de opdrachten van gerechtelijke politie betreffende:
■ het opsporen en de vervolging van wanbedrijven en misdaden, met inbegrip van de uitvoering van straffen of vrijheidsbeperkende maatregelen;
■ de inbreuken betreffende de politie over het wegverkeer, met toepassing van artikel 62 van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer;
■ het opsporen van personen van wie de verdwijning onrustwekkend is, wanneer er ernstige vermoedens of aanwijzingen bestaan dat de fysieke integriteit van de vermiste persoon in onmiddellijk gevaar is
○ de hulp bij de uitvoering van de opdrachten van bestuurlijke politie voor de categorieën van personen bedoeld in artikel 44/5, § 1, eerste lid, 2° tot 5°; wat artikel 44/5, § 1, eerste lid, 5°, betreft, kan dat alleen betrekking hebben op de categorieën van personen bedoeld in de artikelen 18, 19 en 20.
Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autoriteiten met het oog op de voorkoming, het onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/JBZ van de Raad.
Het gaat om de inzet van mobiele intelligente camera’s (ANPR).
De toestemmingsaanvraag gaat over volgende gebruiksmodaliteiten: inzet van een intelligente camera (ANPR) aan boord van een politievoertuig dat als dusdanig als politievoertuig kan herkend worden. Het gaat om zichtbaar gebruik van de intelligente camera door operationele personeelsleden van PZ Voorkempen op niet-besloten plaatsen op het grondgebied van de gemeente Brecht.
Met het oog op een proportionele uitvoering van de opdrachten zullen de intelligente camera’s (ANPR) enkel ingezet worden voor de beoogde doeleinden en niet langer dan nodig om deze doeleinden te bereiken.
De Lokale Politie Voorkempen wil de verwerking van de beelden kaderen in de volgende opdrachten van bestuurlijke of gerechtelijke politie:
○ hulp bij de uitvoering van de opdrachten van bestuurlijke politie voor de volgende categorieën van personen:
○ hulp bij de uitvoering van opdrachten van gerechtelijke politie betreffende:
De enige gegevens die mogen verwerkt worden in de technische gegevensbank zijn degene vastgelegd in artikel 44/11/3decies van de Wet op het politieambt, met name:
○ de datum, het tijdstip en de precieze plaats van langsrijden van de nummerplaat;
○ de kenmerken van het voertuig dat verbonden is aan deze nummerplaat;
○ een foto van de nummerplaat aan de voorkant van het voertuig en in voorkomend geval, aan de achterkant;
○ een foto van het voertuig;
○ in voorkomend geval, een foto van de bestuurder en van de passagiers;
○ de logingegevens van de verwerkingen.
De beelden zullen door Lokale Politie Voorkempen bewaard worden conform de wettelijke bepalingen in een technische gegevensbank op een ‘dedicated server’.
De toegang tot de beelden is beperkt tot 30 dagen en enkel mogelijk na aanvraag voor vrijwaring en goedkeuring voor vrijwaring door de korpschef (in samenwerking met de functionaris voor gegevensbescherming). Nadien is een aparte procedure nodig om toegang tot de beelden te kunnen bekomen en dit enkel voor personeelsleden van gerechtelijke politie.
Toelichting wordt gegeven door burgemeester S. Deckers.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 37.38 minuten tot 43.17 minuten.
Artikel 1
De gemeenteraad beslist om principiële toestemming te geven voor de inzet van mobiele ANPR camera's door politiezone Voorkempen aan boord van voertuigen op het grondgebied van de gemeente Brecht.
Artikel 2
Afschrift van dit besluit zal overgemaakt worden aan de korpschef van PZ Voorkempen.
De provinciewet van 30 april 1836.
Het provinciedecreet van 9 september 2005, in het bijzonder op artikel 65.
De wet van 6 maart 1818 met betrekking tot de straffen die moeten worden opgelegd voor overtredingen van algemene maatregelen van intern bestuur, evenals de straffen die kunnen worden vastgesteld door de reglementen van de provinciale of gemeentelijke autoriteiten.
De wet op het politieambt van 5 augustus 1992, en meer bepaald de artikelen 4, 5, 7, 8 en 11.
Het koninklijk besluit van 20 oktober 2015 inzake het op de markt aanbieden van pyrotechnische artikelen.
Artikel 128 van de Provinciewet.
Onverminderd de toepassing van desgevallend strengere vigerende wetten, reglementen en verordeningen die, ter ondersteuning van onderhavig besluit, het afsteken van vuur-, feest of vreugdevuurwerk, het organiseren van verbranden in open lucht of het gebruik van pyrotechnische artikelen regelen op het openbaar domein en de bevoegdheden van bestuurlijke, gerechtelijke en politionele overheden om op basis hiervan op te treden.
Het GAS-reglement afdeling 4 artikel 4.5.10.
Het afsteken van vuurwerk brengt gevaren met zich mee voor personen in de nabije omgeving (brandwonden, oogletsels, gehoorschade, …), alsook voor de omgeving (brandgevaar, …).
Dieren reageren vaak angstig op de knallen van vuurwerk en dit kan aanleiding geven tot ontsnapping wat voor gevaarlijke situaties kan zorgen voor mens, dier en autoverkeer.
De aanbevelingen van de FOD Economie over veilig gebruik van feestvuurwerk: https://economie.fgov.be/nl/themas/consumentenbescherming/veiligheid-van-goederen-en/raad-bij-de-aankoop-en-het.
Toelichting wordt gegeven door burgemeester S. Deckers.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 43.18 minuten tot 46.44 minuten.
Artikel 1
§1 In de periode van 15 december 2023 tot 31 januari 2024 en vanaf kalenderjaar 2024 elk jaar vanaf 1 november tot 31 januari is het zichtbaar bezit, het tonen, uitstallen en elke voorbereidende handeling voor het ontsteken of doen knallen van vuurwerk van welke aard ook in de openbare ruimte verboden. De burgemeester kan toelating geven om hiervan af te wijken.
§2. Het is tevens verboden om ontploffend vuurwerk of meer dan de wettelijk toegelaten hoeveelheid feestvuurwerk zoals bedoeld in de wet van 28 mei 1956 en haar uitvoeringsbesluiten, onder zich te houden, zonder toelating van de burgemeester.
§3 Minderjarigen jonger dan 16 jaar mogen nooit in het bezit zijn van vuurwerk.
Artikel 2
Voor het gebruik van feestvuurwerk tijdens oudejaarsnacht kan de burgemeester enkel aan professionele gebruikers, mits voorafgaande schriftelijke aanvraag, ten laatste ingediend op 15 december 2023 om 12 uur, en vanaf kalenderjaar 2024 ten laatste ingediend op 1 december om 12.00 uur een uitzondering toestaan. Enkel professionele gebruikers met een gepaste vergunning en toelating mogen vuurwerk afsteken volgens de modaliteiten van het lokaal bestuur.
Artikel 3
Het gebruik van vuurwerk zonder toelating, of bij vaststelling van een inbreuk op bovenstaande voorwaarden, kan leiden tot de inbeslagname van het vuurwerk en een Gemeentelijk Administratieve Sanctie.
Beleidsdoelstelling: D000003 - We streven naar een welvarend en ondernemend Brecht waarbij de basis wordt gelegd in kwalitatief onderwijs.
Actieplan: AP000013 - Dagelijkse werking welvarend/ondernemend.
Actie: A000055 - Dagelijkse werking welvarend/ondernemend.
Beleidsveld: BV0500
ARK: 6144000
Omschrijving: Werkingskosten om bijkomende lokale initiatieven te ontwikkelen – detailhandelsvisie
Decreet lokaal bestuur d.d. 22 december 2017.
De gemeente Brecht doet beroep op de POM Antwerpen / Provincie Antwerpen bij het uitwerken van een beleidsvisie detailhandel. Deze visie vormt een update van het huidige detailhandelsplan (BRO 2008).
Het provinciaal project COach-OPeratie DetailHandel ondersteunt de gemeente in de opmaak van een strategisch commercieel plan met inbegrip van een ruimtelijk-economische analyse van detailhandel, afbakening van de kernwinkelgebieden en onderzoek naar ruimtelijke ontwikkelingsperspectieven voor detailhandel.
De gemeente heeft nood aan een geactualiseerde visie die door middel van strategische en operationele doelstellingen wordt waargemaakt. De principes van kernversterking vormen de leidraad in deze visie. Het voorgestelde actieplan zorgt voor de vertaling van de visie en de doelstellingen. In de praktijk zorgen maatregelen en instrumenten voor de uitvoering van deze acties.
Gerichte planningsinitiatieven worden ondersteund door de gemeentelijke kleinhandelsvisie. Het strategisch commercieel plan is een verdere vertaling van het decreet integraal handelsvestigingsbeleid en de provinciale visie detailhandel.
Kristof Schroons heeft tijdens de algemene gemeenteraadscommissie een toelichting gegeven over het dossier.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 46.45 minuten tot 48.09 minuten.
Artikel 1
De gemeenteraad geeft goedkeuring aan de beleidsvisie detailhandel.
Op 5 juli 2023 vond een fractieleidersoverleg plaats met als enige agendapunt de oprichting van een deontologische commissie. Het verslag van dit overleg wordt toegevoegd als bijlage.
Sinds 2007 is de deontologische code verplicht voor lokale mandatarissen. Dit wordt ondertussen ook verankerd in artikel 39 van het decreet over het lokaal bestuur.
De gemeenteraad hechtte op 13 juni 2019 goedkeuring aan de deontologische code voor mandatarissen. Op dezelfde dag werd ook de deontologische code voor leden van de raad voor maatschappelijk welzijn vastgelegd.
Door een wijziging van het decreet over het lokaal bestuur moeten alle lokale besturen die nog geen deontologische commissie oprichtten, overgaan tot de oprichting ervan.
De gemeenteraad van Brecht dient over te gaan tot de oprichting van een deontologische commissie nu dit niet eerder werd opgericht.
Artikel 39 van het decreet over het lokaal bestuur.
Besluit van de gemeenteraad van 13 juni 2019 betreffende de goedkeuring van de deontologische code voor mandatarissen.
Alle steden en gemeenten in Vlaanderen moeten sinds maart 2023 een deontologische commissie oprichten. Die ziet toe op de verantwoordelijke invulling van de lokale politieke mandaten. De deontologische commissie controleert de deontologische code die door de gemeenteraad werd goedgekeurd in de zitting van 13 juni 2019. Deze code is een algemene leidraad voor lokale mandatarissen om deontologisch correct te handelen als ze hun mandaat uitoefenen. Lokale besturen stellen zelf hun deontologische code op en bepalen de inhoud ervan.
De gemeenteraad beslist autonoom en op basis van de bepalingen in hun eigen deontologische code wie in de deontologische commissie zetelt.
De deontologische code zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 13 juni 2019 wordt aangepast in die zin dat de bepalingen omtrent de oprichting en werking van de deontologische commissie eveneens worden opgenomen. Deze bepalingen maken na goedkeuring dus deel uit van de deontologische code.
Het aantal leden van de deontologische commissie bedraagt 1 per fractie en evenveel als het aantal fracties in de gemeenteraad, aangevuld met de voorzitter van de gemeenteraad die toegevoegd wordt als voorzitter van de deontologische commissie. Onafhankelijke raadsleden vormen geen fractie en zijn niet vertegenwoordigd in de deontologische commissie.
Elke fractie wijst het mandaat in de commissie toe met een voordracht. Bij deze voordracht kan ook maximaal 1 plaatsvervanger aangeduid worden die het commissielid vervangt bij afwezigheid of wanneer die betrokken partij is. Commissieleden en hun vervangers zijn bij voorkeur leden van de fractie. Indien niet-leden van een fractie zouden aangeduid worden, dan worden deze uitgenodigd om eveneens de deontologische code te onderschrijven.
De deontologische commissie is bevoegd voor:
- het formuleren van een gemotiveerd advies aan de raad over het vermoeden van een schending van deze code voor personen die door deze code gevat worden zoals voorzien in de procedure voorzien in de deontologische code.
- het geven van adviezen en aanbevelingen aan de raad over de inhoud van deze code met het oog op het bijsturen ervan. Dat kan op eigen initiatief van de commissie of minstens één keer per bestuursperiode op vraag van de raad conform de bepalingen van de deontologische code.
In artikel 11 werd een bepaling opgenomen over het toekennen van presentiegeld. Dit is conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, maar vormde geen voorwerp van overleg met de fractieleiders.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 48.10 minuten tot 49.37 minuten.
Artikel 1
Goedkeuring wordt verleend aan de deontologische code voor mandatarissen.
Artikel 2
Afschrift van de deontologische code wordt bezorgd aan de mandatarissen en voor ondertekening voorgelegd.
Op 18 september 2023 ontving de gemeente een klacht, die op 4 september 2023, ingediend werd bij het Agentschap Binnenlands Bestuur. Het betrof een anonieme klacht over het nachtlawaai tijdens de Ballekesfeesten op 2 september 2023 in Sint-Job-in-'t-Goor.
Op het college van burgemeester en schepenen van 26 september 2023 werd deze klacht ter aktename voorgelegd.
Op het college van burgemeester en schepenen van 10 oktober 2023 werd het gemotiveerd antwoord aan het Agentschap Binnenlands Bestuur geagendeerd.
Op 9 november 2023 werd deze klacht afgerond en werden de antwoorden in bijlage door Agentschap Binnenlands Bestuur aan de klager en het college van burgemeester en schepenen bezorgd.
Artikel 333 decreet lokaal bestuur d.d. 22 december 2017.
Artikel 333 van het decreet lokaal toezicht bepaalt dat het antwoord van toezicht aan de klager voor kennisname moet voorgelegd worden aan de gemeenteraad.
Toelichting wordt gegeven door burgemeester S. Deckers.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 49.38 minuten tot 53.56 minuten.
Artikel 1
De gemeenteraad neemt akte van het antwoord van het Agentschap Binnenlands Bestuur (d.d. 9 november 2023) op de anonieme klacht betreffende nachtlawaai tijdens de Ballekesfeesten op 2 september 2023 in Sint-Job-in-'t-Goor.
Advies managementteam dd. 9 juni 2023 wordt in bijlage toegevoegd ( aanpassingen organogram_2023_def).
De voorliggende wijzigingen in de personeelsformatie werden ter advies voorgelegd aan de vakbonden. Hiervan werd een schriftelijk protocol opgemaakt.
Beleidsdoelstelling: D00006 - Elke burger is een VIP en wordt zo behandeld en verder geholpen
Actieplan: AP000020 - Dagelijkse werking dienstverlening
Actie: A000077 - Dagelijkse werking verloning
In het kader van de integratie van gemeente en OCMW en de goedkeuring van het nieuw decreet lokaal bestuur werd in zitting van de gemeenteraad van 14 juni 2018 goedkeuring gegeven aan een ééngemaakt organogram en personeelsformatie voor gemeente en OCMW en vervolgens gewijzigd door verschillende besluiten.
In het voorjaar 2023 werd een analyse gemaakt van de noodwendigheden op het vlak van personeelsinzet om klaar te zijn voor de toekomst, een zeer snel veranderende toekomst.
Nu de coronacrisis volledig achter de rug is, ligt de focus van gemeente en ocmw Brecht al een tijd terug op een professionele dienstverlening naar onze burgers toe.
Uit de coronacrisis is gebleken dat lokale besturen sterke en betrouwbare partners zijn. Er wordt dan ook vaak naar hen gekeken om het Federaal en Vlaams beleid verder te vertalen naar de burgers.
De burger wordt ook steeds mondiger, wenst een dienstverlening op maat, liefst 24/7, …
Onze organisatie kan dan ook niet anders dan tijdig mee evolueren.
Het managementteam voelt verschillende noden aan die een vertaling zouden moeten krijgen in het beleid. Een belangrijk middel om het beleid te voeren zijn onze medewerkers, #teambrecht.
Op basis van het advies van managementteam werden enkele functies weerhouden om aan te passen binnen het ééngemaakt organogram gemeente en OCMW en de personeelsformaties.
Het gaat om:
Burgerzaken:
- uitdovend maken van 2 VTE administratief medewerker burgerzaken (C1 - C3) en vervangen door 2 VTE Consulent burgerzaken (C4 - C5)
Ruimtelijke ontwikkeling:
- uitdovend maken van 1 VTE coördinator ruimtelijke ontwikkeling en vervangen door 1 HT coördinator ruimtelijke ontwikkeling en 1 HT beleidsadviseur
- 1 VTE consulent omgeving bij inschrijven
Infrastructuur:
- uitdovend inschrijven van 1 VTE Klusjesman scholen (C1 - C3)
- Teamverantwoordelijke technische dienst WZC (IFIC schaal cat. 14) - enkel in ééngemaakt organogram, in personeelsformatie wordt deze functie voorzien binnen OCMW (juridische werkgever).
Artikel 161 van het decreet lokaal bestuur.
Besluiten gemeenteraad dd. 14 juni 2018, 11 april 2019, 10 oktober 2019, 9 september 2021, 14 april 2022.
Besluiten raad voor maatschappelijk welzijn dd. 19 juni 2018, 14 april 2019, 11 juni 2020 en 13 januari 2022.
Cluster Mens - dienst burgerzaken
Veel processen binnen de dienst burgerzaken werden de voorbije jaren geautomatiseerd. Deze automatisatie maakt dat eenvoudige processen nog weinig input vragen van een medewerker.
Door de globalisering, diverse samenlevingsvormen, … worden deze processen ook vaak veel complexer. Het zijn deze dossiers die heel wat expertise vragen.
Zo zien we een duidelijke verschuiving van routine administratie naar specialisatie op het vlak van burgerlijke stand en vreemdelingen.
Een opwaardering van 2 VTE administratief medewerker burgerzaken naar 2 VTE consulent burgerzaken is nodig om de nodige expertise en specialisatie in huis te halen en te houden om een kwaliteitsvolle dienstverlening naar onze burgers te garanderen.
Cluster ruimte - dienst ruimtelijke ontwikkeling:
Sinds september 2022 is de clusterverantwoordelijke ruimtelijke ontwikkeling niet meer ingevuld. Dit werd tijdelijk opgevangen door de inschakeling van een beleidsadviseur als aanspreekpunt en coördinator.
Uit de voorbije jaren hebben we ook geleerd dat het combineren van de opdracht “ruimtelijk planner” en de functie van coördinator voor de volledige dienst ruimtelijke ontwikkeling een moeilijke opdracht/combinatie is.
Het is aangewezen om deze twee rollen uit elkaar te halen.
De ruimtelijk planner moet zich kunnen toespitsen op enerzijds de ruimtelijke visie (Bouwcode, RUP’s, …) en operationele vragen van de dienst omgeving. Dit is een voltijdse functie.
De coördinator kan zich toespitsen op ondersteunen en coachen van de medewerkers van de volledige dienst ruimtelijke ontwikkeling (omgeving en milieu, GIS, duurzaamheid, veiligheid, mobiliteit en KMO/landbouw). Dit is een halftijdse functie, doch we zien hier mogelijkheden om dit te combineren met halftijds beleidsadviseur (optimalisatie van processen, dienstverleningsconcept, …)
In 2022 hebben we de functie van expert omgeving (ruimtelijk planner) niet ingevuld, maar vacant verklaard als een extra functie van consulent omgeving. Daar er toch nood is aan iemand die zich volledig kan toespitsen op de ruimtelijk planning, is het nodig om een bijkomende functie op B – niveau consulent omgeving in te schrijven.
Cluster ruimte - dienst infrastructuur
Gemeente Brecht heeft een basisschool met drie vestigingen: Brecht, Sint Lenaarts en Overbroek.
Deze sites vragen heel wat onderhoud van zowel de groenaanleg als de gebouwen zelf. Allerhande kleine en grote werkzaamheden hebben een grote impact op onze technische dienst.
Er wordt geopteerd om binnen de dienst infrastructuur uitdovend één voltijds functie geschoold arbeider/klusjesman scholen (C1 - C3) in te schrijven. Deze functie wordt momenteel ingevuld door een voormalig personeelslid van de groendienst. Deze functie zal op termijn geëvalueerd worden. Voorlopig wordt ze uitdovend voorzien.
De welzijnscampus (woonzorgcentrum, dienstencentra, dio- en aanleunwoningen, noodwoningen, …) beschikt over een eigen technische dienst om snel in te kunnen spelen op de noden. Anderzijds zijn er synergiën met de dienst infrastructuur van de gemeente en zal een doorgedreven samenwerking efficiëntie in de hand werken. Daarom is het aangewezen om dit onderdeel van de organisatie binnen het organogram in te tekenen onder de cluster infrastructuur.
Teams binnen de cluster infrastructuur worden aangestuurd door een teamverantwoordelijke (B4 – B5). In het verleden werd dit onderdeel aangestuurd door een verantwoordelijke (C1 – C3). Deze functie zal gewijzigd worden binnen de personeelsformatie van het OCMW.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 53.57 minuten tot 54.47 minuten.
Artikel 1
De gemeenteraad geeft goedkeuring aan de voorliggende wijzigingen in de personeelsformatie van het gemeentebestuur en ééngemaakt organogram van gemeente en OCMW: (zie ook bijlagen):
BELEIDSADVISEURS
+ 0,5 VTE Beleidsadviseurs (A1 - A3)
CLUSTER MENS - DIENST BURGERZAKEN
- 2 VTE administratief medewerker burgerzaken (C1 - C3)
+ 2 VTE consulent burgerzaken (C4 - C5)
CLUSTER RUIMTE - RUIMTELIJKE ONTWIKKELING
- 0,5 VTE coördinator ruimtelijke ontwikkeling (A1 - A3)
+ 1 VTE consulent omgeving (B1 - B3)
CLUSTER RUIMTE - INFRASTRUCTUUR
+ 1 VTE geschoold arbeider klusjesman (C1 - C3) uitdovend
+ 1 VTE teamverantwoordelijke technische dienst WZC (IFIC schaal cat. 14) - enkel in ééngemaakt organogram, deze functie wordt voorzien binnen de personeelsformatie van het OCMW (juridische werkgever)
De archiefdienst geeft positief advies rond de aanvaarding van de schenking.
De archiefstukken passen in het collectieprofiel van de gemeente in de zin dat het betrekking heeft op een Brechtse inwoner en zijn historisch waardevol doordat zij ons ook een beeld geven van de tewerkstelling in Duitsland tijdens WOII.
De boeken passen binnen het collectieprofiel doordat zij ook betrekking hebben op de Noorderkempen en meer bepaald het Noord-Westelijk deel. Hierdoor kunnen zij van betekenis zijn om naar analogie met Essen ook de Brechtse geschiedenis beter te interpreteren. Essen behoorde in het verleden ook tot het juridisch kanton van het vredegerecht van Brecht.
Begin september 2023 nam Maria Gommeren contact op met de archiefdienst met de vraag tot schenking van een familiearchief van Walter Pittoors (°Antwerpen 14/10/1905 - +Antwerpen 14/10/1983) en Ludovica Matthijssen (°Brecht 14/11/1911 – +Antwerpen 02/03/1985).
Zij heeft dit gekregen van kennis Walter Joseph Adriaensen na het leegmaken van hun woning met als doel hier een goede bestemming voor te vinden nadat Maria als lid van de heemkring van Essen wees op de belangrijkheid en de historische waarde van de stukken.
De familie trok zich dit niet verder aan omdat het voor hen ging om archief van een tante die kinderloos stierf en hun huis moest worden leeggemaakt.
Het archief betreft het trouwboekje en twee arbeidskaarten van tewerkgestelden in Duitsland tijdens WOII. Het dateert van de tijd van de verplichte tewerkstelling waarbij werklozen uit de bezette gebieden konden verplicht worden om te werken in Duitse oorlogsfabrieken.
De vrouw is geboren in Brecht en is in Duitsland met de Antwerpenaar getrouwd wat het ook wel een bijzonder tijdsdocument maakt. Zij waren in dezelfde fabriek voor vliegtuigwerken te Rathenow-Mogelin tewerkgesteld. In deze fabriek zouden dwangarbeiders en krijgsgevangenen hebben gewerkt. Zoals gebruikelijk in die tijd kregen getrouwde paren in Duitsland toen een exemplaar van Mein Kampf cadeau. Ook dit boek zit mee als bijlage bij het trouwboekje.
Het is de wens van de schenker dat deze stukken goed terecht in een archief komen en bewaard blijven. Zij vulde hiervoor het schenkingsaanvraagformulier in.
Verder wenst zij ook een aantal publicaties van de heemkring van Essen aan onze gemeente te schenken. Ook deze werden in de inventarislijst van de schenking opgenomen.
In totaal omvat deze schenking 0,04 m archief en 0,23 m aan boeken.
Het college van burgemeester en schepenen ging d.d. 14 november 2023 akkoord met een voorlopige aanvaarding van de schenking in afwachting van de definitieve goedkeuring door de gemeenteraad.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur Art. 41 en Art 78.
Gelet dat de stukken passen binnen het collectieprofiel van de gemeente.
Gelet op de historische waarde van de stukken.
Toelichting wordt gegeven door schepen F. Van Looveren.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 54.48 minuten tot 56.26 minuten.
Artikel 1
De gemeenteraad aanvaardt de schenking van Maria Gommeren van 0,04 m familiearchief en 0,23 m aan boeken. De geschonken stukken zullen verder in het gemeentearchief worden bewaard.
Artikel 2
Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de archiefdienst.
Beleidsdoelstelling: D000002 - Brecht engageert zich om de leefbaarheid van onze gemeente te verbeteren.
Actieplan: AP000003 - Brecht waarborgt de veiligheid van de inwoners en zet in op preventie, handhaving.
Actie A000005: Dagelijkse werking veiligheid
Beleidsveld: BV 0410
ARK: 6492000 en 6640000
Omschrijving: Toegestane werkingssubsidie brandweerzone Rand (dotatie) en Investeringstoelage brandweerzone Rand
Het jaarlijks te financieren saldo van de zone moet gefinancierd worden door de gemeenten van deze zone. Dit gebeurt aan de hand van een verdeelsleutel, op basis van bevolkingscijfers (75%) en kadastraal inkomen (25%) per gemeente.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, inzonderheid art. 68: “De gemeentelijke dotatie wordt ingeschreven in de uitgaven van elke gemeentebegroting.”
Omzendbrief BB 2014 van het Vlaams Ministerie van Bestuurszaken, ABB, Boudewijnlaan 30 bus 70, 1000 Brussel van 5 september 2014 waarbij gemeld wordt dat vanaf 1 januari 2015 de brandweerzones actief worden.
Het uitgangspunt sinds 2020 is dat de inkomsten van de zone alle exploitatiekosten én investeringen dekken. Het gecumuleerd lenen voor alle investeringen zou immers snel een enorme schuld creëren, hetgeen op lange termijn onhoudbaar en financieel nadelig is voor de gemeenten. De gemeentelijke toelagen worden vanaf 2020 opgesplitst in werkingstoelagen en investeringstoelagen.
De gemeentelijke investeringstoelage aan de brandweerzone Rand bedraagt 321.425 euro.
De gemeentelijke werkingstoelage aan de brandweerzone Rand bedraagt 1.087.658 euro.
Deze finale bedragen werden aan de administratie bezorgd nadat het meerjarenplan werd opgemaakt. In de laatste aanpassing meerjarenplan staan dus nog andere bedragen (investeringstoelage van 336.445 euro en werkingstoelage van 1.064.956). Deze zullen in een volgende aanpassing van het meerjarenplan aangepast moeten worden. Dit gebeurt bij voorkeur op het moment dat de kadastrale gegevens van 2023 bekend zijn.
Toelichting wordt gegeven door burgemeester S. Deckers.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 56.27 minuten tot 58.10 minuten.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de werkingstoelage van 1.087.658 euro en de investeringstoelage van 321.425 euro voor de brandweerzone Rand voor het dienstjaar 2024 goed.
Artikel 2
Afschrift van deze beslissing wordt bezorgd aan de brandweerzone Rand en aan de financieel directeur.
Beleidsdoelstelling: D000002 - Brecht engageert zich om de leefbaarheid van onze gemeente te verbeteren
Actieplan: AP000003 - Brecht waarborgt de veiligheid van de inwoners en zet in op preventie, handhaving. Brecht ziet veiligheid als een collectieve verantwoordelijkheid.
Actie: A000005 - Dagelijkse werking veiligheid
Beleidsveld: BV 0400
ARK: 6492000
Omschrijving: Toegestane werkingssubsidie politiezone Voorkempen (dotatie)
ARK: 6640000
Omschrijving: Investeringstoelage politiezone Voorkempen
Elke gemeenteraad van de zone stemt over de werkingstoelage die aan het lokaal politiekorps moet worden toegekend en die aan de politiezone zal worden gestort.
De kredieten in het budget moeten volstaan voor de financiering van de dotatie, opgenomen in het politiebudget.
Er is dus overeenstemming nodig tussen beide budgetten. Bijgevolg moet de gemeentelijke dotatie aan de politiezone vastgesteld worden in een afzonderlijk gemeenteraadsbesluit.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017.
Artikel 40 van de wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus van 7 december 1998.
Gemeenteraadsbesluit van 9 november 2023 betreffende de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van gemeente en OCMW Brecht.
Vanaf 2021 werkt ook de politiezone met een exploitatietoelage voor de werkingskosten en een investeringstoelage voor investeringen. De cijfers die worden voorgelegd aan de politieraad van december, bereikten ons pas na goedkeuring van de aanpassing meerjarenplan van de gemeente. De twee bedragen die zijn opgenomen in de laatste aanpassing van het meerjarenplan van de gemeente, wijken daarom af van de nu ontvangen cijfers.
De werkingsbijdrage voor politiezone Voorkempen is bepaald op 4.168.905 euro.
De investeringstoelage voor politiezone Voorkempen is bepaald op 166.213 euro.
In de laatste aanpassing meerjarenplan van de gemeente was 4.462.620 euro voorzien als werkingstoelage en 146.677 euro als investeringstoelage. Deze bedragen zullen aangepast worden in de eerstvolgende aanpassing meerjarenplan.
Toelichting wordt gegeven door burgemeester S. Deckers.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 58.10 minuten tot 1.06.10 uur.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de werkingstoelage van 4.168.905,00 euro en de investeringstoelage van 166.213,00 euro voor Politiezone Voorkempen voor het dienstjaar 2024 goed.
Artikel 2
Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de politiezone Voorkempen, de financieel directeur en de dienst toezicht.
De dienst erfgoed geeft het advies om de stukken over te dragen aan het provinciaal archeologisch depot gelet een groot deel van de archeologische museumcollectie in het verleden ook al werd overgedragen aan de provincie.
De archiefdienst geeft positief advies voor aanvaarding van de stukken omdat deze over Brecht handelen. Anderzijds gezien de vele archeologische overdachten aan de provincie in het verleden en de bijzondere aard van de stukken die bijzondere bewaaromstandigheden vragen zijn de stukken beter op hun plaats in het archeologisch depot. Bijgevolg wordt geadviseerd om de stukken te aanvaarden en over te dragen aan het archeologisch depot van de provincie.
Op 13 december 2022 heeft de gemeente Brecht van mevrouw Sibylle De Sadeleer archeologische vondsten en archiefstukken van het archeologisch onderzoek van de verkaveling ‘De Waterhoeve’ van de familie Neut mogen ontvangen. Krachtens de wetgeving is het aan de eigenaar om deze als een ensemble in goede staat te bewaren of zelf over te dragen aan een archeologisch depot.
Doordat deze oorspronkelijk in de kelder van de familie Neut werden opgeslagen en mevrouw Sibylle De Sadeleer vond dat deze een betere plaats moesten krijgen, heeft zij deze stukken van de familie Neut verkregen en werden deze verder in de notariswoning van de familie De Sadeleer bewaard.
Doordat Sibylle De Sadeleer daarop ging verhuizen was er te weinig plaats voor de stukken.
Om ze nog een mooie plaats te kunnen geven heeft ze besloten om de stukken van de familie Neut over te dragen aan de gemeente Brecht. Zij deed dit via de procedure van neerlegging tegen ontvangstbewijs.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur Art. 41 en Art 78.
Gelet op bovenvermelde adviezen.
Gelet op de waarde van de stukken en deze een optimale bewaring dienen te krijgen.
Toelichting wordt gegeven door schepen F. Van Looveren.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 1.06.11 uur tot 1.08.08 uur.
Artikel 1
De gemeenteraad aanvaardt de schenking van Sibylle De Sadeleer en besluit de stukken over te dragen aan het Provinciaal Archeologisch Depot.
Artikel 2
Afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de archiefdienst en de dienst erfgoed.
Vanaf 1 juli 2023 werd individueel maatwerk ingevoerd, het beleidskader voor de tewerkstelling van personen met een arbeidsbeperking. Individueel maatwerk bouwt verder op 4 maatregelen die verdwijnen: de Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP), de Sociale Inschakelingseconomie (SINE), de Lokale Diensteneconomie (LDE), de maatwerkafdelingen (MWA) van collectief maatwerk. Sine staat voor de sociale tewerkstellingsmaatregel Sociale Inschakelingseconomie waarbij werkgevers een RSZ-bijdragevermindering en een loonkostentoelage krijgen als ze zeer moeilijk te plaatsen of langdurig werklozen aanwerven.
LDE-ondernemingen krijgen de mogelijkheid om hun werking voort te zetten in het kader van collectief maatwerk of individueel maatwerk.
Decreet van 22 november 2013 houdende de lokale diensteneconomie (LDE).
Besluit van De Vlaamse Regering van 19 december 2014 betreffende het decreet op de lokale diensteneconomie.
Besluit Vlaamse Regering van 15 juli 2022 tot uitvoering van het decreet van 14 januari 2022 over maatwerk bij individuele inschakeling.
Deze nieuwe regelgeving heeft de nodige gevolgen voor de financiering aan de lokale diensten. Sedert 1 juli 2023 ontvangen zij niet langer integratiepremies en RSZ-verminderingen voor doelgroepmedewerkers (SINE), terwijl deze inkomsten vitaal zijn voor de financiële leefbaarheid van deze diensten.
Om deze inkomstendaling te compenseren werkte de Vlaamse regering een regeling uit waarin lokale besturen jaarlijks een werkingssubsidie WSE _ ALD (werk sociale economie – aanvullend lokaal dienstenaanbod) zullen ontvangen gedurende de overgangsperiode (2023-2025), en dit in afwachting van een structurele verankering in de Vlaamse regelgeving. Vanuit de Vlaamse overheid worden de lokale besturen gevraagd deze middelen tijdens de overgangsperiode toe te kennen aan de LDE-ondernemingen actief in Brecht.
Lokaal bestuur Brecht ontving een brief waarin de werkingsmiddelen die we kunnen verdelen opgesomd staan. Volgende LDE-initiatieven kunnen beroep doen op de middelen:
- Familiehulp Goed Wonen
- Kina
Lokaal bestuur Brecht kreeg voor 2023 een totaal bedrag van 6.945,87 euro; te verdelen over deze initiatieven.
Er wordt voorgesteld de herverdeling te laten gebeuren volgens volgende verdeelsleutel: ontvangen bedrag / totaal aantal toegekende VTE x aantal VTE per LDE-onderneming
Ook in 2024 en 2025 zal lokaal bestuur Brecht nog werkingsmiddelen krijgen die verdeeld zullen worden cfr. deze verdeelsleutel.
Om de middelen te kunnen verdelen, zal lokaal bestuur Brecht een nieuwe DAEB-opdrachtverklaring voorleggen aan de verschillende opgesomde LDE-organisaties. Daarnaast zal een samenwerkingsovereenkomst voorgelegd worden aan de organisaties om de specifieke modaliteiten rond toekenning van de subsidie af te spreken.
Toelichting wordt gegeven door de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst L. Aerts.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 1.08.09 uur tot 1.10.15 uur.
Artikel 1
De gemeenteraad beslist dat lokaal bestuur Brecht de werkingssubsidie in het kader van de diensten van algemeen economisch belang voor 2023-2024 en 2025 zal verdelen over Familiehulp Goed Wonen en Kina cfr. de volgende verdeelsleutel: ontvangen bedrag / totaal aantal toegekende VTE x aantal VTE per LDE-onderneming.
Artikel 2
De gemeenteraad gaat akkoord om de nieuwe DAEB-opdrachtverklaring zoals voorgesteld voor te leggen aan Kina en Familiehulp Goed Wonen.
Artikel 3
De gemeenteraad gaat akkoord om de voorgestelde samenwerkingsovereenkomst voor te leggen aan Kina en Familiehulp Goed Wonen.
Het schoolbestuur stelt na toetsing vast dat Leer Lokaal voldoet aan alle criteria en kiest daarom voor het gebruik van Leer Lokaal in zijn scholen van het basisonderwijs.
Een schoolbestuur moet voor elk van zijn scholen beschikken over door de overheid goedgekeurde leerplannen.
Een schoolbestuur kan ervoor kiezen om eigen leerplannen te ontwikkelen en in te dienen of gebruik te maken van leerplannen die door derden worden ontwikkeld en ingediend.
De leerplannen zijn voor de onderwijsinspectie een aanvullend instrument om het kwaliteitsbeleid van een school te kaderen.
Het naleven van de reglementering over de leerplannen is een erkenningsvoorwaarde.
Een officiële school moet bovendien als erkenningsvoorwaarde de leerplannen volgen van ofwel OVSG, POV of het gemeenschapsonderwijs, ofwel eigen leerplannen ermee verenigbaar.
Een leerplan moet voldoen aan de volgende decretale en reglementaire criteria:
Het schoolbestuur houdt ook rekening met de volgende bijkomende criteria over het pedagogisch project van de school/scholen:
OVSG heeft ten behoeve van zijn schoolbesturen en met respect voor de lokale autonomie onder de naam Leer Lokaal een nieuw geïntegreerd leerplan ontwikkeld voor de basisschool met ingang van 1 september 2023. Dit digitaal leerplan (online tool met achterliggende databank) bevat de authentieke en decretaal vastgelegde onderdelen, maar het is ruimer dan dat. Leer Lokaal bestaat namelijk uit een basisleerlijn, ondersteunende doelen, verdiepende doelen en uitbreidingsdoelen en vertrekt vanuit de zestien Europese sleutelcompetenties.
OVSG heeft Leer Lokaal ingediend bij de onderwijsinspectie. De onderwijsinspectie heeft een advies tot definitieve goedkeuring uitgebracht. De Vlaamse Regering heeft Leer Lokaal definitief goedgekeurd.
Het schoolbestuur wenst op voorstel van de directeur gebruik te maken van Leer Lokaal voor zijn scholen van het basisonderwijs.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 40, §1-§2
Decreet basisonderwijs van 25 februari 1997, artikel 45 en art. 62, §1, 9° en §2, 2°
Besluit van de Vlaamse Regering van 10 november 2006 tot vaststelling van de goedkeuringscriteria en indieningsmodaliteiten van de leerplannen
Toelichting wordt gegeven door de voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst L. Aerts.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 1.10.16 minuten tot 1.17.17 uur.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het gebruik van het leerplan Leer Lokaal van OVSG in de scholen van het gemeentelijk basisonderwijs goed, met name:
GBS De Sleutelbloem Brecht, Schoolplein 29, 2960 Brecht
GBS De Schakel, Kerkstraat 1, 2960 Sint-Lenaarts
GBLS Klavertje 3, Sint-Willebrordusstraat 60, 2960 Brecht (Overbroek)
Situatie:
In juni 2022 werd door de gemeente een infoavond over het te actualiseren RUP woonparken georganiseerd. Ik heb dienaangaande in het verleden reeds geïnterpelleerd.
Dat dit RUP in overleg met 6 andere gemeenten wordt opgemaakt maakt het vanzelfsprekend een omslachtige operatie. Alle begrip daarvoor.
Op diverse plaatsen kunnen we nog steeds lezen dat dit RUP in opmaak is. In dat licht is het antwoord van de gemeente op concrete vragen van inwoners tegenstrijdig of toch, minstens, raadselachtig: “Zonder een inrichtingsvisie wenst de gemeente geen nieuwe gebieden in het woonparkgebied te ontwikkelen.”
Het gaat hem helemaal niet om “nieuwe gebieden”. Inwoners wensen gewoon duidelijkheid over het gebied waar zij reeds - jarenlang - wonen.
Hoezo “zonder inrichtingsvisie”? Er is door een studiebureau een hele studie ontwikkeld omtrent deze inrichtingsvisie. Deze werd ook in jun 2022 reeds voorgesteld.
In the end komt de aap uit de mouw: “Dit RUP is momenteel on hold gezet. Er zijn momenteel andere prioriteiten.” “On hold”, zoals in “indefinitely on hold”? Hoezo kan men van “andere prioriteiten” gewag maken mbt een dossier dat reeds jarenlang in behandeling is? Het is de klassieke stoplap om aan te geven dat het gesprek gesloten is. Dat is niet wat inwoners verwachten van hun bestuur.
Ik neem de gelegenheid te baat om, naast Kambeenbosheide, ook Kooldriespark in deze interpellatie te betrekken. Deze mensen, die een nogal atypische maar toch hechte gemeenschap uitmaken die in grote mate zelfs zelfvoorzienend is, wachten reeds méér dan 40 jaar op een definitief statuut van hun woningen.
In “Rommersheide” is een oplossing gevonden. In “Schildestrand” lijkt het voor de bewoners de verkeerde weg op te gaan.
Zal Brecht zijn inwoners verdedigen ?
Vraag:
Welke is nu de actuele situatie van Kooldries en Kambeenbosheide?
Wat is het standpunt van regio Vlaanderen dienaangaande?
Welke stappen zal het Bestuur zetten om de situatie uit te klaren / te bespoedigen?
Toelichting wordt gegeven door schepen E. Peeters.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 1.17.18 uur tot 1.30.16 uur.
Vraag
De gemeente Brecht wil bezuinigen op elektriciteit en heeft dus besloten om de straatverlichting eerder te doven.
Als we het antwoord op onze vraag in de gemeenteraad van verleden maand goed begrepen hebben, is al 60% van de straatverlichting in Brecht aangepast/veranderd naar led-verlichting.
- Hoeveel kostten deze aanpassingen tot nu toe?
- Hoeveel kost het om led-straatverlichting een uur te laten branden in de ganse gemeente?
Er zijn straten in onze gemeente(n) waar geen trottoir aanwezig is. Voetgangers lopen daar dus op de rijbaan. Als er ook bomen in de straat zijn, komt er zelfs geen maanlicht op de grond.
Als men in zo'n straat wandelt zonder zaklamp, en de straatverlichting is uit of brandt slechts op de hoeken, dan ziet men dikwijls geen hand voor ogen. Zelfs voor een auto met verlichting is het zicht minimaal. Er kunnen na 23.00 uur, zelfs na 01.00 uur, nog steeds mensen op de straat lopen, of wandelen met de hond, er zijn ook fietsers zonder licht, om nog te zwijgen van modern vervoer zoals elektrische steps, ook dikwijls zonder verlichting.
Vlaams Belang vindt deze situatie gevaarlijk, en vraagt dat de straatverlichting, toch minstens in zulke straten zonder voetpad, langer blijft branden.
- Is het echt noodzakelijk om de lichten van de straatverlichting te doven, nu meer dan de helft led-verlichting is? Is daar echt zoveel mee bespaard, en is dat de risico's waard?
- Is het verantwoord om alleen straatverlichting te laten branden in de hoofdstraten?
- Vindt de gemeente Brecht het (niet) wenselijk om meer verlichting aan te laten (bv 1 licht op 2) in die straten zonder veilig voetpad voor de voetgangers?
- Is dit laatste technisch misschien niet mogelijk, en indien dat inderdaad het geval is : hoe komt dit dan? Want vroeger kon en gebeurde dit wel.
Toelichting wordt gegeven door schepen D. De Veuster.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 1.30.17 uur tot 1.47.16 uur.
Vraag
In het blaadje 'Brechts nieuws' van december 2023, recent in de bus, stond een bijzonder weinig zeggend artikeltje over de komende werken in de Handelslei. Die werken zullen 8 maanden of langer duren(!), ze zullen het doorgaand verkeer in Sint-Job-in-'t-Goor zwaar hinderen, om niet te zeggen compleet verlammen. Die werken zijn gepland te beginnen in maart 2024.
Volgens dit ondermaats artikel is er vanalles 'gepland', maar niets is concreet weergegeven.
Vlaams Belang wil dat de inwoners en de winkeliers ASAP info krijgen over die werken.
- Hoe gaan die werken verlopen?
- Welke omleidingen zijn voorzien?
- Wat wordt er verstaan onder 'lokaal verkeer' dat de brug van sas 5 zal mogen gebruiken tijdens de werken? Hoe wordt dit gecontroleerd?
- Kunnen fietsers en voetgangers dan helemaal niet meer door de Handelslei richting Brugstraat - dus de brug van sas 4 gebruiken - en omgekeerd?
- Hoeveel politieagenten zullen worden ingezet gedurende die 8 maanden (of langer) dat de werken duren om toch te trachten het verkeer een klein beetje vlot te laten verlopen?
- Wanneer zal de gemeente klaar zijn met zijn 'communicatietraject', en hoe zullen onze burgers worden ingelicht?
- Wordt er ook rekening gehouden met mensen die geen computer hebben?
- Wanneer is het 'minder hinder-plan' klaar? Wanneer denkt de gemeente hier 'meer zicht op te zullen hebben'?
De werken starten binnen 3 maanden!
Toelichting wordt gegeven door schepen D. De Veuster en schepen E. Peeters.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 1.47.17 uur tot 2.04.43 uur.
Vraag
De gemeente heeft plannen om de maximumsnelheid van 30km/uur in te voeren in heel Sint-Job-in-'t-Goor, behalve in een paar stukken van een paar hoofdstraten.
De gemeente heeft hierover advies gevraagd aan een 50-tal inwoners.
Vlaams Belang vindt het getal van 50 personen hierbij allesbehalve representatief.
Misschien wil de meerderheid van de inwoners die verlaging van de snelheid tot 30km/uur wel, wie weet?
Maar Vlaams Belang wil dat de inwoners van gemeente Sint-Job-in-'t-Goor worden bevraagd, zodat ze zich kunnen uitspreken over deze plannen. Alle inwoners, zonder onderscheid.
- Hoe plant de gemeente Brecht, die inspraak van de burgers zo belangrijk vindt, de bevraging over de maximumsnelheid van 30km/uur in de ganse gemeente Sint-Job te doen?
- Wanneer plant de gemeente Brecht deze bevraging te doen?
- Zal de gemeente rekening houden met een negatief antwoord van de meerderheid van de inwoners van Sint-Job-in-'t-Goor?
Toelichting wordt gegeven door schepen E. Peeters.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 2.04.44 uur tot 2.12.41 uur.
Situatie:
Goed zichtbare en goed onderhouden verkeersborden voorkomen verwarring bij weggebruikers en dragen zo bij tot verkeersveiligheid. Inwoners die zich betrokken voelen laten soms aan de gemeente weten dat verkeersborden “versleten” zijn.
Zo kwam ons ter ore dat een inwoner in september 2022 melding had gemaakt van verkleurde verkeersborden in Handelslei en Brugstraat. Deze borden werden vervangen in mei 2023. Na 8 maanden dus, wat door betrokkene als een niet erg ‘dynamisch’ bestuur omschreven werd.
Vraag:
Graag verkregen we hierbij enige duiding. Hoe gaat de Technische Dienst juist tewerk wanneer hij in kennis wordt gesteld van mankementen aan verkeersborden.
- Beschikken we over een “stock” aan verkeersborden?
- Worden bestellingen “gegroepeerd”?
- Bestaat een interne procedure waarbij - op regelmatige basis - de gehele verkeersinfra gecontroleerd wordt? Verkeersborden, belijning, verlichting, …
- Wat acht het Bestuur een normale termijn voor het vervangen van defecte of versleten verkeersinfra?
Toelichting wordt gegeven door schepen D. De Veuster.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 2.12.42 uur tot 2.19.06 uur.
Situatie:
Naar verluidt werd de “toegangsregeling” voor de Bergeykse Bossen recent goedgekeurd. Luidens het antwoord van de bevoegde schepen enkele maanden geleden vormde de ontbrekende toegangsregeling het obstakel voor een verderzetting van de werken aan het HLLG.
Vraag:
Mogen wij hieruit concluderen dat de werken nu op het eerste gerede tijdstip zullen aanvatten?
Stand van zaken.
Toelichting wordt gegeven door burgemeester S. Deckers.
Voor het verslag tijdens de zitting wordt verwezen naar de geluidsopname van 2.19.07 uur tot 2.23.16 uur.
De voorzitter sluit de zitting op 14/12/2023 om 20:02.
Namens Gemeenteraad,
Annemie Marnef
Algemeen Directeur
Leo Nicolaï
Voorzitter gemeenteraad